
Kempen heeft haar onderwogen positie in aandelen wat teruggebracht, hoewel het nog altijd aan de ‘wat voorzichtige kant’ blijft. Vooral Amerikaanse aandelen vindt het fondshuis aan de dure kant.
Dat schrijft beleggingsstrateeg Joost van Leenders in de asset allocatie update van februari. ‘Amerikaanse aandelen zijn aan de dure kant en de winstverwachtingen zijn in onze ogen te positief.’
Van Leenders beredeneert dat de winsten en de omzetten die in de VS over het vierde kwartaal van 2019 zijn gerapporteerd, redelijk normaal zijn in vergelijking met eerdere kwartalen. ‘Alleen groeien de winsten niet. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2018 is de gerapporteerde winst van alle bedrijven slechts 0,3 procent toegenomen. Ook zien we dat winstverwachtingen nog steeds neerwaarts worden bijgesteld.’
Coronavirus
Dat de asset manager iets positiever is geworden over aandelen in de brede zin, is omdat de trend in aandelen vóór de uitbraak van het coronavirus in de ogen van Kempen te enthousiast was en het sentiment wel erg positief. ‘De uitbraak van het virus heeft was van dit optimisme weggenomen, maar slechts in beperkte mate’, aldus Van Leenders.
In staatsobligaties blijft het fondshuis fors onderwogen. ‘Lage of zelfs negatieve rentes en de mogelijkheid van rentestijgingen maken negatieve rendementen een serieuze mogelijkheid’, vindt de strateeg. ‘Dan hebben we liever veilige Europese bedrijfsobligates, waar we een lichte overweging hebben.’
Gekeken naar actuele marktontwikkelingen rond obligaties, merkt Van Leenders op dat er ‘zeker geen sprake van paniek’ is. ‘Zo is bijvoorbeeld de rente op Duitse 10-jaars staatsobligaties slechts in beperkte mate gedaald en zijn risico-opslagen op staatsobligaties van andere eurozone landen niet of nauwelijks uitgelopen.’
Een grotere overweging heeft Kempen in obligaties in opkomende markten in Amerikaanse dollars. ‘Oplopende inflatie in opkomende markten lijkt een risico voor deze obligaties, maar aangezien de inflatie vooral te wijten is aan de voedselprijzen in China en India en daarmee niet structureel van aard, achten we het risico klein. Dalende grondstoffenprijzen beperken bovendien het inflatierisico.’
Dat risico-opslagen op obligaties in Amerikaanse dollars dan wel wat zijn opgelopen, maar slechts half zoveel als bij hoogrentende bedrijfsobligaties, geeft volgens de strateeg aan dat deze beleggingscategorie wel tegen een stootje kan. ‘We vinden de rente van 4,8 procent nog aantrekkelijk.’