Main Street en Wall Street kijken naar verschillende werkelijkheden. Waren kiezers in de VS - afhankelijk van hun politieke voorkeur - verdrietig of blij met de uitslag van de stembusgang, beleggers waren opgelucht met de “close to call” uitslag: het betekent dat het beste van beide werelden bereikt is. De S&P is sinds 30 oktober 10 procent gestegen.
Beleggers waren in aanloop naar de presidentsverkiezingen van 3 november beducht voor een ‘blauwe golf’ die de Verenigde Staten zou overspoelen: een winst van de Democraten van zowel het presidentschap, als van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Maar het tegendeel is het geval: blauw wint het Witte Huis, rood behoudt de Senaat.
Kortom, er is sprake van een politieke patstelling, maar dat deert de markten vooralsnog niet. Op Amerikaanse indices gerichte beleggers zijn blij dat president-elect Joe Biden zijn door rechts-populistische media als “socialistisch” bestempelde beleid niet kan uitvoeren. Wereldleiders zijn daarentegen vooral opgelucht dat Donald Trump het veld ruimt. Gevolg: het multilateralisme kan een revival doormaken. Dat is goed is voor de wereldhandel en goed voor het grootste existentiële probleem dat de wereld kent: klimaatverandering en opwarming van de aarde.
‘Best of both worlds’
De patstelling van een Democratische president en een Republikeinse meerderheid in de Senaat verzekert markten ervan dat een aantal verworvenheden van vier jaar Trump behouden blijft: belastingverhogingen lijken niet of nauwelijks haalbaar, beursgenoteerde bedrijven mogen aandelen blijven inkopen wat een bodem legt onder de koersen en meer regulering - bijvoorbeeld van de techbedrijven in Sillicon Valley - lijkt Joe Biden op zijn buik te kunnen schrijven.
De uitkomsten van de stembusgang in de VS, in combinatie met de aankondiging van een gevonden vaccin tegen het coronavirus, maakt dat de beleggers net als bij de eerste coronagolf het glas meer dan half vol zien - voller in ieder geval dan de burgers. Goldman Sachs gaat in zijn projecties voor 2021 uit van een sterker dan verwacht V-herstel van de wereldeconomie.
De zakenbank voorspelt een krimp van de wereldeconomie van -3,9 procent in 2020, en een expansie van 5,2 procent in 2021 en van 4,6 procent in 2022. Daarmee zijn de verwachtingen van Goldman hoger dan de marktconsensus van respectievelijk -4, 4,6 en 3,7 procent. Hoofdeconoom Jan Hatzius denkt dat de wereldwijde groei, alsook de aandelenmarkten, ondersteund worden door zeer ruimhartige centrale banken, van wie pas rond 2025 renteverhogingen worden verwacht.
Super V-scenario
Han Dieperink, onafhankelijk belegger en columnist van Fondsnieuws, kan in zijn laatste nieuwsbrief enige tevredenheid over zijn positieve voorspellingen niet onderdrukken. Hij voorspelde op 19 april in zijn nieuwsbrief een Super V-scenario. De ingrediënten daarvoor zijn: langer laag blijvende rente; minder beleggingsmogelijkheden omdat obligaties zich diskwalificeren; meer inflatie; versnelling van innovatie met een vierde industriële revolutie tot gevolg, oplossing van de klimaatcrisis door zeer forse ‘groene’ investeringen; productiviteitswinst door online werken en winkelen en creatieve destructie die voor hogere groei zorgt. En tot slot: de muur van angst blijft - ondanks de grootste koersstijging ooit.
Vooral over het punt van oplopende inflatie begint een toenemend aantal economen zich zorgen te maken. Die zorgen worden het meest urgent geformuleerd door Charles Goodhart en Manoj Pradhan. Zij schrijven in het boek The Great Demographic Reversal dat de economische groei van de afgelopen decennia sterk bepaald is door (demografische) trends. Dankzij babyboomers was er sprake van veel arbeidsaanbod in het Westen. Toen dat aanbod over zijn hoogtepunt was, ontwikkelden de arbeidsmarkten in Oost- en Midden-Europa zich en vervolgens nam China het stokje over.
De honderden miljoenen verse arbeidskrachten in de wereld zorgden voor een combinatie van relatief lage loonstijgingen en beperkte inflatie. Gevolg: centrale banken konden rente verlagen, wat bedrijven aanzette tot investeringen en overheden tot schuldaccumulatie.
Blijft dat zo? Nee, integendeel. De aanbodschok is eenmalig, globalisering lijkt op zijn retour, terwijl de spaaroverschotten onder de (wereld)bevolking immens zijn. Het gevolg kan een consumptieve vraag zijn die het aanbod overtreft, waardoor prijzen stijgen en inflatie oploopt.
Hamvraag is wat centrale banken in dat geval gaan doen. In normale omstandigheden verhogen zij - op basis van hun inflatiedoelstellingen - de reële rente. Maar het zijn geen normale omstandigheden: overheden steken (mede door corona en lockdown) extreem diep in de schulden en kunnen zich hogere renteniveaus niet veroorloven; voor een deel van het bedrijfsleven geldt als gevolg van de pandemie en de economische gevolgen hetzelfde.
Paradigmawisseling in aantocht: Afrika
Charles Goodhart en Manoj Pradhan voorspellen grote structurele veranderingen, misschien zelfs een paradigmawisseling zoals de oliecrisis van de jaren zeventig ook was met de hoge inflatie die erop volgde. Voor Han Dieperink is dat reden al langer vast te houden aan zijn opgebouwde verdedigingslinie: mijd bij deze aanrollende vloedgolven van mogelijke schaarste en geldontwaarding in ieder geval schuldpapier van overheden.
Misschien komt de redder in nood uit onverwachte hoek: Afrika, waar het inwonertal in de afgelopen zestig jaar is vervijfvoudigd tot meer dan 1,3 miljard mensen, kent een arbeidsaanbod dat doet denken aan dat van China. Dat land opende in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn economie en schreef de grootste investeringsboom uit de wereldgeschiedenis op zijn naam Dat huzarenstukje zou Afrika wellicht kunnen evenaren.