Uit het negende jaarlijkse ‘Global Sovereign Asset Manager Study’ van vermogensbeheerder Invesco blijkt dat staatsbeleggingsfondsen en centrale banken meer geld naar aandelen hebben versluisd en hun beleggingshorizon hebben opgedreven. Opvallend is ook dat volgens Rod Ringrow, Head of Official Institutions bij Invesco, velen hun beleggingen in China hebben opgedreven en tegelijk ESG serieuzer zijn gaan nemen.
Meer aandelen
Het voorbije jaar hebben zich enkele belangrijke strategiewijzigingen bij deze spelers voorgedaan, benadrukt Ringrow. ‘Voor het eerst sinds het onderzoek loopt, daalde de weging van vastrentende beleggingen (van 34 procent naar 30 procent) en verschoof het geld richting aandelen (van 26 procent naar 28 procent). Ze doen dit omdat ze vandaag nergens anders heen kunnen om rendement te generen en overheidspapier nauwelijks nog iets oplevert. En nochtans doen ze dat niet met volle zin, omdat drievierden van deze spelers de aandelenmarkten over het algemeen duur vinden.’
Daarnaast was er door de coronapandemie een nood aan liquiditeit waardoor de cashpositie gemiddeld toenam van 4 naar 9 procent. Over de hele wereld hebben overheden flink moeten putten uit hun staatsfondsen om de coronatekorten te dichten. Vooral liquiditeitsfondsen (78 procent) en staatsbeleggingsfondsen (58 procent), overwegend in opkomende landen, werden gebruikt voor overheidssteun.
Maar Ringrow onderstreept tegelijk dat veel staatsinvesteringsfondsen tijdens de verhoogde marktturbulentie hun gewicht in de schaal hebben geworpen en zijn blijven beleggen, vooral in illiquidere alternatieven zoals vastgoed, infrastructuur, enzovoort waardoor hun beleggingshorizon is gestegen tot meer dan 11 jaar. ‘Nog nooit lag dit cijfer zo hoog. Bij liquiditeitsfondsen, die een andere rol hebben te vervullen en snel cash moeten kunnen genereren, bleef dit onveranderd rond de 3 jaar.’
Na de grote financiële crisis van 2008 is het risicomanagement van deze beleggersgroep flink verbeterd. En door hun risicoprofiel beter te beheren en meer in te zetten op actief beheer hebben ze de voorbije jaren volgens Ringrow beter op marktopportuniteiten kunnen inspelen en extra alfa kunnen boeken. Gevraagd naar de grote risico’s in de markten stippen ze de gevolgen van Covid, klimaatverandering en negatieve rendementen op overheidspapier aan.
ESG op de voorgrond
Corona gaf een flinke slinger aan de ESG-implementatie bij zowel overheden als centrale banken. Maar liefst 64 procent van de staatsfondsen heeft inmiddels een ESG-beleggingsstrategie, terwijl dat in 2017 nog 46 procent was – voor centrale banken ging dat percentage van 11 procent naar 38 procent onder meer via de uitgifte van groene obligaties en restricties om in fossiele brandstoffen te investeren. ‘Vandaag moeten deze spelers steeds meer verantwoording kunnen afleggen tegenover hun stakeholders,’ duidt Ringrow aan. ‘Maar de integratie ervan is niet altijd even gemakkelijk zeker voor SWF’s van landen die afhangen van de export van olie en gas. Initiatieven van de One Planet Sovereign Wealth Group hoe ESG-factoren kunnen worden geïntegreerd, zijn dan ook een stap in de juiste richting. Hoe dan ook heeft de pandemie alles in een stroomversnelling gebracht.’
De SWF’s kijken ook steeds meer naar klimaatverandering als een bron van alfa. ‘Aangezien de markt er nog steeds te weinig rekening mee houdt, vragen veel spelers zich af of ze ervan kunnen profiteren, want ze hebben de middelen en een lange beleggingshorizon, en of dergelijke beleggingen kan helpen om hun ESG-doelstellingen te halen. Ze beginnen steeds meer een soort impactbeleggingsfilosofie aan te hangen en veel meer stelling in te nemen terwijl ze vroeger zich meer op de achtergrond hielden.’
Belang China neemt toe
Opvallend is bovendien dat staatsfondsen in hun zoektocht naar rendement de pijlen weer richten op China. Bijna de helft van de fondsen vindt China op dit moment aantrekkelijker dan voor de pandemie. ‘75 procent kijkt naar het land om hogere returns te kunnen genereren. De helft om de diversificatie van de portefeuille te kunnen verhogen en een graantje te kunnen meepikken van het toenemend economische belang van het land. De grootste risico’s zien de ondervraagden op geopolitiek vlak en ook rond ESG zijn er verbeteringen mogelijk. Sommige beleggers mikken op een grotere interactie met China. Iedereen zit weliswaar op dezelfde golflengte rond de E maar rond de S en de G lopen de meningen nog uiteen.’ Dat laatste zal volgens Ringrow nog niet meteen verdwijnen.
Studie
Voor het ‘Global Sovereign Asset Manager Study’ werden de meningen en standpunten gevraagd van 141 CIO’s, heads of asset classes en portefeuillestrategen bij 82 staatsfondsen en 59 centrale banken. De geïnterviewden hebben gezamenlijk 19.000 miljard USD aan vermogen onder beheer. Staatsfondsen kunnen worden onderverdeeld in liquiditeitsfondsen, die door overheden worden gebruikt om de begrotingsnoden te ledigen en vooral op korte termijn beleggen (in liquide producten), en staatsbeleggingsfondsen of zogenaamde Sovereign Wealth Funds (SWF). Deze laatste beleggen vooral de opbrengsten uit de verkoop van grondstoffen zoals olie- en gas op de lange termijn. Het Noorse staatsoliefonds is misschien wel de bekendste SWF.