Pensioenfondsen hoeven de beleggingsrisico voor hun oudere deelnemers niet verplicht af te bouwen volgens het lifecycleprincipe. Dat stelt staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken in een brief aan het parlement.
Klijnsma heeft hiertoe besloten na overleg met federatie, verbond en ouderenorganisaties. Zij sprak met deze belangenvertegenwoordigers in het kader van het ontwerpbesluit voor de wet verbeterde premieregeling.
Het besluit van de staatssecretaris sluit aan bij de opvattingen van asset managers, die zich al langere tijd verzetten tegen het lifecycleprincipe. Vooral Larry Fink, topman van BlackRock, is op dit punt zeer uitgesproken. Hij stelt dat beleggers juist na hun pensioengerechtigde leeftijd moeten blijven (door)beleggen in aandelen - mede vanwege het langer levenrisico.
Volgens Klijnsma is lifecyclebeleggen de meest logische manier om het beleggingsrisico voor oudere deelnemers af te bouwen. Maar er zijn ook andere manieren, zoals geleidelijke inkoop in een pensioenfonds, een rendementsgarantie op pensioenkapitaal en inkopen in het pensioenfonds op basis van de dekkingsgraad, zo bericht Pensioen Pro van het FD.
Het ontwerpbesluit voor de wet verbeterde premieregeling liet in de praktijk geen ruimte voor deze producten, aldus Klijnsma. Ze past dit besluit daarom aan. Uitvoerders mogen afwijken van het lifecycleprincipe op voorwaarde dat ze het beleggingsrisico vóór de pensioendatum voldoende dempen.
De demping mag niet in het nadeel zijn van andere deelnemers. DNB toetst of de bescherming effectief is en past bij het prudent person beginsel. Verder krijgen pensioenuitvoerders die een variabel pensioen aanbieden tot 1 januari 2018 uitstel van de verplichting hun deelnemers te vragen of ze een vast of variabel pensioen willen en daar het beleggingsrisico op aan te passen, schrijft Pensioen Pro.