Een recente enquête van het CFA Institute onthult uiteenlopende meningen onder beleggingsprofessionals over de noodzaak van extra regelgeving voor private markten. Hoewel er duidelijke steun is voor betere governance en transparantie, verschillen de meningen over de ernst van de huidige problemen en de behoefte aan verdere regulering sterk.
De enquête, uitgevoerd door het Research and Policy Centre van het CFA Institute, richtte zich op aspecten zoals belangenconflicten, informatieasymmetrie, relaties tussen General Partners (GP’s) en Limited Partners (LP’s), transparantie, waarderingskwesties, vergoedingen en regelgeving.
Meerderheid ziet ruimte voor verbetering
Ongeveer 51 procent van de respondenten vindt dat de praktijken op de particuliere markt weliswaar verbeterd kunnen worden, maar dat er geen significante problemen of tekortkomingen in de markt zijn. Aan de andere kant ziet 24 procent substantiële problemen, terwijl 17 procent van mening is dat de particuliere markten goed functioneren.
Belangrijke zorgen van de respondenten zijn onder meer de frequentie en nauwkeurigheid van waarderingen, de vergelijkbaarheid en nauwkeurigheid van prestatiemaatstaven, en de eerlijkheid en transparantie van vergoedingen. De meningen over de onderhandelingsmacht tussen GP’s en LP’s zijn verdeeld: 41 procent vindt dat GP’s de onderhandelingen domineren, terwijl 38 procent het daar niet mee eens is.
Veel steun voor gematigde maatregelen
Uit de enquête blijkt ook een sterke steun voor bepaalde regelgevende maatregelen. 70 procent van de respondenten is voorstander van kwartaaloverzichten waarin kosten, uitgaven en prestaties van private fondsen gedetailleerd worden weergegeven.
Daarnaast steunt 79 procent jaarlijkse controles van financiële overzichten door onafhankelijke accountants, en 61 procent is voorstander van een fairness- of waarderingsverklaring voor secundaire transacties onder leiding van adviseurs.
Er zijn verschillen in mening tussen GP’s en LP’s over de informatieverschaffing omtrent vergoedingen en kosten. Terwijl 51 procent van de GP’s de huidige informatievoorziening voldoende vindt, is 58 procent van de LP’s het daarmee oneens.
Toezichthouders bezorgd
Centrale banken en andere regelgevers richten zich steeds meer op particuliere markten. Momenteel bevindt ongeveer een kwart van het wereldwijde beheerde vermogen zich in de alternatieve sector, waarbij private equity en private debt ongeveer de helft hiervan uitmaken, aldus Olivier Fines, CFA, hoofd research Emea van het CFA Institute.
De timing van dit rapport is bijzonder relevant, gezien de recente beslissing van de VS om de voorgestelde SEC-regels voor private fondsen in te trekken. Ongeveer 50 procent van de CFA-leden steunt meer regelgeving, maar pleit voor gerichte maatregelen die specifiek gericht zijn op vergoedingen, kosten en betrouwbare waarderingen.
Wereldwijde standaard
De resultaten van de enquête kunnen worden gezien als een oproep voor wereldwijde standaarden voor transparantie op particuliere markten. Wereldwijde regelgevers, waaronder de SEC, de Financial Stability Board, de European Securities and Markets Authority (Esma) en nationale regelgevers zoals de CSSF in Luxemburg, erkennen de noodzaak van betere regelgeving.
Verena Ross, voorzitter van de Esma, benadrukte in een recent interview met Investment Officer de “noodzaak om te kijken naar de juiste mix” van initiatieven uit de sector en beleidsmaatregelen die de behoeften van zowel professionele als particuliere beleggers in balans brengen. ‘Natuurlijk zijn kosten en vergoedingen daar één aspect van’, zei Ross. ‘De sector moet de juiste mix van kosten en prestaties vinden die beleggers in staat stelt het rendement te behalen dat ze nodig hebben om het een aantrekkelijk voorstel te maken.’
Lage rente gaf boost aan alternatieve beleggingen
De toegenomen aandacht voor particuliere markten volgt op een decennium van lage rentetarieven, die professionele beleggers naar deze markten duwden. ‘Ironisch genoeg gaf zelfs een paar jaar geleden niemand echt iets om de prestaties van private equity of hedgefondsen’, aldus Fines.
Of een belegger particulier of professioneel is, maakt niet zoveel uit als of zij de liquiditeitsbeperkingen, vergoedingen en complexiteit van de beleggingen begrijpen, voegde Fines toe. Veel particuliere klanten zijn al indirect blootgesteld aan particuliere markten, via pensioenfondsen die in sommige landen soms wel 35 procent in deze strategieën beleggen.
Krijgen trustees wel goed advies?
‘De vraag is dus of de trustees goed worden geadviseerd’, vraagt Fines. ‘Hebben we genoeg ervaring om deze beslissingen te nemen namens hun begunstigden? En als de transparantie ontbreekt, biedt het huidige bestuur dan het juiste niveau van onderhandelingsmacht tussen investeerders (LP’s) en managers (GP’s)? Op dit punt beginnen regelgevers zich ongemakkelijk te voelen, omdat ze zich afvragen of sommige beleggers via nevenafspraken betere voorwaarden krijgen dan anderen, of gunstigere exitvoorwaarden.’
Volgens Fines is de kern van het juridische debat in de VS de vraag of geavanceerde beleggers, zoals pensioenfondsen, betere voorwaarden of informatie moeten eisen van hun beleggingsbeheerders. De vraag is dan of het juist is om private markten te laten lijken op publieke markten, wat de crux was van de SEC-regels voor private fondsen.
Onbedoelde schade aan investeringsmodel?
‘Kunnen we, door de private sector meer op publieke markten te laten lijken, onbedoeld schade toebrengen aan het investeringsmodel dat in veel sectoren gangbaar is geworden, vooral in de technologiesector?’ vroeg Fines. ‘Het is niet zo eenvoudig als vaak wordt voorgesteld. Ja, we hebben meer informatie nodig, maar hoe meer je het bedrijfsmodel binnendringt, hoe meer je het verandert. Je vindt dus argumenten aan beide kanten.’
De CFA-enquête liep van 10 oktober tot 22 oktober 2023 en werd verstuurd naar een willekeurige steekproef van 60.000 leden van het CFA Institute wereldwijd. Er kwamen 848 geldige reacties uit verschillende markten, waaronder Australië, Canada, China, Duitsland, Hongkong, Nederland, Singapore, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.