De deflatoire omgeving waarin Europa terecht is gekomen, heeft veel weg van de Japanse situatie eerder. Europese beleggers doen er daarom goed aan te kijken welke beleggingen het de afgelopen decennia in Japan goed deden, want die zijn er wel degelijk.
Dit zegt Anthony Morris (foto), directeur kwantitatieve strategieën en research vastrentende waarden bij de Japanse zakenbank Nomura in Londen, tijdens een gesprek met Fondsnieuws in Amsterdam.
Japanificatie
‘Europa bevindt zich nu in een deflatoire omgeving’, aldus Morris. Japan heeft hier al sinds de Azië-crisis eind jaren negentig mee te maken.
Hoewel de Japanse overheid bereid was om zowel monetaire als budgettaire stimulering in te zetten, was het moeilijk de Japanse economie weer op gang te krijgen. ‘Vaak beliep het tekort meer dan 6 procent, ofwel tweemaal de Europese doelstelling’, wijst hij.
Morris concludeert: ‘Europa zit in een moeilijke positie, ik denk voor een hele lange tijd.’
Balansrecessie
De kapitaalmarktrente daalde in Japan voor lange tijd, zo laat de ontwikkeling van Japans tienjaars staatspapier zien. ‘Het ziet ernaar uit dat Duitse bunds hetzelfde pad volgen als de Japanse staatsobligaties (JGBs) eerder.’
Ondertussen ‘delaveragen’ bedrijven. Het afbouwen van schulden is goed voor obligatiehouders, want de kredietwaardigheid neemt toe. Het is echter minder nieuws voor aandeelhouders, verklaart Morris.
‘Het is dus geen verrassing dat Japanse aandelen decennia achterbleven bij geld op een bankrekening, vanaf 1990. Europese aandelen blijven weer achter bij Japanse sinds 1999 om dezelfde reden.’
Een lichtpuntje voor Japanse aandelen is het begin van Abenomics, het extreem stimulerende beleid van de regering onder premier Abe dat rust op drie pijlen: monetaire verruiming, budgettaire stimulering en hervormingen.
‘Aandelen in Japan hebben het goed gedaan sinds Abenomics aanving eind 2012’, aldus Morris.
Obligaties wind mee
Aandelen mogen dan positief kunnen reageren op stimulering, vooral obligaties hebben de wind mee in tijden van balansrecessies. ‘Na de grote depressie van de jaren dertig in de VS, duurde het dertig jaar voor de tienjaars rente weer op het normale niveau van de jaren twintig stond.’
Het is dus vooral een kwestie van lange adem. ‘Volgens sommigen is Japan pas op de helft. Misschien is er nog 15 jaar te gaan. En Europa zou er nog wel 25 jaar over kunnen doen om uit deze situatie te komen, als we de geschiedenis als leidraad nemen.’
Morris ziet institutionele beleggers zich dan ook steeds meer afwenden van aandelen. Hij wijst op Japanse verzekeraars die begin jaren negentig voor 50 procent in aandelen en bedrijfsobligaties zaten en slechts 10 procent in staatsobligaties. ‘Nu is dit minder dan 10 procent in aandelen en zo’n 60 procent staatsobligaties.’
Weduwemaker
‘Beleggers snappen vaak niet hoe rentes bewegen en hoe ze lang laag kunnen blijven in een balansrecessie. Sinds 1990 zijn er beleggers in het westen geweest die de JGB shorten. Ze hebben keer op keer hun vingers gebrand. De short JGB positie werd bekend als “de weduwemaker”.’
Met de rente nabij de nul, werkt het volgen van trends ook niet meer, wijst de Nomura-manager. ‘Handelaren die focussen op dergelijke technieken hebben het slecht gedaan in Japan en over het algemeen ook in het westen sinds het begin van kwantitatieve verruiming (QE).’
Wat wel werkt
QE drukt allereerst het korte eind van de yieldcurve. Een in Japan beproefde strategie is om langlopende obligaties te kopen en na verloop van tijd te verkopen, als het rendement erop gedaald is en de koers opgelopen. Morris noemt dit ‘rolling down the curve.’
Een ander concept is het verkopen van volatiliteit. In Japan werden knock-out bonds populair. Dit zijn obligaties die afgelost konden worden in aandelen en dus vergelijkbaar zijn met een geschreven put-optie. ‘Die doen het goed in een omgeving waar verder niks gebeurt.’
Ook CTA’s, beleggingsfondsen die zich richten op de grondstoffentermijnmarkten, wonnen in Japan aan populariteit. Deze commodity trading advisors richten zich op premies die bijvoorbeeld boeren willen betalen om de prijs van hun oogst vast te leggen.
Dit soort beleggingen geven tevens nog enige diversificatie in door obligaties gedomineerde portefeuilles.