De Europese Commissie wil dat er labels komen voor groene financiële producten. De eerste stap, is de ontwikkeling van een uniform classificatiesysteem, vertelt Claudia Kruse van APG AM. Zij is betrokken bij dit proces.
De Europese Commissie presenteerde in maart van dit jaar een stappenplan dat de financiële sector een grotere rol geeft bij de overgang naar een duurzame economie - een topprioriteit voor de Commissie. Want om de doelstellingen in het klimaatakkoord van Parijs te halen, is in Europa jaarlijks pakweg 180 miljard euro aan extra investeringen nodig.
Als eerste pakt de Europese Unie de definitiekwestie aan. Een uniform classificatiesysteem zal een eind maken aan de onduidelijkheid over wat duurzaam is en wat niet. Op basis hiervan zullen vervolgens Europese labels voor groene financiële producten komen.
Assetmanagers en institutionele beleggers krijgen er een aantal plichten bij, waaronder het rekening houden met duurzaamheid tijdens bij het beleggingsproces.
Het stappenplan is gebaseerd op de aanbevelingen van de ‘deskundigengroep op hoog niveau inzake duurzame financiering’. Deze groep bestond uit twintig ervaren deskundigen uit de financiële sector, van maatschappelijke organisaties en Europese en internationale instellingen. Een daarvan was Claudia Kruse, managing director wereldwijd verantwoord beleggen en ‘governance’ bij APG Asset Management. Zij staat aan het hoofd van de afdeling die het verantwoord beleggingsbeleid van alle klanten van Nederlands grootste pensioenuitvoerder met 474 miljard euro onder beheer, implementeert in de portefeuilles.
Hoe vond de selectie voor de deskundigengroep plaats?
‘Dat was op basis van inschrijving. Wij hebben ons voor de High Level Expert Group (HLEP) aangemeld omdat we vinden dat een duurzaam financieel stelsel en daarmee overkoepelende regelgeving werkelijk belangrijk is. Hierin werden we ondersteund door de andere spelers in de Nederlandse pensioenwereld. Eind 2016 kregen we te horen dat we door de selectie waren gekomen en begonnen de tweemaandelijkse vergaderingen. Iets meer dan een jaar later, in januari 2018, werd het eindrapport gepubliceerd. Inmiddels loopt er een proces om een technische expertgroep samen te stellen. Daarvoor ondersteunen wij twee andere goede kandidaten uit de Nederlandse pensioensector.’
Welke opdracht kregen jullie mee?
‘Behalve het verduurzamen van het financiële stelsel, moet er ook meer worden belegd in duurzame oplossingen. Want klimaatverandering is een risico voor de financiële stabiliteit en dus voor de welvaart op de lange termijn. Steeds meer toezichthouders, waaronder De Nederlandsche Bank, zijn daar inmiddels van overtuigd. De Commissie gaf ons “carte blanche” bij aanvang van ons advieswerk. We kwamen echter al vrij snel tot een aantal kernthema’s en zijn daarmee aan de slag gegaan. Deze waren: wat zijn je verplichtingen als belegger, hoe bepaal je wat duurzaam is, hoe kun je de particuliere belegger erbij betrekken en hoe kun je de link opzoeken met de reële economie.’
Kunt u een voorbeeld noemen van dat laatste?
‘Europa wil dat er meer belegd wordt in duurzame infrastructuur, in de transitie naar hernieuwbare energie. Wij als belegger willen dat ook. Dus als er betere stimulansen zijn om dat te kunnen doen, als er meer beleggingsmogelijkheden komen in de markt, is dat voor ons ook goed.
Een van de aanbevelingen in het rapport van de expertgroep gaat over duurzame infrastructuur. APG is een koploper op dit gebied en we beleggen hierin al heel lang. Veel van onze beleggingen in infrastructuur zijn in hernieuwbare energie, en die willen we graag uitbreiden. Wij hechten daarom grote waarde aan gestandaardiseerde contracten voor dit soort beleggingen, zodat het voor ons efficiënt is, helder. De Commissie is van plan om de technische en adviserende capaciteit voor duurzame infrastructuurprojecten verder uit te bouwen.
Maar dit gaat ook over plaats, in de zin dat het belangrijk is dat ook landen die niet een van de financiële centra in Europa zijn, een duurzame toekomst kunnen financieren. Door beleggingsmogelijkheden in die landen meer te standaardiseren, en meer zichtbaar te maken, maak je ze ook toegankelijker voor beleggers.’
Welke rol speelden de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties bij dit alles?
‘Aanvankelijk ging de aandacht in de groep vooral uit naar het bestrijden van de klimaatverandering. Maar naar verloop van tijd kwam daar de sociale dimensie bij. Dat hangt samen met de sociale ontwikkelingsdoelen van de VN uit 2015. Voor ons, maar ook voor anderen, vormen deze doelen een steeds belangrijker kader voor hoe we naar beleggingen kijken. Ook overheden gebruiken ze als referentiekader. Want goed onderwijs, of betaalbare gezondheidszorg is net zo belangrijk voor een duurzame economie als een leefbare wereld.’
De Europese Commissie wil verzekeraars en beleggingsonderne mingen ook de plicht opleggen om klanten te adviseren op basis van hun duurzaamheidsvoorkeuren. Wat houdt dit precies in?
‘Volgens het actieplan, zullen financiële partijen die advies geven de duurzaamheidsvoorkeuren van hun klanten in kaart moeten brengen. Dit wordt dan onderdeel van het klantproiel en draagt eraan bij dat klanten de juiste fondsen krijgen geadviseerd. Voor een adviserende partij is van belang dat deze weet welke beleggingsmogelijkheden er beschikbaar zijn die passen bij de duurzaamheidsvoorkeuren van klanten. Samen met andere Europese standaarden kan dit een behoorlijke “game changer” zijn.’
Wordt er wel hard genoeg doorgepakt om de doelen uit het akkoord van Parijs te halen?
‘Het gevoel van urgentie is er wel degelijk. Maar er moet nog sterker worden doorgepakt. Al in september 2017 heeft de Commissie aangekondigd dat Europese toezichthouders, zoals de Esma, zich sterker zullen inzetten voor het verduurzamen van het financiële systeem, wat de druk op de sector opvoert.
Daarnaast zijn er veel lokale initiatieven. Zo heeft De Nederlandsche Bank onlangs de eerste conferentie gehost van het Central Banks and Supervisors Network for Greening the Financial System. Allemaal vanwege de potentiële risico’s die ze zien voor de financiële stabiliteit.
Om het stappenplan van de Europese Commissie echter werkelijk tot een succes te maken zullen ook andere landen en organisaties erbij betrokken moeten worden zoals de G20 en moeten er wereldwijde standaarden komen die een gelijk speelveld creëren.
Tot slot hebben we als deskundigengroep steeds benadrukt dat het effectief beprijzen van CO2-uitstoot heel belangrijk is. Daarmee hang je een prijskaartje aan de nadelige gevolgen bedrijfsactiviteiten op de klimaatverandering waarmee het materieel wordt. Zover is het helaas nog niet.’