Olieopslagtanks
i-95m6Sz3-L.jpg

‘Een storm is op komst, het is een tragedie die aan de horizon verschijnt.’ Zo formuleerde Mark Carney, de gouverneur van de bank of England, recentelijk de mogelijke gevolgen van klimaatverandering.

Zijn toespraak, die veel weerklank vond in de financiële sector, kwam op een goed gekozen moment en bovendien op de juiste plaats.

Carney sprak eind september, tijdens een bijeenkomst van het Britse Lloyds - een verzekeraar waarvan de historie teruggaat tot 1688 en die alle stormen van de tijd heeft weten te doorstaan. Maar de ‘storm’ die nu op samenleving, bedrijfsleven en beleggers afkomt, kan de spreekwoordelijke ‘tragedie aan de horizon’ zijn.

Een voorbode daarvan kan het toenemend aantal extreme incidenten van klimaatverandering zijn. Was hiermee in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog 10 miljard dollar aan verzekeringsschade gemoeid, afgelopen decennium was dat gemiddeld per jaar al 50 miljard dollar.

Financiële stabiliteit bedreigd

Een probleem van klimaatverandering is dat het de (duur van de) cyclus van 2 tot 5 jaar overstijgt waar bedrijfsleven, politiek en centrale banken zich in bewegen, waarschuwt Carney. ‘Met andere woorden, als klimaatverandering eenmaal een thema is geworden voor financiële stabiliteit, dan kan het te laat zijn.’

Het is deze financiële stabiliteit die volgens de president van de Bank of England langs drie wegen wordt bedreigd: door fysieke risico’s die de waarde van financiële assets ondermijnen en doordat verzekeraars de geleden schade van hun verzekeringsnemers moeten vergoeden en door transitierisico’s. Dat laatste impliceert dat politiek en overheden op enig moment een C02-arme economie zullen afdwingen, die grote financiële risico’s met zich meebrengen voor bedrijfsleven, financiële sector en beleggers.

Dat toekomstperspectief staat eensklaps bovenaan de agenda van institutionele beleggers. Lang ontbrak het gevoel van urgentie, maar dat verandert nu razendsnel, zegt Frédéric Samama, plaatsvervangend hoofd voor institutionele klanten van het Franse Amundi. Directe aanleiding is de VN-conferentie over klimaatverandering die eind deze maand in Parijs plaatsvindt en waarvan langzaamaan toch het nodige wordt verwacht. Want de druk neemt van alle kanten toe. Zowel non-gouvermentele organisaties, bedrijfsleven als professionele beleggers eisen actie.

CO2-uitstoot wordt niet belast

Beleggers zien in klimaatverandering twee belangrijke risico’s voor hun investeringen. In de eerste plaats wordt C02-uitstoot nu niet belast en worden feitelijk subsidies op fossiele brandstoffen verstrekt. Als men daar mee stopt, dan zal dat dat de vraag naar energie met 4,1 procent per 2020 verlagen.

Daarnaast spreekt men van zogenoemde ‘stranded assets’: olievoorraden staan nu op de balans van energieconcerns. Maar als de wereldgemeenschap besluit de temperatuurstijging dit jaar tot 2,5 procent te beperken, dan moeten deze oliereuzen mogelijk een substantieel deel van hun activa afschrijven.

‘Dag des oordeels’

Institutionele beleggers proberen die ‘dag des oordeels’ voor te zijn, omdat het thema van klimaatverandering inmiddels als een wereldwijd systeemrisico wordt beschouwd. Om die reden hebben zij zich verenigd in de zogenoemde Portfolio Decarbonization Coalition (PDC), een initiatief dat gesteund wordt door de Verenigde Naties.


Deze coalitie, waartoe behalve grote Europese asset managers als Amundi en RobecoSAM en pensioenfondsen als Calpers en PPGM zich hebben bekend, heeft zich ertoe verplicht jaarlijks 60 miljard dollar aan CO2-uitstoot gerelateerde beleggingen af te stoten. In totaal beheren deze 100 partijen samen 7500 miljard dollar aan assets.

Samama legt de achtergrond van deze desinvesteringen uit. ‘Wij zijn lange termijnbeleggers en zijn nu tot het inzicht gekomen dat wij vanwege onze fiduciaire verantwoordelijkheid, onze doelstelling van winstmaximalisatie en risico-minimalisatie onze exposure moeten verlagen naar risico’s die met klimaatveranderingen samenhangen.’

MSCI Europe Low Carbon Leaders index

Om te voorkomen dat men niet door de gevolgen van klimaatverandering wordt verrast, heeft Amundi samen met het Zweedse nationale pensioenfonds CO2-arme indices ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld de MSCI Europe Low Carbon Leaders. 

Met een dergelijke index wordt het langere termijn CO2-risico verlaagd, zonder dat dat effect heeft op de korte termijn-marktexposure. Rendement kost deze aanpak de belegger niet, benadrukt Andersson. Deze Europese index heeft in de periode november 2010 tot en met september 2015 een rendement behaald van 9,44 procent per jaar tegen 8,62 procent voor de benchmark.

Mats Andersson, de topman van het Zweedse pensioenfonds AP4, beschouwt deze aanpak als een hedge tegen klimaatverandering. ‘Neem Volkswagen. De dieselfraude vindt zijn oorsprong tien jaar geleden, maar is nu pas geëxplodeerd. Stockpickers hebben die fraude al die tijd overleefd, maar ze hebben nu een groot probleem. Wat wij met deze aanpak doen is tijd kopen en onze risico-exposure reduceren.’

Toch hebben Andersson en Samama, die samen met Patrick Bolton hierover een belangwekkend artikel hebben geschreven (‘Hedging Climate Risk’), ambities die verder reiken. Zij willen dat hun aanpak mainstream wordt. Daartoe richten zij zich op methodes om transparantie te implementeren, zoals een footprint van CO2-uitstoot en best practices die maken dat de onderlinge concurrentie onder bedrijven in de richting van energietransitie wordt aangemoedigd.

Revolutie voor schone energie

Andersson: ‘Wij sluiten bedrijven uit op basis van duidelijk en transparante regels en moedigen ze zo aan de efficiëncy van hun milieuvriendelijke energie te vergroten, zodat ze weer terug kunnen in de index. Zo hopen we dat deze ontwikkeling spoedig mainstream wordt.’

Volgens Samama speelt de politiek in die ontwikkeling een alsmaar belangrijkere rol. Zo verplicht de Franse overheid  institutionele beleggers om de CO2-footprint in hun beleggingen openbaar te maken, terwijl centrale banken als die van China en Engeland ook bezig zijn om beleggers actief te mobiliseren in de strijd tegen klimaatverandering. Na het echec van de klimaattop in Kopenhagen in 2009, zou de VN-top in Parijs volgens Andersson zo maar eens het begin kunnen zijn van een succesvolle wereldwijde mobilisatie voor een revolutie van schone energie.

Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 25 november bij Het Financieele Dagblad is verschenen.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No