Kohlberg Kravis Roberts beweert een betere belegger te zijn dan het iconische Berkshire Hathaway. De Amerikaanse investeringsmaatschappij probeert niet alleen twijfel te zaaien over de nalatenschap van Warren Buffett, maar wakkert ook een stevig debat aan over de maatstaf voor succes in private equity.
In documenten die op 29 februari zijn ingediend bij de Amerikaanse toezichthouder SEC meldt KKR, dat een vermogen beheert van zo’n 530 miljard dollar, een indrukwekkend cumulatief rendement, een internal rate of return (IRR), van jaarlijks 25,5 procent sinds de oprichting in 1976. Dit rendement overtreft niet alleen Buffetts record maar laat ook de S&P 500, met een IRR van 11,9 procent bruto, ver achter zich.
De claim van KKR is aanleiding voor een stevig debat. Wie bij de oprichting één dollar had geïnvesteerd in KKR, zou deze hebben zien groeien tot 54.000 dollar vandaag. Daarmee overtreft KKR het rendement van Buffetts Berkshire Hathaway fonds, dat is gegroeid naar 44.000 dollar voor iedere eerste dollar geïnvesteerd in 1965.
Twijfels over private equity-mantra
Onder private equity managers resoneert de gedachte achter KKR’s claim al langer. Daar is het mantra dat PE-beleggingen minder risico met zich meebrengen in vergelijking met publieke markten, en een hoger rendement. Institutionele beleggers gaan mee in deze gedachte en ook vermogende particulieren doen graag mee.
Trym Riksen, hoofd portfoliobeheer bij de Noorse vermogensbeheerder Gabler A/S, noemt de cijfers van KKR “bullshit”, oftewel onzin. ‘De naïeve belegger mag zich afvragen hoe het kan dat KKR veel meer waarde creëert dan Warren Buffett. Is Buffett gehypet? Het korte antwoord is: onzin’, schreef Riksen op LinkedIn.
Charlie Munger, Warren Buffetts langdurige partner, heeft sinds de afgelopen jaren herhaaldelijk private equity-firma’s beschuldigd van het manipuleren van cijfers om zo investeringen aan te trekken. ‘Alles wat ze doen is een beetje liegen om het geld binnen te krijgen’, zei Munger in 2019. Buffetts reactie op Mungers bewering was bondig: ‘Ja, dat vat het samen’. Munger overleed eind november op 99-jarige leeftijd.
Relevantie van IRR betwist
Het gebruik van IRR als meetinstrument ligt ook onder vuur van academici, waaronder Ludovic Phalippou, Financial Economics professor in Oxford. De lage volatiliteit en het risico geassocieerd met private equity is, betoogt hij, in veel gevallen een illusie – een sentiment dat door velen in de academische financiële gemeenschap wordt gedeeld.
In plaats van de door KKR geprojecteerde 25,5 procent, schat Phalippou dat 12,3 procent per jaar een “redelijk nummer is om mee te werken” bij het beoordelen van KKR, zo rekent hij voor. ‘Hopelijk zullen mensen begrijpen dat een IRR absoluut niets te maken heeft met een rendement, en volkomen nutteloze informatie is’, zei hij.
Private equity-fondsen berekenen de IRR door te projecteren dat de opbrengsten uit de vroege verkoop van portefeuillebedrijven zullen aanhouden gedurende de typische levensduur van het fonds van acht tot tien jaar. Deze benadering moedigt PE firma’s aan om beleggingen relatief vroeg over te doen aan andere beleggers.
Volgens Riksen roepen de cijfers van KKR een fundamentele vraag op. ‘De echte vraag is niet of KKR hogere rendementen heeft gehad dan Buffett. De echte vraag is waarom financiële mensen onzin tolereren. Waarom zwijgen de vele PE-mensen die zeggen integer te zijn?’ vraagt hij zich af.
Investeringssucces meten
Rendementen zijn belangrijk, maar niet de enige maatstaf voor investeringssucces. Risico, ethische overwegingen en de bredere impact op belanghebbenden zijn steeds kritischere factoren die beleggers in overweging nemen. Naarmate dit debat doorgaat, ligt de verantwoordelijkheid bij zowel beleggers als bedrijven om de echtheid van de prestatiegegevens die investeringsbeslissingen aansturen, kritisch te beoordelen.
Tegen de achtergrond van industriële discussies over het openstellen van private equity-markten voor retailbeleggers, met nieuwe producten zoals de tweede generatie Europese langetermijninvesteringsfondsen, of Eltifs, verdienen claims als die van KKR met scepsis te worden behandeld. Uiteindelijk gaat het niet alleen om het verslaan van benchmarks of legendarische beleggers; het gaat om het bevorderen van een cultuur van transparantie en integriteit die de kernwaarden van de investeringsgemeenschap ondersteunt, en die daarmee ook het vertrouwen van beleggers niet beschaamt.