Overstromingen, het Shell vonnis, de EU klimaatplannen: klimaatverandering komt naar u toe en wordt steeds meer een factor in investeringsbeslissingen. Hoe gaat u daarmee om? Kwantificering is lastig, maar dat maakt de kans voor fundamentele beleggers des te groter.
Dat schrijft Willem Schramade, oprichter van Sustainable Finance Factory, schrijver van het boek ‘Duurzaam kapitalisme’ en columnist van Fondsnieuws, in deze bijdrage. Schramade is één van de kennisexperts van Fondsnieuws die komende maandag op de 14e editie van het Fondsevent acte de présence geeft met een presentatie.
Hij analyseert de uitdagingen van de klimaattransitie aan de hand van 7 parameters.
1. Klimaatverandering is een veel groter probleem dan Covid
Covid zette de economie tijdelijk stil. Maar klimaatverandering is een nog veel omvangrijker fenomeen: het berokkent gedurende lange tijd heftige schade, kan landen onleefbaar maken en migratiestromen op gang brengen, met alle ontwrichting van dien. Mitigatie (de verandering afremmen) en adaptatie (bescherming) zijn allebei noodzakelijk en vereisen grote investeringen. Dat biedt kansen en risico’s voor veel bedrijven en landen.
2. Transities zijn vooral een maatschappelijke uitdaging
Klimaatverandering is naast een technische uitdaging vooral ook een maatschappelijke uitdaging die veel ontwrichting met zich meebrengt – of je het nou wel of niet aanpakt. Mensen moeten hun gedrag veranderen en er zijn kosten aan verbonden die niet automatisch eerlijk verdeeld worden. Een voorbeeld. Toen de Franse president Macron een belastingverhoging op benzine en diesel aankondigde, raakte dat de lagere middenklasse hard en braken de protesten van de gele hesjes uit. Dat was te voorkomen geweest als hij hen gecompenseerd had met bijvoorbeeld lagere inkomstenbelasting. Dat is politiek, zult u zeggen. Wat heeft dit met investeren te maken? Alles, want we zitten in een transitietijdperk waarin dit soort keuzes aan de orde van de dag is. Technologie, consumentengedrag en regelgeving zijn in flux.
3. De lange-termijn komt snel dichterbij
Die ontwikkelingen gaan sneller dan men denkt. Zie de teloorgang van kolencentrales. Zie het Shell vonnis. De auto-industrie is mooi voorbeeld van het samenspel van regelgeving, consumentengedrag en technologie. De steeds strengere emissie eisen dwingen fabrikanten om hun auto’s steeds schoner te maken. Een deel van hun leveranciers is spekkoper met innovatieve energie- en uitstoot besparende oplossingen. De opkomst van Tesla heeft dat proces versneld: elektrische auto’s bleken aantrekkelijk en de kosten van batterijen zijn hard gedaald. Benzine- en dieselauto’s worden waarschijnlijk per 2035 verboden maar zijn wellicht al ruim van te voren uit de markt geprijsd.
4. Ook kansen
Doorgaans ligt de nadruk op de risico’s van transities, maar ze bieden ook kansen. Het probleem van de een wordt vaak opgelost met de vindingen van de ander. Nieuwe innovatieve partijen komen op. Gevestigde partijen stribbelen tegen en proberen zich aan te passen. De een gaat daarin ten onder, de ander slaagt erin zichzelf opnieuw uit te vinden en wordt succesvoller dan ooit.
5. Niet-lineair & asymmetrisch
Het is te simpel om de blootstelling aan klimaattransitierisico puur aan de CO2 uitstoot van een bedrijf af te meten. Een bedrijf in een zwaar vervuilende industrie zoals aluminium kan juist profiteren van een hoge CO2 prijs. Dat komt doordat veel effecten niet-lineair en asymmetrisch zijn. Asymmetrisch in de zin dat dezelfde verandering niet iedereen op dezelfde manier raakt. En niet-lineair doordat kleine veranderingen grote effecten kunnen hebben, ook in een andere richting dan men denkt.
Neem deze fictieve mijnbouwbedrijven, waarvan de kostencurve nu en na een CO2 belasting zijn weergegeven. Zoals verwacht leidt de CO2 belasting tot hogere kosten en vermoedelijk tot lagere vraag – tenzij dit materiaal door de CO2 belasting aantrekkelijker wordt, zoals bijvoorbeeld voor aluminium geldt versus staal. Tegelijk stijgt de prijs door de hogere kosten en verandert de winstgevendheid op verschillende manieren: degene met de hoogste uitstoot gaat erop achteruit, degene met de laagste uitstoot gaat erop vooruit.
Kortom, er zijn ook ‘vieze’ bedrijven die winnen bij een CO2 prijs – als ze maar relatief schoon zijn. Omgekeerd geldt dat ook schone bedrijven kunnen verliezen als ze een concurrentienadeel oplopen.
6. Begrijp de mechanismes
Gezien het voorgaande is het belangrijk om de tweede orde effecten te doorgronden. Dus niet alleen: “hogere CO2 prijs=hogere kosten”, maar ook: met welke mechanismen vindt verandering plaats? Wat doet het met vraag en aanbod? Hoe zit het met de substitutie van producten? Hoe verschuiven kostencurves en wat betekent dat voor de waardeketens? Ofwel: wat doet het met concurrentieposities? Wie wint en wie verliest?
7. Data: mens + machine
Er is terecht veel aandacht voor data, maar ook data hebben beperkingen. Ze zijn vaak onbetrouwbaar en incompleet. Maar vooral: de data weet niet wat belangrijk is. Data ziet geen context en heeft geen intuïtie. In de meeste toepassingen is toch een mens nodig om uiteindelijk een beslissing te nemen. Zelfs in het nog redelijk overzichtelijke schaakspel, is mens+machine beter dan alleen machine of alleen mens. Dus zie data niet als een eindpunt maar als een middel voor besluitvorming.
Conclusie
Steeds meer vermogensbeheerders geven de CO2 footprint van hun portefeuilles en bieden producten aan met het label groen. Die ontwikkeling is positief voor de hoeveelheid informatie over duurzaamheid en een stap vooruit richting betere prijsvorming. Maar het is nog maar een klein stukje van de grote puzzel. Er is nog lang geen efficiënte markt voor investeringen die winnen in transities. En dat biedt kansen voor de investeerder die zijn huiswerk doet.
Willem Schramade is oprichter en eigenaar van Sustainable Finance Factory. Hij is auteur van het boek ‘Duurzaam kapitalisme’ en verbonden als onderzoeker aan de Erasmus University.