Pieter Aartsen, Knox
i-XrDwdhP-L.png

2021 wordt het jaar van de stoelendans om de zelfstandige vermogensbeheerders. Naast InsingerGilissen, Binck Bank en ABN Amro, staan twee nieuwe partijen in de startblokken om een aandeel in deze niche te bemachtigen: Van Lanschot Kempen en Knox, een “new kid on the block” dat met een coöperatiemodel de doelgroep naar zich toe hoopt te trekken.

De strijd om de dienstverlening aan zelfstandige vermogensbeheerders en asset managers in Nederland gaat een nieuwe ronde in nu de beoogde doelgroep zegt ‘zich bijzonder te storen’ aan de kwaliteit van de dienstverlening en de in hun ogen hoge, en veelal moeilijk in te schatten kostenload.

Een vermogensbeheerder zegt op voorwaarde van anonimiteit dat nagenoeg alle partijen in deze deelmarkt diensten aanbieden met een platform dat al lang niet meer state of the art is, en waar moederbedrijven en/of aandeelhouders niet meer fors in willen investeren. 

Verouderd platform

Pieter Aartsen (foto), de topman van Knox, herkent de kritiek. ‘Bij vrijwel alle aanbieders is al jaren geen sprake meer van modernisering van de infrastructuur.’ Volgens Aartsen kan dat ook niet, omdat alle banken werken met een ‘verouderd monoliet platform’ en de kosten van innovatie daardoor extreem hoog zijn.

Knox gaat de markt in met een ander platform en een ander verdienmodel. Het maakt gebruik van Blanco technologie dat modulair is opgebouwd, dat vervanging of verbetering van onderdelen mogelijk maakt. Bovendien bevindt het platform zich in de cloud, zodat de doorontwikkeling en vervanging volgens hem veel efficiënter is uit te voeren.

Achter Knox gaat datzelfde Blanco schuil, een fintech van initiatiefnemer Joost Walgemoed, die inmiddels meer dan 125 professionele vergunninghoudende klanten actief in wealth management heeft. In het geval van Knox vloeiden de ideeën van Walgemoed samen met een groep zelfstandige vermogensbeheerders die naar een alternatief zochten.

Coöperatie brengt partijen samen 

Een aantal van hen was ontevreden met de dienstverlening van bestaande depotbanken en besloot tot samenwerking in Knox, toen er een coöperatie van werd gemaakt waar zelfstandige vermogensbeheerders en asset managers lid zijn.

‘Het is de ledenvergadering die het laatste woord heeft’, vertelt Pieter Aartsen, die een professionele achtergrond heeft bij Kas Bank, Binck en Ohpen, en in 2019 betrokken raakte bij Knox. 

‘Ik heb de laatste 25 procent van dit initiatief uitonderhandeld met een groep vermogensbeheerders. Een uitdaging was dat je in belangen moet denken en je steeds moet afvragen wat willen de leden en wat is de balans daarin?’ In augustus 2019 werd de coöperatie opgericht.

Vergunning binnen handbereik

Daarna richtte Aartsen zich op het bijeenbrengen van werkkapitaal door leden te werven, vervolgens op het inkopen van diensten, zoals bij voorbeeld de technologie van Blanco, de brokerage en de bewaring van effecten. ‘Daarna zijn we de vergunning bij de toezichthouder gaan aanvragen. Dat duurt lang, wat niet onbegrijpelijk is. We hebben immers iets nieuws opgezet.’ Aartsen hoopt de vergunning van de AFM in het eerste kwartaal van 2021 te krijgen. Onmiddellijk daarna wil Knox live gaan. 

Er hebben zich inmiddels 17 leden bij de coöperatie Knox aangemeld. Wie het zijn wordt door Knox niet kenbaar gemaakt. Maar algemeen bekend is dat bij voorbeeld Mercurius Vermogensbeheer één van de aangesloten partijen is. Daarnaast wordt samengewerkt met bewaarbedrijf BNP Paribas Services en broker AFS.

Aartsen verwacht dat meer marktpartijen zich bij Knox zullen aansluiten voordat de vergunning is verkregen. Bij Knox gaat vrijwel alles automatisch en elektronisch, van client onboarding, KYC, AML en de beleggingsadministratie tot de brokerage, wat niet van alle aanbieders te zeggen is. 

Hij stelt dat Knox naar zijn oordeel zeer transparant is in haar opzet. ‘De leden kunnen zien welke financiële middelen worden aangewend voor kantoor en personeel, en alle ingekochte diensten worden zonder winstopslag doorbelast aan de leden.’ De coöperatie heeft geen winstoogmerk. Om lid te kunnen worden, betalen leden voor hun lidmaatschap 4.750 euro en een kapitaalstorting van 10.000 euro - een storting die ze terugkrijgen als ze hun lidmaatschap opzeggen. Aartsen beweert dat de kosten voor vermogensbeheerders tot wel de helft goedkoper kunnen zijn ten opzichte van andere marktspelers.

‘Het is toch geen core business?’ 

De topman van Knox vertelt dat alleen vermogensbeheerders lid kunnen worden van de coöperatie, die onder toezicht van AFM of DNB staan. Het aantal zelfstandige vermogensbeheerders wordt nu in Nederland geschat op tussen de 120 en 140, met een totaal beheerd vermogen van naar schatting 35 miljard euro. De consolidatie die in dit segment van de markt plaatsvindt, ziet Aartsen niet als een probleem: ‘het aantal spelers kan kleiner worden, naar niet het aantal onderliggende eindklanten.’ 

Aartsen erkent dat het bericht van de overgang van Ronald van Barneveld en Peter Klijn - twee kopstukken van InsingerGilissen Services - naar Van Lanschot Kempen hem heeft verbaasd. ‘Voor Van Lanschot Kempen is dit toch helemaal geen core business?’

Richard Bruens, de topman van de private bank van Van Lanschot Kempen, ziet dat anders. Hij zegt in een reactie: ‘We gaan de concurrentie aan, ook met InsingerGilissen, ABN Amro en Binck. We doen dat met een full service en persoonlijk model. Een goed digitaal platform met de bekende hoge kwaliteit en persoonlijke dienstverlening van Van Lanschot Kempen.’ De bank zegt in het derde kwartaal van 2021 met haar dienstverlening aan deze doelgroep te willen beginnen. 

In het nieuwe jaar zal de muziek voor de eerste ronde voor deze stoelendans ongetwijfeld uit de luidsprekers knallen. 

De context: pakweg twee jaar geleden werd de Fondsnieuws-redactie zich bewust van de kritiek die onder vermogensbeheerders leeft over depotbanken. Dat was het geval na afloop van een masterclass over ondernemerschap die plaatsvond in het kader van de zogenoemde Investment Management Club (IMC), die Fondsnieuws heeft opgezet om deze doelgroep met kennis- en netwerkbijeenkomsten te bedienen. Meerdere vermogensbeheerders verklaarden toen dat zij ontevreden waren met de dienstverlening van diverse aanbieders. Er werd geopperd om een eigen depotbank, inclusief een platform, op te zetten. Die discussie werd in de weken en maanden daarna - buiten het zicht van Fondsnieuws - voortgezet.  

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No