‘Aandelen van grote multinationale ondernemingen zijn het afgelopen decennium zo afgeslacht, dat ze nu historisch laag geprijsd zijn.’
Dat oordeelt Wouter Weijand, fondsmanager van het BNP Paribas Global High Income Equity fonds, in een gesprek met Fondsnieuws.
Weijand wijst erop dat de tien grootste aandelen in de S&P 500 in 2000 een k/w verhouding hadden van 63, terwijl dat in 2010 nog maar twaalf was.
Large caps aantrekkelijk geprijsd
‘Wij hebben in 2009 en 2010 relatief veel large caps gekocht. Doordat veel beleggers uit aandelen en in obligaties stapten (in tegenstelling tot 2000), en large caps aandelenmarkten domineren, bleven deze aantrekkelijk geprijsd.’
Tussen 2000 en 2005 had het BNP Paribas IP Global High Income Equity fonds relatief veel small en midcaps in de portefeuille. Nu neemt de weging van large caps weer toe, stelt Weijand.
Hij laat de aandelenselectie decentraal doen door teams in Amsterdam, Hongkong en Louisville, maar bepaalt wel de weging over regio’s en landen en waakt over de risico’s in de portefeuille.
Lokale kennis
De bottom up-benadering staat niet ter discussie. ‘Je hebt heel veel lokale kennis nodig om een goede afweging bij de keuze van aandelen te maken.’
‘In het Verre Oosten is er daarbij nauwelijks tot geen samenhang tussen landen. Daar kun je top-down landenkeuzes maken.’
Zo is in de loop van vorig jaar minder belegd in India en China, meer in Korea en is de belangrijke pijler van de portefeuille in Japan en Australië versterkt.
Europa: Correlatie sterk
In Europa is, nu de verschillen ten opzichte van Midden- en Oost-Europa zijn afgenomen, doorgaans sprake van aanzienlijke correlatie tussen landen.
Maar bij de jongste schuldencrisis werd die historisch getekende opvatting ook gelogenstraft: Noord-Europa bleek een oase en Zuid-Europa liet een flinke veer.
Weijand denkt dat er nu een nieuwe dynamiek ontstaat door de oplopende inflatie. ‘De huidige rentestand heeft de angst voor deflatie nog in zich, maar de recessie is voorbij, grondstoffenprijzen stijgen en we zullen erop moeten instellen dat de rente geleidelijk omhoog zal gaan.’
‘Zoals we zien leidt een stijgende inflatie, vooral als het om oplopende voedselprijzen gaat, tot forse spanningen in opkomende landen en veranderingen in geopolitieke verhoudingen. Wie had gedacht dat een stijging van de graanprijs zo snel tot revoluties en een democratiseringsgolf zou leiden?’
‘Sweet spot’
Voor dividendbeleggers is een inflatie van 2 tot 3 procent een ‘sweet spot’, maar als deze met een schok stijgt dan wordt het lastiger, waarschuwt Weijand.
Veel hangt daarbij af van de renteontwikkeling. Als de rente stijgt tot meer dan 5 procent, dan zullen aandelenbeleggers daar last van krijgen. Nu bedraagt de 10-jaarsrente op staatsobligaties in de VS 3,7 procent en in Europa 3,4 procent.
Het dividendrendement op aandelen is nu nog altijd hoger. Weijand verwacht op basis van de geprognosticeerde winststijgingen dit jaar een toename van het diividendrendement van 3,8 tot 4,1 procent op zijn wereldwijde BNP Paribas Global High Income Equity fund.
Volg de actuele koers van het BNP Paribas Global High Income Equity fund
Sinds de zomer van 2008 ligt het dividendrendement duidelijk boven het obligatierendement, maar erkent Weijand, door de recente stijging van de rente neemt de spread zichtbaar af.
Kapitaaldiscipline
Inflatie en renteontwikkelingen zijn belangrijke indicatoren om als dividendbelegger in de gaten te houden, maar los daarvan is Weijand het met collega-fondsmanager Jorik van den Bos eens dat dividendaandelen als een iets defensievere aandelen-asset class moeten worden gezien.
‘Je kiest voor een goede kapitaaldiscipline. Op de langere termijn levert dat een beter resultaat op dan met groeiaandelen.’ Weijand wijst er ook op dat de zogenoemde dividend aristocrats op een langetermijn duidelijk beter presteren dan de S&P 500.
De drie teams kijken bij het selecteren van aandelen vooral naar het dividend. Houdbaarheid en groeipotentie zijn doorslaggevend.
Dividendvooruitzichten
Twijfels aan de bankensector begin 2009 leidde ertoe dat het fonds in 2009 onvoldoende profiteerde van het herstel van deze sector omdat de dividendvooruitzichten afwezig of niet goed waren.
In 2010 heeft het fonds een outperformance gehaald ten opzichte van de benchmark. Dat was vooral te danken aan alle regio’s, maar de Aziatische portefeuille in het bijzonder, die het 11 procent beter deed dan haar index.
Dat gold dus evenzeer voor het identieke regio fonds, het BNP Paribas Asia Pacific High Income Equity Fund.
Rendement
In euro gemeten vielen de beleggingsresultaten overigens over het hele jaar tegen, want door de in het fonds afgesproken afdekking van vreemde valuta naar de euro gingen koersstijgingen van munten buiten de euro aan het fonds voorbij.
Het wereldwijde fonds behaalde in 2010 een outperformance voor kosten van 3,0 procent ten opzichte van de S&P High Income Equity index (euro hedged).