Erik Christiansen, Scientific Beta
i-gMzXbDW.jpg

Steeds meer institutionele beleggers gebruiken klimaat-gerelateerde benchmarks om hun portefeuilles te ‘vergroenen’. Eenvoudige CO2-filters zijn de meest voorkomende toepassing. Aan ambitieuze benchmarks die voldoen aan het Parijse klimaatakkoord zijn ze nog niet toe, maar daar kan snel verandering in komen.

De meeste institutionele beleggers in Nederland met een ESG-beleid hebben dit geïmplementeerd door een CO2-filter toe te passen op hun passief belegde aandelenportefeuille, vertelt Lucienne de Bakker. Zij is projectmanager en onderzoeker bij VBDO, de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling. ‘Een CO2-reductie van de portefeuille is verreweg de meest voorkomende concrete doelstelling. Het is makkelijk te meten en te implementeren.’

Dit is ook de ervaring bij ERI Scientific Beta, een aanbieder van multifactor-indices voor met name pensioenfondsen. Inmiddels heeft een derde van het vermogen binnen de Scientific Beta indices die voor klanten op maat zijn gemaakt een filter waarbij de CO2-voetafdruk van de portefeuille met een bepaald percentage wordt teruggebracht, vertelt Erik Christiansen (foto) van de indexbouwer. 

Deze CO2-filters worden hoofdzakelijk gebruikt door Europese pensioenfondsen. ‘In de Verenigde Staten is dat een compleet ander verhaal, vooral als gevolg van belemmeringen op het gebied van regelgeving’, aldus Christiansen. Zo is president Donald Trump bezig met een wet die het pensioenfondsen moeilijker moet maken te beleggen in producten met een ESG-filter. ‘Dit kan nog veranderen wanneer een regering aantreedt die meer openstaat voor ESG-overwegingen.’

Ook bij ‘s werelds grootste indexaanbieder MSCI zien ze nog steeds de meeste vraag naar low-carbon indices. ‘We bieden sinds 2014 indices met een CO2-filter aan. Ze zijn nog steeds erg populair omdat het zo eenvoudig te implementeren is’, vertelt Veronique Menou, hoofd ESG Indices EMEA bij MSCI, aan FN/Institutioneel. 

Climate Change Index

Sinds anderhalf jaar heeft MSCI naast de Low Carbon Indexes ook zogenoemde Climate Change Indexes. Bij de samenstelling van die indices worden naast een carbon-filter ook andere factoren meegenomen, zoals de mate van blootstelling aan transitierisico’s en de mate waarin een bedrijf kan bijdragen aan de energietransitie. Onder meer het Deense pensioenfonds Pensam gebruikt sinds dit jaar de MSCI Climate Change Index als benchmark voor zijn wereldwijde passieve aandelenportefeuille. 

‘We zijn met die Climate Change Index begonnen, omdat onze klanten geïnteresseerd bleken in een holistische benadering bij het aanpakken van het klimaatprobleem’, legt Menou uit. ‘Een aantal klanten is inderdaad overgestapt van de Low Carbon Index naar deze nieuwe index. Daarnaast is er ook interesse in op maat gemaakte indices waarbij elementen van de Climate Change Index worden toegevoegd aan de bestaande Low Carbon Index.’

Maar het gaat hierbij om een kleine voorhoede, benadrukt Menou. ‘Bijna alle beleggers willen wel iets doen tegen klimaatverandering, maar de meesten zitten nog altijd in de verkenningsfase. Pas in een tweede stap gaan beleggers concrete klimaatdoelstellingen formuleren en een ook echt een strategie implementeren.’

De Bakker van VBDO ziet eveneens pensioenfondsen met de ambitie om een ambitieuzer klimaatbeleid te voeren, maar voorbeelden van Nederlandse pensioenfondsen die dat hebben geïmplementeerd in de vorm van een echte klimaatbenchmark kent ze niet. Het is slechts een kwestie van tijd tot dit gaat gebeuren, verwacht ze. ‘Pensioenfondsen zijn er naar op zoek om impact te hebben; dat kan via een klimaatbenchmark.’ 

Ook Nederlands grootste pensioenbelegger APG hanteert nog geen aangepaste klimaatbenchmark. ‘We sluiten niet uit dat die er ooit gaat komen, maar voor nu zijn we gefocust op het ontwikkelen van een concreet raamwerk dat aantoont hoe een portefeuille die in overeenstemming is met het klimaatakkoord van Parijs eruit moet zien’, vertelt een woordvoerder.

APG heeft zich gecommitteerd aan een klimaatneutrale portefeuille in 2050 en is mede-initiatiefnemer van het Net Zero Investment Framework: hierin staan principes en minimumvereisten voor CO2-doelstellingen in beleggingsportefeuilles en voor het investeren in klimaatoplossingen, zoals hernieuwbare energie, klimaatneutrale gebouwen en technologie voor efficiënte energie. 

Paris Aligned Index

Een benchmark die in overeenstemming is met het klimaatakkoord van Parijs is er inmiddels wel: MSCI had eind oktober de primeur met de lancering van een reeks van acht zogenoemde Paris Aligned Indexes voor de bekendste wereldwijde aandelenregio’s. De index van MSCI lijkt op de Climate Change Index, maar voldoet daarnaast aan de minimumeisen van de Europese Commissie voor een Paris Aligned Benchmark (PAB).

Dat houdt in dat er sprake moet zijn van een minimale CO2-reductie van 50 procent ten opzichte van een vergelijkbare niet-duurzame benchmark. Ook mag bijna niet worden belegd in olie- en gasbedrijven en in vervuilende elektriciteitsproducenten. Daarnaast moet de CO2-uitstoot van een PAB elk jaar met minimaal 7 procent worden teruggebracht. MSCI heeft een nog ambitieuzer doel: een jaarlijkse reductie van 10 procent.

Een laatste eis is dat ook indirecte emissies (zogeheten scope 3 emissies) gedurende een periode van vier jaar geleidelijk moeten worden meegenomen voor ‘energie-intensieve’ sectoren als olie en gas en transport. Maar daar wringt de schoen op dit moment nog. Volgens MSCI publiceert inmiddels 38 procent van de bedrijven scope 3 emissiedata, maar dat is volgens andere marktpartijen een te hoge schatting. Bovendien zijn die data niet altijd betrouwbaar, al is het maar omdat scope 3 emissies op verschillende manieren berekend kunnen worden.

Daarom moeten indexbouwers op een andere manier achter die data zien te komen. Scientific Beta heeft hiervoor consultancy ISS in de arm genomen. Christiansen: ‘Om de emissies te berekenen, gebruiken zij data die het bedrijf wel publiceert. Bij een oliebedrijf moet je dan bijvoorbeeld weten waar de olie die zij produceren vandaan komt. Olie uit de Noordzee of olie uit teerzanden maakt qua emissies nogal een verschil.’ 

Het berekenen van die scope 3 emissies blijft een lastige klus, en daarom neemt Scientific Beta de tijd met haar eigen Paris Aligned Index-serie. De lancering van die indices – waarbij ook de CO2-reductiedoelstellingen van bedrijven en het percentage van de omzet die een bedrijf haalt uit ‘groene’ producten en diensten wordt meegenomen – staat gepland voor medio 2021. ‘Zolang de beschikbare scope 3 data nog niet van voldoende kwaliteit zijn, gebruiken we ze liever niet’, aldus Christiansen.

Betrouwbare scope 3 emissiedata zijn noodzakelijk om groenwassen te voorkomen, weet ook Menou van MSCI: ‘De kwaliteit van de data kan inderdaad nog beter, maar ik denk dat we voldoende vooruitgang hebben geboekt om ze te kunnen gebruiken voor het samenstellen van onze index.’ 

Houd je factorblootstelling in de gaten
Beleggers moeten zich ervan bewust zijn dat een ESG-filter invloed kan hebben op de factorblootstelling van een beleggingsportefeuille. ‘Een CO2-filter en een voorkeur voor bedrijven met hogere ESG-scores betekent in de regel een hogere allocatie naar de factoren kwaliteit en wat wij high profitability noemen’, aldus Christiansen van Scientific Beta. ‘En het uitsluiten van sommige nutsbedrijven betekent een iets kleinere allocatie naar lage volatiliteit in vergelijking met onze standaard multifactor-indices.’

Dit artikel is geplaatst in de december editie van Fondsnieuws Institutioneel. 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No