‘Politiek is de kunst om mensen te beletten zich te bemoeien met hun eigen zaken’, aldus Paul Valéry, Frans dichter en filosoof. Zijn uitspraak zullen sommige bestuurders van pensioenfondsen en hun fiduciairs onderschrijven nadat begin deze maand een motie over hun beleggingsbeleid werd aangenomen in de Tweede Kamer.
VVD-Kamerlid Thierry Aartsen vindt dat voor pensioenfondsen het realiseren van een koopkrachtig pensioen centraal moet staan bij het beleggingsbeleid. Als activisme een doel op zich wordt, wil hij dat toezichthouders moeten kunnen ingrijpen. Duurzaam beleggen door pensioenfondsen wordt zo bestempeld als ‘activistisch’ beleggingsbeleid.
Investment Officer inventariseerde de reacties in de sector. Krijgt pensioenbeleggen een politiek tintje? Om te beginnen geeft Aartsen meer uitleg in een artikel op LinkedIn, waarin hij stelt dat ‘pensioenbestuurders en journalisten/columnisten soms wel een hele korte bocht namen met hun mening over mijn motie’. Hij benadrukt vooral dat deelnemers in een pensioenregeling geen keuzevrijheid hebben, met als gevolg dat er geen meerderheid van stemmen is die het beleid van een fonds bepaalt. Hij is naar eigen zeggen geen tegenstander van ‘groen’ beleggen, maar wil als harde voorwaarde stellen dat dit niet ten koste mag gaan van rendement voor de deelnemers. ‘Het uitsluiten van hele sectoren om ideologische redenen in plaats van economische redenen, druist daar per definitie tegen in.’
‘Aartsen creëert schijntegenstelling’
Een belronde langs fiduciairs en asset managers leert dat ‘geen commentaar’ een populair standpunt is in deze discussie. Het gevoelige punt dat de motie Aartsen lijkt te raken is dat - ondanks de grote voorkeur voor duurzaam beleggen en impactfondsen in de sector - de discussie of er niet te veel groene sier gemaakt wordt met andermans (pensioen)geld de kop blijft opsteken. Berichten zoals recentelijk over de underperformance van PFZW van hun SDG-aandelenmandaat helpen daar niet bij.
SPIL, het Sustainable Pensions Investment Lab, neemt gezamenlijk stelling en doet een oproep aan de politiek om te erkennen dat Aartsen met zijn motie een schijntegenstelling creëert. De gezichten van SPIL zijn vertegenwoordigers van grote pensioenfondsen en asset managers, waaronder PGGM, ABP, PME en Achmea IM. In hun statement ‘geen activisme maar realisme’ maken zij duidelijk dat uitsluiten wat hen betreft niet valt onder activisme: ‘Blijven investeren in bedrijven die onderhevig zijn aan transitierisico’s omdat ze bijvoorbeeld erg vervuilend zijn, brengt ons toekomstige pensioen in gevaar. Ook op systeemniveau zijn er risico’s op de lange termijn voor het rendement.’
Zij vinden dat pensioenfondsen verder moeten kijken dan kortetermijnrendementen en beroepen zich op de prudent-person-regel. Deze heeft als doel dat ‘beleggingen van een pensioenfonds in het belang van de deelnemers zijn, en daarmee een goed rendement waarborgen gegeven alle relevante risico’s’. ‘Klimaat en milieurisico’s beheersen is simpelweg verstandig risicomanagement en heeft dus niets te maken met activistisch beleggen’, aldus SPIL.
Voorzitter van de pensioenfederatie Ger Jaarsma zegt desgevraagd: Langetermijnrendement – en daarmee een goed pensioen – staat bij pensioenfondsen voorop. En dat geldt ook voor fondsen die vooroplopen op het gebied van duurzaam beleggen.’ Verder lijkt de pensioenfederatie weinig energie aan de motie Aartsen te willen besteden. Op de vraag of de sector zich zorgen moet maken is het commentaar: ‘Nee, fondsen gaan door met het beoordelen van beleggingen op rendement, risico, kosten en duurzaamheidsfactoren. Ze blijven daarbij verder kijken dan vandaag en morgen.’ Dit sluit aan bij DNB, die in het FD meldde dat fondsen hun eigen beleggingsbeleid bepalen volgens de pensioenwet. Onderdeel daarvan is dat ze in hun jaarverslag (verplicht) verantwoording afleggen over hoe hun beleggingen impact hebben op het klimaat, maatschappelijke factoren en mensenrechten.
ABP: bestuur beslist voor deelnemers
De pensioenfondsen zien het probleem dat Aartsen signaleert evenmin. Eric Uijen van PME vertelde in Nieuwsuur hoe het fonds in de discussie staat: ‘Iedere belegging in onze portefeuille is er om onze financiële doelstellingen te halen. Rendement staat daarmee op één, twee en drie. Als pensioenfonds hebben we te maken met kortlopende en heel langlopende verplichtingen. In ons beleggingsbeleid houden we daarom ook rekening met hoe de toekomst er uitziet. Het meenemen van duurzaamheidsoverwegingen in de uitvoering van het beleggingsbeleid is niet activistisch, noch ideëel. Het is realistisch en prudent.’
Ondertussen legt Harmen van Wijnen het op de website van ABP uit in gewone mensentaal terwijl hij zijn duurzame dilemma’s deelt. ‘Onze kerntaak is zorgen voor een goed pensioen. Dat gaat heel goed samen met een bijdrage aan een leefbare wereld.’ Hij ziet eveneens geen tegenstelling tussen duurzaam beleggen en een goed rendement. Maar deelnemers mee laten beslissen over het beleggingsbeleid? Dat niet: ‘We willen maximaal de stem horen van die groepen (werkgevers, werknemers en gepensioneerden, red.). Tegelijkertijd mogen de deelnemers erop vertrouwen dat het bestuur de belangen van alle deelnemers zorgvuldig weegt.’
Fiduciair: pensioenfonds bepaalt de koers
Wat vinden beleggers en fiduciairs? Achmea IM verklaart: ‘Wij zien goede mogelijkheden om maatschappelijke impact in samenhang met een goed rendement voor onze klanten te realiseren. Het is geen tegenstelling, maar juist aanvullend. Een pensioenfonds kan actief richting geven aan maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld door een bijdrage te leveren aan het oplossen van klimaatproblemen of woningnood. Daarbij zijn we ons goed bewust van het belang om de (toekomstige) koopkracht op peil te houden.’
Politiek stelling nemen is iets wat aan de klant wordt overgelaten: ‘We rapporteren aan onze pensioenfondsklanten, die uiteindelijk gaan over hoe zij willen beleggen, op risico, rendement en impact. In veel gevallen is er overlap tussen deze drie punten en is de koers van een pensioenfonds eenvoudig. In de gevallen dat er lucht zit tussen deze drie onderdelen is het aan het pensioenfonds om een afweging te maken. Dat dat leidt tot discussies is prima, en onderstreept de maatschappelijk rol die pensioenfondsen hebben.’
Impactbelegger: stemmingmakerij
Kleinere, onafhankelijke partijen hebben minder moeite om te zeggen wat ze ervan denken. Gerard Roelofs van Impact Orange Partners zegt over de bemoeienis van de politiek met beleggingsbeleid: ‘De stelling dat duurzaam beleggen niet in het belang is van de participant en dat deze daarmee te weinig pensioen krijgt, is gewoonweg niet waar. Het is stemmingmakerij. Het rendement van de meest toonaangevende wereldwijde ‘ESG-gedreven indices’ (MSCI Paris Aligned, MSCI leaders ESG, MSCI SRI) outperformen de meest gebruikte index van de wereld: de MSCI World all countries.’
‘Duurzaamheid betaalt zich bovendien terug in minder toekomstige klimaatkosten, denk bijvoorbeeld aan CO2-belasting. Tenslotte zijn ESG-gedreven portefeuilles robuuster; ze zijn minder gevoelig voor rampen, in welke vorm dan ook.’ Roelofs concludeert: ‘Ik ben blij dat er meer en meer plek is in strategische modellen waarbij de (kwantitatieve) afweging tussen rendement, risico en impact duidelijker wordt. 3D-beleggen is wat we moeten omarmen, daar heeft alles een eigen ‘profiel’ en dat is prima. Wat niet prima is, is ongeïnformeerd een steen in het water gooien in de hoop politiek te scoren.’
Het rendement van de meest toonaangevende wereldwijde ‘ESG-gedreven indices’ (MSCI Paris Aligned, MSCI leaders ESG, MSCI SRI) die outperformen t.o.v. de meest gebruikte index van de wereld: de MSCI World all countries.