De houders van ledencertificaten hebben dinsdagavond met grote meerderheid hun goedkeuring gegeven aan een beursnotering van de certificaten. Vanaf 27 januari worden de certificaten verhandeld op de Amsterdamse beurs.
Ook niet-Raboleden kunnen dan deze effecten kopen en verkopen.
Tijdens de bijeenkomst op de Utrechtse bestuurscentrale van Rabobank hadden de leden wel scherpe kritiek op het stemrecht van de institutionele belegger die onlangs 40 miljoen certificaten heeft gekocht. ‘Dit is niet juist of we zitten hier voor spek en bonen’, aldus Jan Maarten Slagter, directeur van beleggersclub VEB en houder van ledencertificaten Rabobank.
Einde interne handel
Door de beursnotering komt er een einde aan de interne handel in de certificaten. Dit systeem was niet langer houdbaar vanwege het grote aanbod van certificaten afgelopen jaar. De certificaten tellen mee voor het eigen vermogen van de bank.
De leden hadden het gevoel dat ze door het hoge aantal stemmen van de institutionele belegger, die werden uitgeoefend door de Stichting Administratiekantoor van Rabo, eigenlijk geen invloed konden uitoefenen op de vergadering.
‘We moeten stemmen over een aanpassing’, aldus Slagter, ‘maar een partij die certificaten van certificaten van certificaten heeft gekocht, kan ook invloed uitoefenen.’ ‘Dit is niet chic’, aldus één van de leden. ‘Dit had van tevoren gemeld moeten worden’, aldus een andere houder van ledencertificaten.
Volgens Bert Bruggink, financieel bestuurder van Rabo, was dit bij het begin van de vergadering aangegeven. Bovendien stond het in het prospectus. Eén van de houders pleitte ervoor de stemmen van de institutionele belegger apart te administreren.
Institutionele belegger
De institutionele belegger, waarvan de naam niet werd gegeven, heeft de ledencertificaten in december gekocht. Rabobank plaatste toen de certificaten middels de uitgifte van zogeheten overgangscertificaten. In totaal ging het om certificaten met een totale nominale waarde van 1 miljard. Deze waren door leden in november aangeboden.
Met de verkoop aan een institutionele belegger hoefde Rabobank dit overaanbod van certificaten niet in te trekken, waardoor ook het eigen vermogen niet afnam.
Enkele houders van certificaten lieten duidelijk blijken dat er vrees bestaat dat de belangen van de particuliere certificaathouders bij een beursnotering ondersneeuwen vanwege de toetreding van institutionele beleggers.
Eén van de leden stelde een aparte commissie voor, maar dat werd door Bruggink afgewezen. ‘We willen de traditie van de jaarlijkse vergadering voortzetten. Daar kunt u zich blijven uiten.’ Hij voegde er aan toe dat 80 procent van de certificaten in handen is van particuliere leden. ‘En ik hoop dat dit zo blijft.’
VEB-directeur Slagter vroeg om meer invloed in de benoeming van leden van het Administratiekantoor. ‘Ik dring aan op een rooster van aftreden, opdat deze vergadering vaker een nieuwe bestuurder kan aanwijzen.’
Slechte communicatie
Verder had Slagter kritiek op de communicatie rond de notering van de certificaten. Hij doelde daarmee op de verwarring rond de laatste handelsdag waarop leden nog in het oude regime hun certificaten konden aanbieden. Velen dachten dat dit november was, maar het bleek december. Een deel van de leden kon hierdoor in hun afweging niet de aankondiging meenemen van de beursnotering.
Slagter pleitte ervoor deze leden nog één gelegenheid te geven tegen de nominale koers van 25 euro te kopen. Bruggink wees dit echter af, omdat er in december al een extra handelsdag is geweest. Volgens Bert Bruggink bestaat er onder institutionele beleggers een ‘overweldigende belangstelling’ voor de certificaten van Rabobank. Dat is volgens hem gebleken tijdens een roadshow die de institutionele belegger heft gehouden. Deze belegger wil de 40 miljoen certificaten doorplaatsen. Volgens hem kwam de koers bijna uit op 110 procent van de nominale waarde.
Bruggink wees op het belang van institutionele beleggers voor het Nederlandse bankwezen. ‘Het gat tussen wat Nederlanders hebben geleend en wat ze aan vrije middelen hebben, wordt door hen gefinancierd.’
Gunstig voor leden
Bruggink benadrukte dat de beursnotering in het voordeel van de leden is. Door de beursnotering zal de verhandelbaarheid aanmerkelijk verbeteren, aldus Bruggink. Ook is er een veel bredere markt is. ‘Feit is dat er veel vraag is bij institutionele beleggers voor Rabobank-papier in het algemeen.’
De financieel bestuurder zei dat Rabo een traditie heeft dat aanpassingen van de voorwaarden van bij de ledencertificaten voor de houders meestal gunstig zijn geweest. Ledencertificaten zijn in 2000 voor het eerst geïntroduceerd. Hiermee kreeg Rabo naast ingehouden winsten een extra bron van eigen vermogen.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 15 januari 2014