Wat we vandaag verwachten van de centrale banken is geen sinecure : ze moeten de economie via renteverhogingen doen afkoelen, terwijl de aan gang zijnde oorlog de prijzen (inflatie) hoog houdt (of zelfs verder doet stijgen).
En we zien ondertussen de economie voorzichtig afkoelen door een dalende consumentenkoopkracht en - vertrouwen. Ze remmen dus af (via hun renteverhogingen) in een vertragende of zelfs krimpende economie, wat geen evidentie is.
De voorlopers van de afkoeling laten zich reeds zien. Enquêtes bij de bedrijven (zowel in de Verenigde Staten als bij ons) wijzen richting stagnerende, zelfs dalende economie (dit laatste b.v. bij de Amerikaanse - en Europese industrie-orders). Onderzoeken bij regionale centrale banken in Amerika duiden reeds op een beperkte recessie.
Zo voorspelt de Atlanta Centrale Bank een groei van -2.1 procent voor het tweede kwartaal. Net zoals in het eerste kwartaal zouden de voorraden en het handelstekort mee aan de basis liggen van dit cijfer, waardoor sommige analisten het relativeren.
De voorraden in de Verenigde Staten stegen fors boven het trendniveau. In een vorig nummer spraken sommige CEO’s over het aanleggen van voldoende voorraden om de aanvoerproblemen te counteren, maar wellicht is er toch meer aan de hand en is dit een teken van vertragende consumptie-aankopen.
De markten trekken zich vandaag op aan de positieve Amerikaanse indicatoren zoals de consumentenuitgaven en de plafondvorming van de 10-jarige rente (die tussen 2.8 en 3 procent beweegt). Jamie Dimon, CEO van JPMorgan Chase, sprak recent over de consument die in “great shape” is (in topvorm).
Dit was ook de man die enkele weken terug sprak van een orkaan die op ons afkwam. Hij verwees nu naar de uitgaven via de krediet - en debet betaalkaarten die stegen met respectievelijk 15 en 10 procent. Hierdoor schrijven sommige analisten nog steeds over een zachte Amerikaanse landing, een ideaal scenario voor de markten. Verder is de arbeidsmarkt nog steeds “red hot” (roodgloeiend) : de creatie van 372.000 nieuwe jobs in juni was boven verwachting en hield het werkloosheidscijfer op 3.6 procent. Wel moeten we de aanvragen voor de werkloosheid goed in de gaten houden. Die kwamen iets hoger uit van verwacht.
Consumenten voorlopig in topvorm, mogelijke bottlenecks in China (dat opnieuw met Covid sluitingen te maken heeft), de aanhoudende oorlog die voedsel - en olieprijzen hoog houdt, de aankomende winter die de gas - en olieprijzen verder zal opdrijven …. redenen genoeg voor de centrale banken om de economie verplicht te doen afkoelen en zo de prijzen betaalbaar te houden voor ons allen. Geen enkele centrale bank wil achterblijven. We zien een stijging van de kortetermijnrentevoeten wereldwijd. Met de groeilanden op kop, want de dure dollar deed ook hun munten zakken. Een lagere munt betekent duurdere import, wat voor b.v. de voedselimport dramatisch is (zie wat gebeurt in Sri Lanka). Hun munt willen ze beschermen met hogere rentevoeten. Een wereldwijde simultane afkoeling is aan de gang.
We mogen de risico’s van een serieuze groeivertraging niet uit het oog verliezen. Zo wijzen de eerste cijfers op een daling van voedselaankopen in de meeste lagen van de Amerikaanse bevolking. Maar dit kan ook een normale correctie zijn, na de wat kunstmatige stijgingen na de covid ondersteuning. Groepen zoals JPMorgan Chase, Citigroup en Wells Fargo verhoogden ondertussen wel hun buffers voor verliezen op hun kredietportefeuilles. Europa ligt in het oog van een mogelijke gasstorm.
Vandaag pessimisme in de markt
Het worden moeilijke maanden. Het consumentenvertrouwen staat serieus onder druk. We lezen iedere dag over een mogelijk gasembargo in Europa. Het IMF (Internationaal Monetair Fonds) roept uitdrukkelijk op tot solidariteit tussen de Europese landen om gas in functie van de noden te verdelen. De zuiderse landen gaan reeds in de tegenaanval. Waar de bankencrisis solidariteit vroeg van het Noorden voor het Zuiden, zou het deze maal misschien eens andersom kunnen zijn. Europa vraagt aan de Europese landen om hun gasverbruik met 15 procent te verminderen. Vandaag op vrijwillige basis, maar indien de Rusland de kraan verder toedraait, wordt de 15 procent een verplichting. En alsof dit nog niet genoeg was, komt de Italiaanse politiek ook nog roet in het eten gooien. Een cocktail van explosief materiaal voor de markten.
Maar als de Europese nood het hoogst is, is de redding nabij
De oorlog en de Italiaanse politieke situatie kunnen voor tumult zorgen. Krantenkoppen met “Stapt Italië uit de eurozone” zie ik reeds voor mij. Maar daar moet je als belegger voorbij kijken. In klantentaal verwoord ik het zo : wie zal nog de dure Nederlandse chemische producten of machines aankopen aan de koers van de “nieuwe gulden” of wie koopt de dure Duitse auto’s met de “nieuwe Duitse mark”, terwijl de “nieuwe Italiaanse lire” hun producten veel goedkoper maakt ?
Marco Papic beschrijft dit in zijn boek “Geopolitical Alpha” veel professioneler en hij spreekt over “material constraints” (vrij vertaald praktische belemmeringen) of inherente kosten voor alle partijen bij een breuk, waardoor het gezond verstand primeert en men een oplossing zoekt die alle partijen bevredigt. Men spreekt verder ook over een “quid pro quo”, een Latijnse uitdrukking die letterlijk betekent “het ene voor het andere of voor wat hoort wat”.
Het staat in de sterren geschreven dat dit ook nu zal spelen in de houding t.o.v. Italië. De Italiaanse politici kunnen het zich niet veroorloven geen akkoord te vinden, want de vele covid miljarden steun gebeuren onder voorwaarde van structurele hervormingen. Welke politicus wil verantwoordelijk zijn voor het mislopen van deze miljardenpot ? Een verwittigd belegger is er twee waard : bij een nieuwe politieke storm vanuit het Zuiden, panikeer niet, maar heb geduld tot de storm overwaait.
Dit geldt overigens ook voor de energie-crisis binnen Europa. Er zullen harde discussies gevoerd worden als de energie verdeeld moet worden. Maar Europa zal er sterker uitkomen dan voordien. Het is immers opnieuw overtuigd van het strategisch belang van gedeelde waarden.
China, zit mijn geld daar veilig ?
In mijn vorige nummers sprak ik mijn voorkeur uit voor Chinese aandelen. Hierop kwamen een aantal vragen. Wat met de groei ? Is China betrouwbaar ? Wat met hun immobiliëncrisis ? Haar rol in de oorlog in Oekraïne ?
Het moet duidelijk zijn dat China opnieuw haar plaats opeist in de wereld. We zitten duidelijk in een transitiefase. De ene grootmacht (de VS) staat onder druk, de andere potentiële grootmacht (China) wil een tand bijsteken. Uiteraard staat China qua koopkracht per inwoner nog niet op het niveau van de Verenigde Staten, maar qua absolute economische grootmacht staat ze er wel. China heeft een reeks strategische doelstellingen om haar groei op lange termijn verder uit te bouwen, zodat haar middenklasse verder aangroeit en ze niet in een “middle income trap” terechtkomt. Dit is een economische situatie waarbij een land blijft steken op een bepaald inkomen maar niet verder groeit. Met een bevolking van meer dan 1.5 miljard mensen, kan China zich dit gewoonweg niet veroorloven.
De huidige situatie van lagere groei verplicht de Chinese overheid dan ook voor continue groei te zorgen. Men ondersteunt de groei vandaag via een lagere leenrente (via de Loan prime Rate), via lokale infrastructuurwerken, via steun voor vastgoedbedrijven die in de problemen zitten, klimaat gerelateerde innovatie, verduidelijking voor technologie-platformen, enz. In totaal werden zo 33 stimuleringsmaatregelen aangekondigd. De eerste groene scheuten werden zichtbaar in juni via aankoopenquêtes. Grote stimuli kan China zich echter niet meer veroorloven, want het land zit in een periode van deleveraging, wat jaren gaat kosten, ten koste van tijdelijk koopkrachtverlies en hogere werkloosheid.
China profiteerde de laatste decennia van haar lage lonen en export, maar nu de lonen er fors gestegen zijn is de overgang naar een economie met meer toegevoegde waarde en hogere consumptie noodzakelijk. Het is een immens land met grote energiebehoeften, een verouderende bevolking, met nood aan een goede gezondheidszorg, goed onderwijs (b.v. digitaal, zoals via educatieplatformen), …
De strategische domeinen laten zich zo lezen … (bio-, chip-) technologie, (5G-) infrastructuur, (schone) energie, onderwijs, gezondheid, militaire sterkte, financiële centra, …
Ook voor China gelden de door Papic beschreven “material constraints”. China heeft de wereld vandaag meer dan ooit nodig om uit te groeien tot een volwaardige grootmacht. De Chinese consumptie staat bij lange na nog niet op Westers niveau en voor toptechnologie is ze nog afhankelijk van Europese, maar vooral Amerikaanse bedrijven. Er zijn voor China dus nog zeer veel “constraints of beperkingen” die een samenwerking met de andere grootmachten noodzakelijk maken.
Ondertussen zien we de vele wrijvingen die voor politieke volatiliteit zorgen: stelen van technologie, zich van goedkopere olie voorzien vanuit Rusland, de discussies rond de Zuid-Chinese zee, enz. Maar China leert ook uit haar fouten. Een voorbeeld : het aantal leningen met wanbetaling van haar Belt en Road projecten (infrastructuurprojecten in het buitenland die ze mee financierde) stijgen zienderogen. Volgens het studiebureau Rhodium Group zou 16 procent van de uitstaande leningen in hernegotiatie zijn. Het aantal nieuwe leningen is dit jaar dan ook zo goed als tot tot nul teruggevallen.
China is en blijft een langetermijninvestering, met vallen en opstaan onderweg. Dit is ook hoe Chinese regeerders het zien, het zit in hun DNA. Wie een beter zicht wil krijgen hoe Chinese regeerders denken en werken, vindt dit beschreven in een zeer goed boek “Superpower Interrupted, the Chinese history of the world” van Michael Schuman. Men leest er voortdurend over een “Mandate of Heaven”, een mandaat gegeven aan de keizers om hun land op een ethische, duurzame manier te laten groeien vanuit een centralistische visie. Goede vakantielectuur.
Hoe verder met de aandelenmarkt
Het pessimisme rond de wereldgroei liet de meerderheid van de fondsenbeheerders voorzichtig worden. In hun gemengde en flexibele portefeuilles (bv 50 procent obligaties -50 procent aandelen), die bij zeer veel beleggers een belangrijk deel uitmaken van hun beleggingen, nemen ze een onderwogen positie in aandelen aan. Ze bouwden de aandelen wat af ten voordele van cash. Wie een dergelijke belegging in portefeuille heeft, weet dat er actief op de marktomstandigheden ingespeeld wordt, op op zich een geruststelling is.
Beleggers met grote posities aandelen die ongerust worden door de gascrisis, of hun geld op korte termijn nodig hebben, kunnen beter wat afbouwen. De kleine koerswinst van de laatste week kan wat soelaas brengen.
Cruciaal de komende weken en maanden worden de winsten van de bedrijven. Veel fondsenbeheerders zien die vandaag iets te hoog ingeschat, vandaar hun onderweging. Contraire beleggers (wie tegen de trend ingaat) zien daarin goede instapmomenten. Uiteraard zal de komende groeivertraging (fors of mild) bepalend zijn voor deze winstcijfers (via stabiele of lagere marges).
Het is niet onverstandig om wat beleggingskruit vrij te houden voor het najaar. Aankopen spreiden in de tijd. De arbeidsmarkt, zowel in de Verenigde Staten als in Europa, behoedt ons wel voor een forse groeikrimp. Bepalend zullen vooral de acties zijn van Poetin en van de centrale bankiers. Hoe gaat Poetin om met de gaskraan ? Hoe ver duwen de centrale bankiers hun rente de hoogte in, wetende dat b.v. de kerninflatie in de Verenigde staten te traag daalt.
Ondertussen doet die hogere rente wat van haar verwacht wordt : de economie geleidelijk afkoelen en de inflatie in de toekomst terugduwen. De olieprijzen, maar evengoed de staal - en koperprijzen zijn er een voorbeeld van. De terugval van de 10-jaarsrente in de Verenigde Staten onder 3 procent is er een gevolg van. En in dit dalend rentezog gingen de technologie-aandelen opnieuw wat de hoogte in.
Wie de risico’s niet schuwt, vindt bij de high yield - en groeiobligaties vandaag een aantrekkelijk rendement. Maar opgepast, als de economie verder zou afglijden, zullen de renteverschillen met staatspapier verder stijgen, met koersverlies tot gevolg.
Lage groei de komende jaren … impact op de rente en uw rendement
De roodgloeiende arbeidsmarkt is een dilemma, want die houdt ook een zwakte in. Een breed (groeiende, b.v. via immigratie) beschikbare arbeidsmassa zorgt immers voor extra economische groei. Vandaag is er echter krapte op de arbeidsmarkt en dit bij zowel ongeschoolden- als geschoolden.
Groei komt ook door productiviteit, waardoor meer geproduceerd kan worden met dezelfde of minder middelen. Maar ook de productiviteit laat het de laatste decennia meer en meer afweten. Weinig productiviteit is weinig groei.
Groei wordt ook gecreëerd door een hogere bevolkingsgroei. Ook daar is weinig soelaas te verwachten de komende jaren. Wereldwijd zien we een daling van het bevolkingsaantal, met uitzondering van Afrika (b.v. Nigeria en de Republiek Congo). Azië en Europa zien hun bevolkingsaantal dalen. Voor de Verenigde Staten zal de immigratie determinerend zijn.
Tot slot is er de vergrijzing. Laat ons gewoon even een blik werpen op het percentage van de bevolking dat in 2019 ouder was dan 65 jaar : Japan 28 procent, Italië 23 procent, Duitsland 22 procent, maar in 2040 wordt dit in Japan en Duitsland 30 procent en in Italië bijna 35 procent.
U ziet het resultaat stilaan komen. Komende jaren weinig groei. Dit betekent meteen ook geen noodzaak voor een fors hogere rente op langere termijn. Wie vandaag aandelen in twijfel trekt, ziet hier toch een belangrijk element om in aandelen te blijven beleggen. Uw koopkracht wordt er het best beschermd. Op korte termijn oogt het beleggersklimaat moeilijk, maar ooit klaart de hemel opnieuw op voor de aandelenmarkt.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
Jan Vergote is onafhankelijk beleggingsexpert en Investment Officer kennisexpert. Hij schrijft over asset allocatie.