Het wordt een drukke lente voor fonds- en vermogensbeheerders, nu voorgestelde wetswijzigingen als gevolg van duurzaamheidsregelgeving doorsijpelen. Branchevereniging Dufas spreekt van ‘een behoorlijke uitdaging’.
Begin augustus moeten Nederlandse vermogensbeheerders en fondshuizen stukjes wet voortkomend uit het Sustainable Finance pakket dan wel de Europese Green Deal hebben doorgevoerd in hun beleggingsproces en productaanbod.
Het gaat onder meer om de uitvraag naar duurzaamheidsvoorkeuren bij een klant, de implementatie van duurzaamheid in het beleggingsproces en het inbedden van duurzaamheidsprofielen en -risico’s bij nieuwe producten.
Een deel van deze wijzigingen zit in aanpassingen in Mifid, een deel in de icbe-richtlijn en de AIFMD. De Mifid-wijzigingen hebben met name impact op distributeurs in de retailmarkt. ‘Daar zit veel druk op en dat wil je goed doen’, stelt Randy Pattiselanno (foto) van branchevereniging Dutch Fund and Asset Management Association (Dufas) in een gesprek met Investment Officer.
Uit de Mifid-aanpassingen en de voorgenomen herziening van de richtlijnen van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (Esma) blijkt dat distributeurs vanaf augustus behalve de beleggingsdoelstelling, financiële situatie, risicobereidheid, kennis en ervaring ook de duurzaamheidsvoorkeuren moeten meenemen en beoordelen bij de geschiktheidstoets.
‘De geschiktheidsbeoordelingen bevatten doorgaans geen vragen over de duurzaamheidsvoorkeuren van cliënten, terwijl de meerderheid van de cliënten dergelijke voorkeuren zelf niet ter sprake zou brengen’, aldus de Europese toezichthouder in het concept.
Randy Pattiselanno stelt dat de uitvraag naar duurzaamheidsvoorkeuren in de Nederlandse markt niet geheel nieuw is. Maar wat wel nieuw is, is dat de beleggingsproducten die mogen matchen met deze voorkeuren moeten voldoen aan bepaalde wettelijk omschreven categorieën beleggingsproducten. Pattiselanno: ‘Het kan best dat beleggingen die nu gezien worden als duurzaam, als gevolg van deze wijzigingen niet meer voldoen aan de criteria en dus niet meer duurzaam blijken te zijn.’
Volledig werk is onmogelijk
De wijzigingen zijn een logisch gevolg van de door de Europese Commissie voorgestelde duurzaamheidsaanpassingen voor de financiële sector, maar de moeilijkheid is dat niet alle duurzaamheidsregelgeving tegelijk wordt doorgevoerd.
Fondshuizen, vermogensbeheerders en andere distributeurs kunnen daardoor de duurzaamheidsslag die voortvloeit uit de Mifid-wijzigingen onmogelijk in één keer goed en volledig doorvoeren, volgens Pattiselanno. De markt laat zich al langer kritisch uit over de afstemming van de tijdslijnen van de duurzaamheidsregelgeving. Pattiselanno: ‘Met de huidige stukjes regelgeving zie je dat heel goed naar voren komen.’
Als vermogensbeheerders vanaf augustus de duurzaamheidsvoorkeuren van klanten inwinnen, zijn er geen of onvoldoende beleggingsproducten voorhanden die beantwoorden aan deze voorkeuren. Het productaanbod dat voldoet aan de nieuwe wettelijke criteria is namelijk afhankelijk van data die voortvloeit uit de implementatie van deTaxonomie en SFDR level 2.
Deze data komt op zijn vroegst pas een jaar later beschikbaar. Dat maakt goede implementatie vrijwel onmogelijk. Pattiselanno:. De Europese Commissie had er dan ook goed aan gedaan om deze wetgeving uit te stellen. Het matchen van duurzaamheidsvoorkeuren met producten zal dus het grootste probleem zijn. Het verwachtingsmanagement rond het beschikbare productenaanbod bij retail-klanten is daarom erg belangrijk. Bij professionele klanten speelt dit minder. Een pensioenfonds weet vaak wel dat het aanbod van taxonomie-aligned beleggingen vrij beperkt zal zijn.’
Die moeilijkheid speelt eveneens bij asset managers, als ze de door FinDatEx nieuw ontwikkelde uitwisselingstemplates rondom duurzaamheid moeten invullen voor de distributie van hun producten. Pattiselanno: ‘Ze worstelen met de manier waarop ze dat zullen aanvliegen, hoe ze omgaan met missende gegevens. We verwachten wel dat na verloop tijd steeds meer gegevens kunnen worden ingevuld.’
Invloed op klanten
Niet alleen is de implementatie van duurzaamheidsregelgeving en het proces eromheen een uitdaging, ook de juridische impact op de relatie met klanten kan groot zijn. Pattiselanno: ‘Als je niet zeker weet of je een bepaalde belegging wel mag aanmerken als een duurzame belegging , dan loop je het risico dat een klant achteraf zegt dat hem iets is verkocht wat geen duurzame belegging blijkt te zijn volgens de nieuwe regels en standaarden.’
Dufas kijkt naar dat soort vraagstukken. Pattiselanno: ‘Denk ook aan de situatie waarbij sommige beleggingen door de ene partij wel als duurzaam worden gelabeld en door de andere niet, omdat de wettelijk definitie van duurzame belegging op dit moment erg breed is. Dat is iets waar de sector en wij met onze leden naar kijken. Wat voor handen en voeten kun je hieraan geven, welke inkadering? Zou je als sector meer invulling van dit begrip willen? Die discussie speelt ook op Europees niveau.’
Momenteel lopen diverse consultaties vanuit Esma rond herziening van de geschiktheidstoets en het Nederlandse ministerie van Financiën, bijvoorbeeld over de aangepaste product governance bepalingenvoortkomend uit Mifid II en de manier waarop beleggingsondernemingen en beheerders van icbe’s rekening moeten houden met duurzaamheidsrisico’s en -factoren. In augustus moeten fondsbeheerders, vermogensbeheerders en andere distributeurs de wettelijke aanpassingen voortkomend uit Mifid, UCITS en Aifmd definitief hebben geïmplementeerd.