Ook al zijn er dit jaar geen vorderingen gemaakt richting een Europese kapitaalmarktunie, toch is William De Vijlder, ex-hoofdeconoom van BNP Paribas, gematigd optimistisch over de uitbouw van een sterker financieel Europa. Vier baanbrekende rapporten van afgelopen jaar geven volgens hem de marsrichting aan.
Voor De Vijlder, die in september afzwaaide als hoofdeconoom van BNP Paribas, mag de EU heus meer communicatie-inspanningen doen om die analyses tot bij een ruimer publiek te brengen. ‘Is er wel voldoende bewustzijn bij het grote publiek over de uitdagingen voor onze toekomstige welvaart? Want dat is waar die rapporten uiteindelijk om gaan. De Europese Centrale Bank (ECB) slaagt er wél in frequent en duidelijk te communiceren, waarom zou dat dan niet lukken voor het bredere Europese economische beleid? Het gevaar van onwetendheid is dat men in de lidstaten gaat zeggen: “We doen het beter zelf en laten Europa links liggen”. Wat een complete illusie is.’
1. Het Draghi-rapport
Voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi presenteerde in september zijn langverwachte rapport over de concurrentiekracht van de Europese economie.
‘De vraag is: hoe kunnen we de welvaart die we hebben, in stand houden in een wereld die heel verschillend is van 25 à 30 jaar geleden? Draghi’s boodschap is alvast duidelijk: zonder productiviteitsgroei gaan we stagnatie kennen’, vat De Vijlder samen. ‘Met de nadruk op groei, dus het behoud van het huidige niveau volstaat niet.’
‘Interessant is dat hij inziet dat de heterogeniteit van de sectoren enorm is. Daarom heeft hij ook zoveel bladzijden nodig. Er zijn dus grote verschillen per sector: terwijl de ene floreert, zit de andere in een diepe crisis door de concurrentie van elders in de wereld. Het beleid moet daar telkens anders op reageren.’
‘Als Draghi zegt: “Let op, of we krijgen stagnatie”, dan moeten we daar bij stilstaan. Het gaat om welvaart creëren voor de toekomstige generaties. De kapitaalmarktunie (capital markets union of CMU), waarover nu al een jaar of tien gepraat wordt, is daar een belangrijk onderdeel van. Als een startup geen durfkapitaal in Europa vindt, trekt zo’n beloftevol bedrijf elders naartoe. Maar dan wordt er hier geen nieuwe welvaart gecreëerd en wordt de belastbare basis alsmaar smaller.’
‘Ik zeg altijd: “De groei is lokaal, maar de rente is globaal”. Daarmee bedoel ik: we moeten binnen de internationale context kijken wat we zelf binnen de eurozone kunnen doen om gezinnen een bepaald welvaartsniveau te geven, wetende dat de langetermijnrente in grote mate door mondiale factoren wordt bepaald. Je kunt voor economische groei niet elk jaar alleen maar rekenen op de groei van de handelsoverschotten met het buitenland, want die zouden dan jaar na jaar moeten toenemen.’
2. Het Noyer-rapport
Terwijl het Draghi-rapport de voorbije maanden druk bediscussieerd werd in financiële middens, was de belangstelling voor het rapport over zo’n kapitaalmarktunie van een groep rond Christian Noyer (ex-gouverneur van de Banque de France) veel kleiner.
‘Het rapport van Noyer kreeg zelfs in de financiële pers weinig aandacht, laat staan in de algemene pers. Het is nochtans een heel interessant rapport over wat we kunnen doen om de financiering van de Europese economie vlotter te krijgen’, zegt De Vijlder lovend.
‘Om het belang van een CMU tastbaarder te maken, heb ik zelf al eens met het idee gespeeld om elk jaar de kosten van het ontbreken van zo’n CMU te berekenen. Dat is in theorie perfect mogelijk, je simuleert de hogere financieringskosten waar bedrijven mee kampen als gevolg van de gefragmenteerde Europese financiële markten.’
3. Het Letta-rapport
Ook interessant leesvoer volgens De Vijlder, is het rapport van Enrico Letta, over de Europese eenheidsmarkt. Letta, net als Draghi een voormalig premier van Italië, pleit daarin voor een soort herontdekking van wat lang de hoeksteen was van het EU-project. Oftewel: meer handel binnen een eengemaakte markt met zo weinig mogelijk nationale belemmeringen.
4. Tirole en co
In dezelfde periode als de overheidsrapporten van Noyer en Letta, april-mei 2024, verscheen ook een belangwekkend niet-overheidsrapport over de zwakke prestaties van Europa in de wereldwijde innovatierace. Bij de auteurs zitten bekende namen als Nobelprijswinnaar Economie Jean Tirole en Daniel Gros (CEPS).
De Vijlder: ‘Waarom hinkt Europa achterop op het vlak van innovatie? De studie kwam tot een interessante conclusie: Europa zit vast in een middletechnology-val. Het is niet dat er te weinig geld in onderzoek & ontwikkeling geïnvesteerd wordt in Europa, maar de investeringen gaan te veel naar midtech-activiteiten zoals de automobielindustrie. Wat Europa meer zou moeten doen, is investeren aan de uiterste technologiegrens, de cutting edge met de echt baanbrekende uitvindingen. De Amerikaanse Magnificent Seven, die dankzij hun enorme cashflow van alles kunnen uitproberen qua innovatie, zitten precies daar.’
Conclusie: ‘Tijd voor actie’
‘De merite van al die rapporten is dat ze een overzicht geven van wat er allemaal schort. We weten wat we moeten doen. Nu is het tijd voor actie’, vindt de ex-hoofdeconoom en professor aan de UGent.
Duitsland en Frankrijk, de twee traditionele voortrekkers van het Europese project, zitten wel in een politieke crisis. Maar dat hoeft volgens De Vijlder niet tot permanente verlamming te leiden.
‘Politieke crises zijn tijdelijk en het grote voordeel is dat nieuwe verkiezingen, zoals binnenkort in Duitsland, duidelijkheid kunnen scheppen. Bovendien zijn er andere landen die zich kunnen manifesteren, zoals Spanje, Polen en misschien zelfs Italië.’
‘We moeten opletten dat we niet aan “Europe bashing” doen’. Ja, de VS presteert economisch beter, maar is ook sterk gepolariseerd en heeft een enorm probleem van ongelijkheid. Europa staat voor veel uitdagingen, zoals de geopolitieke context, maar historisch gezien maakt het Europese project vooruitgang net wanneer er veel druk op de ketel zit.’
‘Als we er niet in slagen om innovaties in Europa te houden, hebben we een probleem. Europa heeft echter ook troeven en is bijvoorbeeld leidend op het vlak van duurzaamheid, zowel qua klimaatimpact als qua inclusieve groei.’
De Vijlder is, ondanks het oprukkende euroscepticisme, zelf relatief optimistisch over mogelijke vooruitgang van het Europese project. ‘Met het nieuwe mandaat voor Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen is er een element van continuïteit, wat tot een nieuwe dynamiek zal leiden. Op een recent congres in Frankfurt kwam ECB-voorzitter Christine Lagarde in haar speech met opvallend concrete voorstellen voor de kapitaalmarktunie. Dat maakt mij hoopvol dat er dingen gaan veranderen.’
Dit artikel is een vervolg op het eerder gepubliceerde interview met William De Vijlder: William De Vijlder blikt terug op 40 jaar economische golven: ‘We vergeten snel de woelige tijden’