Steeds meer landen voelen de druk toenemen om een volgend salvo te vuren in de wereldwijde valutaoorlog. Japan zette eind vorige maand de toon door onverwacht het monetaire stimuleringsprogramma fors uit te breiden. Dat heeft geleid tot een scherpe verzwakking van de yen.
Omdat wisselkoersen communicerende vaten zijn, zien Japanse handelspartners hun munt sterker worden. Daarmee verslechtert hun concurrentiepositie. De noodzaak om ook de eigen munt te verzwakken, neemt daardoor toe.
Dit fenomeen beperkt zich niet tot Japan en haar handelspartners. ‘Er is een wereldwijde valutaoorlog gaande’, zegt valutahandelaar Chris Jongbloed van Saxo Bank. ‘Overal zijn landen verwikkeld in een strijd om een zwakkere munt. Ook de Europese Centrale Bank doet daaraan mee.’
Renteverlagingen
Waar mogelijk verlagen landen hun rente. Dat deed bijvoorbeeld Korea afgelopen maand. Daar staat de rente nu op 2 procent, het laagste niveau ooit. Maar de druk vanuit de markt en de politiek om de rente verder te verlagen blijft onveranderd hoog.
In Nieuw-Zeeland heeft gouverneur Graeme Wheeler van de centrale bank gewaarschuwd dat de koers van de ‘kiwi’-dollar ‘onterecht en onhoudbaar’ hoog is. Ook in China en Taiwan klinkt de roep om een zwakkere munt, door een verlaging van de rente.
Maar het rentewapen kent zijn grenzen. In onder meer Japan, de Verenigde Staten, de eurozone, Tsjechië en Zwitserland staat de rente al op praktisch nul.
Opkoopprogramma
Vorige maand verlaagde de Zweedse centrale bank de rente eveneens tot nul procent. De mogelijkheid die dan nog overblijft, is een opkoopprogramma van schuldpapier, zoals Japan doet en ook de ECB.
In Zweden heeft bankpresident Stefan Ingves al aangegeven dat ‘we een gereedschapkist hebben waarmee we iets anders kunnen doen’ dan de rente terugschroeven.
De laatste jaren hebben centrale banken altijd benadrukt dat hun ultraruime beleid puur bedoeld was om de binnenlandse economie te stimuleren en niet om vraag uit het buitenland weg te snoepen.
Sterker, het idee was dat het buitenland daar juist van zou profiteren. De centrale banken namen altijd een lange aanloop voor beleidswijzigingen opdat de markten geleidelijk aan het idee konden wennen.
De verruiming die de Bank of Japan onlangs aankondigde, was echter van een totaal andere orde, stelt hoofdeconoom Richard Koo van Nomura Research in zijn jongste nieuwsbrief.
Valuta-interventie
De stap was juist als een valuta-interventie voorbereid door gouverneur Haruhiko Kuroda. Niemand was van te voren ingeseind, waardoor het effect maximaal zou uitpakken, met name op de valutamarkt.
‘Japan loopt nu voorop in de valutaoorlog’, stelt strateeg Sean Darby van Jefferies in een notitie voor beleggers. ‘Kuroda gaat verder met ‘financiële repressie’ dan welk land ook.’
Goedkope exportproducten van het ene land kunnen de export van een ander land schaden. In het geval van Japan valt te denken aan de auto-industrie. Door de goedkope yen wordt een in Japan gebouwde Nissan relatief goedkoper ten opzichte van een Hyundai die in Korea uit de fabriek rolt.
Ook kan het verstorend werken op de binnenlandse markt van importerende landen.
Race naar de bodem
Vaak zit er voor andere landen niets anders op dan mee te gaan in de tactiek van devaluatie en de eigen munt ook te laten verzwakken. Zo ontstaat een race naar de bodem, waarbij landen voortdurend haasje over blijven springen.
In plaats van de totale vraag te laten groeien, verschuift de vraag dan van land naar land. De verliezer van zo’n valutaoorlog is het land dat hier niet ver genoeg in mee kan gaan.
Valutahandelaar Jongbloed denkt dat de race naar de bodem nog verder door zal gaan. Hij ziet maar een land dat het patroon kan doorbreken. ‘Het gaat door tot de VS het te ver vinden gaan.’
De VS hebben de afgelopen jaren geprofiteerd van een goedkope dollar. De koers van de munt werd gedrukt door het ruime monetaire beleid van de Federal Reserve.
Maar die heeft inmiddels het omvangrijke opkoopprogramma QE3 afgerond en kan vooruitkijken naar een eerste renteverhoging sinds het uitbreken van de crisis. Marktpartijen verwachten die in het tweede of derde kwartaal van 2015.
Rally
Daardoor is de dollar bezig met een rally. Beleggers verkopen munten zoals de yen om dollars te kopen. Ze hopen met deze ‘carry trade’ te profiteren van het renteverschil tussen Japan en de VS.
Mocht de Fed de komende tijd aangeven dat de rente voorlopig nog niet omhoog hoeft, dan kan dat de rally van de dollar vertragen of stoppen. Zo kunnen de Amerikanen ook de verzwakking van andere munten ten opzichte van de greenback afremmen.
Diana Choyleva, hoofd macroresearch van Lombard Street Research, vermoedt dat het vooral de opkomende landen zijn die last krijgen van de valutaoorlog.
‘Als zowel Japan als de eurozone de geldpers stevig aanzet, dan krijgen de opkomende landen in Azië er een knauw van. Zo zal het voor China onmogelijk zijn de sputterende groeimotor weer op te starten zonder een aanzienlijke devaluatie van de yuan.’
Analisten van Goldman Sachs verwachten dat ‘de race naar de bodem’ vooral gaat tussen opkomende markten aan de ene kant en de eurozone en Japan aan de andere kant.
De overheden van Indonesië, de Filippijnen en Thailand, maar vooral Taiwan en Korea hebben een sterke prikkel om hun valuta aan te passen aan de devaluatie van de yen. Voor Rusland, Turkije en Israël speelt hetzelfde, maar dan met betrekking tot de euro.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 13 november 2014.