Belg Jens Peers beheert al een jaar of tien het Amerikaanse duurzame wereldwijde aandelenfonds Mirova Global Sustainable Equity Fund. Als Europeaan heeft hij een unieke kijk op de cultuurverschillen in duurzaam beleggen in de Verenigde Staten en daarbuiten.
Bij duurzaam beleggen is volgens Peers naast data-analyse ook gezond verstand en gespecialiseerde kennis nodig over wat er buiten de financiële wereld gebeurt, zoals in de natuur. ‘Bij Mirova hebben we dan ook een twintigtal analisten zonder financiële achtergrond in dienst. Zij monitoren bijvoorbeeld de impact van onze beleggingen op de biodiversiteit. Duurzaam is voor ons het begin van alles. Bij Mirova zit duurzaamheid in het DNA.’
Peers staat aan het hoofd van een fonds dat wereldwijd in beursgenoteerde aandelen belegt. ‘In een wereldwijde omgeving is het wel lastig om de verschillende regelgevingen op elkaar af te stemmen,’ aldus Peers. ‘Volgens Europese regelgeving zijn we een Artikel 9-fonds, dat zijn we aan onszelf verplicht. Maar in Amerika bestaat zoiets als de name rule, die stelt dat de naam van het fonds niet misleidend mag zijn. Het feit dat we sustainable in de naam hebben, is voor de VS een statement. Hoewel we moeten bekijken wat de meest recente beslissing van de SEC, de Amerikaanse regelgever, voor gevolgen heeft.
Overigens komt de regel dat de naam van een beleggingsfonds niet misleidend mag zijn er ook in Europa aan.’
De Amerikaanse beurstoezichthouder schrapte recent enkele ambitieuze eisen voor het openbaren van broeikasgasemissies door Amerikaanse bedrijven. Het betreft de uitstoot van dergelijke gassen in de toeleveringsketen van een bedrijf en door de consumptie van zijn producten door klanten.
Groot cultuurverschil
Peers wil de verschillen in opvatting over duurzaam beleggen in de VS en Europa niet overschatten. ‘Het is natuurlijk zo dat vooral in de Republikeinse staten veel te doen is om ESG-beleggingen, en er een aversie tegen duurzaam is ontstaan. Toch moet je wat verder kijken dan de semantiek’, aldus de fondsbeheerder. ‘Je mag niet vergeten dat er een groot cultureel verschil is tussen pakweg West-Europa, dat grotendeels katholiek is wat betreft cultuur en de Verenigde Staten, die door en door protestants zijn. Dat zie je aan een aantal zaken.’
‘Ten eerste zie je, dat Amerikanen individualistischer denken’, legt Peers uit. ‘Dat blijkt ook uit de manier waarop een portefeuille wordt opgebouwd en beheerd. Waar Europeanen naar het collectief kijken en dus een portefeuille op zijn geheel beoordelen, moet voor een Amerikaan elke individuele lijn een winnaar zijn.’
De individualistische Amerikaanse cultuur zorgt volgens Peers ook voor een bijna natuurlijke afkeer van regulering. ‘Dus ook ESG-regelgeving is a priori verdacht. Maar het is toch ook een beetje tegenstrijdig. De Republikeinen hekelen ESG omdat het allerlei zaken uitsluit, maar met hun kritiek op de cancel cultuur doen ze net hetzelfde. Kijk bijvoorbeeld naar diversiteit. Nogal wat Amerikanen vinden dat betutteling. Vrouwen of andere minderheden die genoeg capaciteiten hebben, komen er zelf wel: The American Dream maak je vooral zelf waar. Toch zijn er heel wat studies die aantonen dat bedrijven met een grotere diversiteit in de boardroom, zowel in gender als etniciteit, het financieel beter doen. Dus regelgeving in die richting blijkt ook financieel zinvol te zijn.’
Waar de Republikeinen zich beroepen op christelijke normen en waarden, wijst Peers erop dat het de Quakers waren, een christelijk geloofsgenootschap, die beleggingen gelinkt aan slavernij als eerste uitsloten.
Complexe beurskoers
Een bijzondere tegenstrijdigheid ziet Peers ook bij de Inflation Reduction Act (IRA), het politieke paradepaardje van president Joe Biden. Deze wet stimuleert onder meer binnenlandse investeringen in groene energie en duurzaam vervoer. Hij werd in het Congres met een nipte meerderheid van één stem aangenomen. Peers: ‘Het zijn in eerste plaats de rode, Republikeinse staten die van de wet profiteren, hoewel zij de grootste criticasters van Biden zijn.’
‘Toch zorgen de extra middelen die via de IRA naar Amerikaanse bedrijven vloeien, niet per definitie voor hogere beurskoersen,’ legt Peers de link tussen duurzaamheid beleid en beleggen. Hij legt uit: ‘Beurskoersen volgen namelijk niet altijd hetzelfde patroon als privé-investeringen. Stel dat je als privé-investeerder rechtstreeks in een nieuw olieveld investeert. Omdat er meer wordt geboord, maak je winst. Maar daar tegenover daalt de vraag naar olie structureel, waardoor de winstgroei van oliebedrijven dreigt te dalen. Beurskoersen zouden dan weleens onder druk kunnen komen. Een beurskoers is complexer dan één op één extra geld in het bedrijf.’
3 Risico’s
Peers ziet voor beleggers drie risico’s die ook voor duurzaam beleggen op gaan. ‘Ten eerste is er een zogenoemd event risk’, aldus Peers. ‘Denk aan een gebeurtenis met grote negatieve gevolgen. Bijvoorbeeld boorplatform Deepwater Horizon dat in de Golf van Mexico voor BP olie oppompte. Dat veroorzaakte na een explosie en het lekken van grote hoeveelheden olie de grootste milieuramp van de VS.
Daarnaast is er het transitierisico. Zo misten makers van mobiele telefoons Nokia en BlackBerry de opkomst van de smartphone en bleven ze in het verleden achter. Een derde risico is de strenger wordende wet- en regelgeving voor bedrijven voor hun impact op het milieu. Door duurzaam te beleggen probeer je per definitie die drie valkuilen maximaal te vermijden.’
Duurzaam dilemma
Voor duurzaam beleggen zijn er volgens Peers de nodige uitdagingen, zoals de kleine vijver waarin hij kan vissen. ‘Met 12 miljard dollar aan vermogen onder beheer is onze global sustainable equity-strategie één van de grootste duurzame beleggingsstrategieën ter wereld. Toch kunnen we maar beleggen in een tiental bedrijven in hernieuwbare energie. Als alle duurzame fondsen op datzelfde kleine kransje van bedrijven uitkomen, dreigt de waardering van die ondernemingen onrealistisch hoog te worden’, verklaart Peers.
Soms lijkt duurzaam beleggen een dilemma in zich te dragen. ‘Enkele grondstoffen die we nodig hebben voor de energietransitie, denk bijvoorbeeld aan lithium, kobalt en koper, worden onder zeer bedenkelijke omstandigheden gewonnen’, schetst Peers zo’n dilemma. ‘Op basis van duurzame criteria zou mijnbouw grotendeels worden uitgesloten. Maar zonder mijnbouw geen energietransitie. Daarom blijf ik erbij, dat er bij duurzaam beleggen naast pure data-analyse altijd gezond verstand nodig is voor een juiste afweging.’