Mag een obligatie voor een windpark groen heten? Ook als die wordt uitgegeven door een energiemaatschappij die vooral in kernenergie zit? En hoe zit het met obligaties voor een waterkrachtcentrale?
Is die wel groen als daarvoor grote stuwmeren worden aangelegd? Dat is het soort vragen waar de markt voor groene obligaties mee worstelt.
Die markt is in 2014 sterk gegroeid, vooral doordat steeds meer bedrijven groen schuldpapier uitgeven. Maar met de komst van ondernemingen neemt ook de kritiek toe. Critici plaatsen vraagtekens bij de ‘groene’ bestemming die bedrijven het opgehaalde geld geven. Zij waarschuwen voor ‘greenwashing’, oftewel het onterecht gebruiken van het label groen.
Het idee achter een groene obligatie is dat de opbrengst ervan specifiek wordt geoormerkt voor investeringen die leiden tot een beter milieu. ‘Het zijn gewone obligaties met een groene bonus’, in de woorden van non-profitorganisatie Climate Bonds Initiative. Supporters van deze markt hopen dat de opkomst van groen schuldpapier zal helpen het klimaatprobleem op te lossen.
Snelle groei
De markt voor groene obligaties staat nog in de kinderschoenen, maar groeit snel. Het totaal bedrag aan uitstaand schuldpapier loopt dit jaar naar schatting op tot 40 miljard euro, een verdrievoudiging ten opzichte van 2013. Deskundigen verwachten dat de markt volgend jaar doorgroeit naar 100 miljard euro.
Vooralsnog zijn groene obligaties echter niet meer dan een druppel in de oceaan. Zo had de markt voor bedrijfsobligaties alleen in 2013 al een omvang van omgerekend 29.600 miljard euro, aldus de koepel van markttoezichthouders Iosco.
Toch trekt de groene obligatiemarkt steeds meer aandacht. Inspelend op de snelle groei hebben verschillende banken dit najaar een index voor groene obligaties gelanceerd. Eind oktober kwam Bank of America Merrill Lynch met een index en enkele weken later volgde de Britse bank Barclays in samenwerking met dataverzamelaar MSCI.
Daarmee kunnen de banken geld verdienen, maar het helpt ook om duidelijke, breed geaccepteerde standaarden te bepalen voor groene obligaties.
Geen heldere definitie
Het ontbreken van heldere definities kan een belemmering voor de markt zijn op weg naar volwassenheid. Dat is dit jaar nog eens extra duidelijk geworden nu ook bedrijven voor het eerst in groten getale de markt hebben betreden.
Voorheen waren het vooral internationale instituten zoals de Wereldbank en investeringsbanken die groen schuldpapier uitgaven. ‘Bij hen was greenwashing niet echt een punt van discussie, omdat zij een goed beleid hebben voor het kiezen van hun investeringen’, zegt Julia Haake van de Duitse kredietbeoordelaar Oekom.
‘Beleggers vertrouwden erop dat hun geld in echt groene projecten werd gestoken.’ Bedrijven worden minder vertrouwd. ‘Sinds zij op de markt zijn gekomen, horen we beschuldigingen dat hun projecten niet echt groen zijn.’
Sustainalytics
De vraag is nu wie uiteindelijk bepaalt welke obligaties groen zijn. ‘Oordelen van specialistische kredietbeoordelaars als Sustainalytics kunnen daarbij helpen’, zegt obligatiespecialist Evertjan Manuels (Rabobank). ‘Maar uiteindelijk is het aan de markt om dat te bepalen. Beleggers kunnen zelf kiezen of ze een obligatie wel of niet kopen.’
Haake waarschuwt daarbij dat bedrijven, om beschuldigingen van greenwashing te vermijden, zich zo transparant mogelijk moeten opstellen richting beleggers. Ze dienen geregeld te rapporteren over de voortgang van de investeringen en het beheer van het geld.
Dat is ook de kern van de zogenoemde ‘green bond principles’, richtlijnen voor uitgevers van groene obligaties, die dertien banken — waaronder Rabo en ING — eerder dit jaar hebben opgesteld.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 16 december 2014