De Antwerpse impactinvesteerder Incofin lanceert een nieuw waterfonds om drinkbaar water te brengen naar rurale gebieden.
Paul Buysens is sinds begin dit jaar co-CEO van Incofin, nadat hij vier jaar COO was van de Antwerpse impactinvesteerder. Incofin haalde de voorbije maand nog het nieuws omdat het samen met andere investeerders bijna 40 miljoen euro investeerde in Sahyadri Farms Post Harvest Care, een Indiaas landbouwbedrijf dat andere landbouwers helpt om hun bedrijf te runnen op een meer rendabele en duurzame manier.
Onder de mede-investeerders zat ook Korys, het investeringsvehikel van de familie Colruyt. Het kapitaal van Korys, FMO, Proparco en Incofin is bestemd voor de verdere groei van het agrarische bedrijf. Sahyadri Farms wil zijn verwerkingscapaciteit voor op groenten en fruit gebaseerde producten uitbreiden, een biomassacentrale bouwen om met procesafval elektriciteit op te wekken en zijn infrastructuur, zoals pakhuizen, verder uitbouwen.
Het is niet de eerste keer dat Incofin en Korys samen in zee gaan?
‘Enkele jaren gelden beslisten we om een private equity-fonds in Indië te starten. Voor de oprichting van dergelijke fondsen zoeken we ook altijd cornerstones investors, die vanaf het begin meestappen in het verhaal en die ook andere investeerders kunnen overtuigen. Korys werd toen zo’n cornerstone investor. En toen we dit jaar zelf maar tien miljoen euro konden investeren in Sahyadri Farms Post Harvest Care, gingen we op zoek naar andere investeerders. Aangezien Korys al had aangegeven nog meer in India te investeren, was dat een logische investeerder.’
Welk type bedrijven financieren jullie met private equity?
‘Enkel bedrijven die al een rendabel businessmodel hebben, die winst genereren en die duurzaam zijn. Soms gaat het om kleine bedrijven – zoals landbouwcoöperaties – maar het kunnen ook ondernemingen zijn zoals microfinancieringsinstellingen. Onze ticket size varieert van 2 miljoen euro tot 10 miljoen euro.’
Het Incofin India Progress Fund spitst zich uitdrukkelijk toe op private equity-investeringen in India. Waarom deze focus?
‘India heeft een heel groot economisch potentieel. Driekwart van de bevolking is jonger dan 45 jaar. Als je naar het land reist en jonge Indiërs ontmoet, dan voel je dat er ook een echte cultuur is van ondernemerschap. We zien in het land ook heel veel kansen in de agrifood-industrie, want we zijn ervan overtuigd dat via technologische innovatie het land heel snel doorheen de voedingstransitie kan helpen. Daarnaast zien we ook opportuniteiten in de financiële sector, met zowel investeringen in microfinancieringsinstellingen als in bedrijven die de Indische sector van elektrische voertuigen financiert.’
Zitten er nog nieuwe fondsen in de pijplijn?
‘Later dit jaar zullen we nog een waterfonds in de markt zetten met de bedoeling om voor meer drinkbaar water te zorgen in de groeilanden. Twintig jaar geleden pionierden we met microfinanciering, tien jaar geelden pionierden we in de agrifood-industrie en nu willen we hetzelfde doen in de watersector. En dan is het niet de bedoeling om te investeren in de grote infrastructuurwerken, wat andere waterfondsen doorgaans doen. Maar het gaat dan echt om drinkwatervoorzieningen in afgelegen rurale gebieden, iets waar de private sector zich meestal niet om bekommert. Daar kunnen we echt nog pionieren.’
Zitten investeerders wel te springen om in dergelijke projecten onderaan de piramide te stappen?
‘Wij investeren enkel in ontwikkelingslanden en niet alle investeerders voelen zich daar 100 procent comfortabel bij. We investeren nu eenmaal in regio’s waar toch een zeker risico is. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk om geld op te halen bij investeerders. We moeten hen vaak nog altijd overtuigen om in ontwikkelingslanden te investeren en zo impact te genereren. Wel merken we dat de belangstelling voor impactinvesteringen de laatste jaren sterk gegroeid is. Het overtuigen gaat steeds vlotter.’
En staat daar een aantrekkelijk rendement tegenover?
‘Projecten moeten rendabel zijn, zodat we zelf winstgevend zijn en ook een mooi rendement kunnen bieden aan investeerders. Dat is evident. Maar de rendementsvraag is niet de juiste om te stellen aan een impactinvesteerder. “Hoe gaan jullie ons helpen om de wereld te bouwen waarin we willen leven?” Dat is de vraag waar het om gaat. De financiële wereld vertrekt nog altijd vanuit twee parameters: het risico en het rendement dat er tegenover staat. Wij willen daarentegen een derde parameter in het gesprek brengen, met name welke impact we kunnen genereren. Want dat zorgt net voor een extra dimensie.’