In de moderne economie is alle geld krediet. En kredieten doen deposito’s ontstaan, niet omgekeerd. Goud verdient door de supercyclus van schulden en als bescherming tegen chaos een plaats in (institutionele) portefeuilles, die voor het merendeel momenteel helemaal niets in het edelmetaal beleggen.
Dat zijn enkele take-aways van een exclusief interview met Jan Longeval (foto), die met Heavy Metal de opvolger van God dobbelt niet op de beurs heeft geschreven. Het boek gaat over goud, maar Longeval trekt alle registers open en kadert alles in een groter geheel. De geschiedenis van geld, de eerste pogingen om geld te ontwaarden, het ontstaan van centrale banken en misvattingen rond wat geld precies is komen aan bod.
Longeval: ‘Goud is een bescherming tegen chaos. Vroeger namen overheidsobligaties die rol waar, maar dat kan je tegen deze absurd lage rentevoeten niet meer stellen. Het punt is dat we met een enorme schuldenberg zitten. De coronacrisis heeft daar nog een schepje bovenop gedaan. Voorlopig is er geen stijging van de consumentenprijsinflatie omdat QE op de eerste plaats bestaat uit asset swaps tussen de centrale bank aan de ene kant en de commerciële banken en grote institutionele beleggers aan de andere kant. Het geld dat de centrale banken daarbij creëren wordt echter al te vaak verward met het ‘drukken van dollar en- eurobiljetten’.
QE
Bij QE drukt de centrale bank geen geld dat in de reële economie door consumenten en bedrijven kan worden gebruikt, maar creëert ze ‘excess reserves’, die enkel tussen banken kunnen worden gebruikt. QE verruimt daarom de liquiditeit in het banksysteem, maar niet noodzakelijk daarbuiten. Commerciële banken bepalen immers zelf hun kredietbeleid op basis van een afweging van het rendement en het risico van elk krediet. Ze zijn geenszins verplicht om de excess reserves van QE om te vormen in bijkomende kredieten. QE leidt wel tot een daling van de rente, wat inderdaad leidt tot inflatie, maar dan tot activaprijsinflatie. Je krijgt pas een risico op galopperende consumentenprijsinflatie en chaos in het financiële systeem wanneer de centrale bank de overheid rechtsreeks geld zou toestoppen, wat ‘monetaire financiering’ wordt genoemd. Dit is wat de aanhangers van de Moderne Monetaire Theorie voorstaan. Deze theorie vindt steeds meer gehoor in politieke kringen, maar is een recept voor een catastrofe. De notie ‘Modern’ is ook misleidend. Deze theorie werd al in het verleden toegepast, telkens met nefaste gevolgen. Ze zou beter de Misplaatste Moderne Theorie worden genoemd. Zover zijn we nog niet, maar ik houd dat moment in de gaten.’
Tegenpartijen
‘Goud heeft in tegenstelling tot aandelen en obligaties geen tegenpartijrisico. Een negatieve reële rente maakt van obligaties een uiterst slechte belegging, zeker wanneer je rekening houdt met het sterk opgelopen systeemrisico. Goud kan echter niet failliet gaan. Bij de volgende crisissen zullen obligaties hun rol van decorrelerend actief niet meer spelen. Goud kan die rol overnemen. Goud vertoont trouwens een sterke inverse correlatie met de reële rente.’
Meewarig
Longeval: ‘Het is bon ton om meewarig te spreken over goud. Het is echter niet enkel een grondstof, maar vooral een monetair actief dat nog steeds op de balansen van de centrale banken staat. Goud is het icoon van ‘goed geld’: het is schaars en onvergankelijk. Die monetaire waarde ga je nooit in andere grondstoffen als graan of koper vinden… Er wordt ook gezegd dat je goud niet kan waarderen omdat het geen cashflows produceert, maar dat is een cliché waartegen ik me verzet. Je kan de intrinsieke waarde van goud berekenen aan de hand van de kost om het uit de grond te halen (de All-In Sustaining Cost). De goudsector heeft berekend dat die All-In Sustaining Cost eind 2019 916 dollar per troy ounce (nvdr 1 troy ounce = 31,1 gram) bedroeg. Dat geeft echter een gedeeltelijk beeld van de eigenlijke kost omdat het geen rekening houdt met de kost van de opening van nieuwe mijnen die nodig is om de productie op peil te houden, de financieringskost en de winstmarge van de producent. Zo krijg je een intrinsieke waarde van ongeveer 1.500 dollar. Daar tel je de optionele waarde bij die de monetaire waarde van goud weergeeft als bescherming tegen chaos. Die monetaire waarde is in feite een calloptie. Je kan goud ook relatief waarderen tegenover aandelen, de geldhoeveelheid of tegen vastgoed. Pas wel op met die benadering omdat een vergelijkingen nooit perfect kan zijn.’
Waarom?
Hoe je in goud belegt, is volgens Longeval sterk afhankelijk waarom je in goud belegt: ‘Wil je opportunistisch beleggen in goud, dan kan je best opteren voor goud ETF’s of sommige types van metal accounts, waar de transactiekosten veel lager liggen dan bij de aankoop van fysiek goud in de vorm van munten of baren. Maar wie bescherming zoekt tegen chaos en belegt voor de lange termijn blijft beter buiten het financiële systeem en dan is fysiek goud de beste keuze. Goud biedt bescherming bij economische recessies en doet het ook erg goed tijdens beursturbulentie.’
Lange termijn
Longeval is overtuigd van de merites van goud op lange termijn: ‘Alles bij elkaar (inclusief de private sector) is de wereldwijde schuldratio zeker 600 procent van het bbp. Sommige partijen, vaak met een politieke agenda, grijpen de lage rente aan om nog meer schulden te maken, maar dat zet de deur wagenwijd open voor de Moderne Monetaire Theorie. Dat is echter een kapitale fout, want de economie en de beurs zijn fundamenteel niet-lineaire systemen. In het systeem wordt spanning opgebouwd tot een kritisch punt bereikt wordt en dan verandert alles.
Besef goed dat sinds 1971, toen Nixon de goudstandaard verliet, de band tussen het geld van de overheid en goud volledig doorgeknipt werd. Sindsdien is het geld puur krediet geworden. Het gangbare idee is dat het deposito’s zijn die kredieten creëren. Volledig verkeerd, het is net omgekeerd! Wanneer je naar de bank gaat voor een hypothecaire lening en die wordt toegekend, dan verschijnt het geld op je rekening zonder dat de bank daarvoor een deposito gebruikt heeft. De bank creëert geld voor de lening en ze crediteert vervolgens je bankrekening. Met dat geld betaal je de aannemer.
Het zijn dus kredieten die deposito’s creëren en niet omgekeerd. Als jij de lening terugbetaalt, gebeurt het omgekeerde: de bank boekt de deposito’s af op haar passief en boekt de lening af op het actief. Op die manier wordt dan geld vernietigd.
Juridisch gesproken is een deposito trouwens de eigendom van de bank, met een belofte om het geld aan jou terug te geven. Je hebt dus enkel een vordering op de bank. JP Morgan zei het al in 1912: gold is money, nothing else. Goud is een tastbare vorm van geld, maar in de moderne economie is alle geld eigenlijk krediet dat gecreëerd wordt door een computer. Zonder band met goud staat er geen rem op geldcreatie en schuldopbouw.’
Centrale banken
Longeval besluit: ‘De ECB legt een reserveratio op van 1 procent aan de commerciële banken. Dit wil zeggen dat een bank minstens excess reserves ten belope van 1 procent van de deposito’s op haar balans moet hebben staan. Dit komt erop neer dat ten opzichte van bankdeposito’s van 1000 euro, de banken voor 99.000 euro krediet kunnen creëren. In Angelsaksische landen is die reserveratio zelfs helemaal afgeschaft! Het zijn niet de centrale banken die een absolute controle over de geldcreatie hebben, want het zijn de commerciële banken die instaan voor het gros van de geldcreatie. De centrale banken hebben maar een beperkte macht om dit in te perken.’
Meer informatie over het boek vindt u hier.