Foto
pexels-olly-3768140.jpg

Wealth managers scoren wereldwijd een buitengewoon hoge klanttevredenheid, maar bijna een derde van die klanten denkt de komende jaren toch van wealth manager te wisselen. Meer specialistische dienstverleners zijn dan favoriet.

Dat blijkt uit het 2025 EY Global Wealth Research Report dat deze week verscheen. Het betreft een eind 2024 gehouden survey onder ongeveer 3.600 vermogende klanten van wealth managers, in dertig landen, met minimaal een vrij belegbaar vermogen van 250.000 dollar.

De grote lijn is dat wereldwijd klanten van wealth managers zeer tevreden zijn met de producten en dienstverlening die hen worden geleverd (net als twee jaar geleden, toen de vorige editie van dit onderzoek werd gepubliceerd). Over het algemeen zegt rond de 80 procent of meer van de ondervraagden geen of weinig klachten te hebben. Desondanks maken zij zich in toenemende mate zorgen of dat nog wel voldoende is. Het management van hun rijkdom ervaren zij namelijk als steeds complexer wordend. De meest genoemde factor daarbij is de volatiliteit op de financiële markten, en de geopolitieke omstandigheden die daaraan ten grondslag liggen.

Voorbereid

Een derde van de deelnemers aan het onderzoek zegt zich – verwijzend naar die toegenomen complexiteit – niet goed voorbereid te voelen op wat komen gaat en 29 procent van alle ondervraagden trekt daaruit de conclusie dat ze de komende drie jaar op zoek gaan naar een andere (primaire) wealth manager.

Boudewijn Chalmers, partner wealth & asset management van EY en een van de samenstellers van het rapport (foto): Boudewijn Chalmers‘De zorgen zitten soms diep en een op de vijf klanten zegt dat hun adviseurs die zorgen niet proactief adresseren. Men geeft aan behoefte te hebben aan intensiever contact en aan een minder generalistische benadering. Het gevolg is dat men dan meer de gespecialiseerde wealth managers opzoekt, die een meer persoonlijke benadering hebben.’

Die trend is al enige tijd gaande, maar verloopt wel langzaam. Wereldwijd zijn universele banken met 21 procent nog steeds de meest genoemde primaire dienstverlener, maar dat percentage neemt af. Private banken (13 procent), onafhankelijke vermogensbeheerders (12 procent) en broker platforms (11 procent) rukken op.

‘Multihoming’

Die partijen worden ook steeds vaker als tweede, derde of vierde adviseur ingeschakeld. ‘Multihoming’ neemt toe, zo is de verwachting. Momenteel maken klanten gebruik van gemiddeld 2,3 wealth managers, waarbij wel opvalt dat ouderen (58+) met minder providers werken: 1,6. Chalmers stelt dat dit te maken heeft met de naderende vermogensoverdracht: ‘Dan wil je de complexiteit inperken en dat kun je onder meer doen door het aantal partijen dat voor je belegt beperkt te houden.’

Van alle deelnemers aan het onderzoek denkt 32 procent dat ze de komende drie jaar méér wealth managers zullen inschakelen dan nu. Dat zijn dus vooral de jongeren: van de Millenials denkt zelfs 69 procent dat het aantal partijen de komende drie jaar zal toenemen. De omvang van het vermogen is een tweede factor: in de categorie UHNW zeggen álle respondenten een toename te verwachten.

Daarnaast verschilt het aantal wealth managers ‘per persoon’ ook per regio. In de regio Azië-Pacific is dat met 2,9 het hoogste, op de voet gevolgd door Latijns-Amerika met 2,7. In het Midden-Oosten volstaat men met 2,3 wealth managers en in Europa gaat het om 2,1 wealth managers gemiddeld. Noord-Amerika sluit de rij met 1,7.

Redenen voor overstap

Bij de keuze van een nieuwe (of extra) wealth manager is dan – niet onverwacht – de hoop op betere beleggingsprestaties de belangrijkste reden. Nu is 84 procent daar al heel tevreden over, maar gevraagd naar redenen om over te stappen zegt 50 procent toch dat de beleggingsresultaten dan zullen meetellen. Toegang tot een breder palet aan beleggingsproducten en -diensten is met 40 procent ook een veel genoemde reden. Daarna volgen een betere ervaring met digitale middelen en technologie (35 procent), een streven naar lagere kosten en fees (34 procent), een betere toegang tot specialismen zoals tax, legal en alternatives (33 procent) en meer hulp en heldere uitleg over hoe de eigen doelen te bereiken (31 procent).

Overigens is ook wat deze redenen betreft leeftijd een belangrijke onderscheidende factor. Heldere uitleg en meer hulp is voor ouderen niet zo belangrijk: 20 procent van hen noemt die factor, tegen 34 procent voor de Millenials. Ook de toegang tot andere specialismen is voor de ouderen niet zo belangrijk (18 procent) als voor de Millenials (39 procent). En datzelfde geldt voor de toegang tot het bredere palet producten en voor de ervaring met digitale middelen. Die digitale middelen zijn voor 42 procent van de Millenials belangrijk, tegen 21 procent voor de ouderen.

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No