‘Beleggers in Europa kunnen niet om kwalitatieve small- en midcaps heen. In Europa vinden we sterke small en midcap bedrijven, aan interessante waarderingen met een sterk groeipotentieel. Vooral de familiebedrijven dragen onze voorkeur weg,’ zegt William Myncke in een podcast met Investment Officer.
William beheert voor Leo Stevens Private Banking het fonds LS Value Equity European Small and Midcap. Daarnaast beheert hij samen met Riet Vijgen ook nog de compartimenten LS Value Equity Global en LS Value Equity DBI.
Rendement
‘In 2021 heeft het fonds een rendement van 22 procent gerealiseerd. De contributie werd geleverd door een mix van aandelen, zoals Aalberts, Straumann, Teleperformance, Resilux en Holland Colours. We beleggen bewust niet in bank- en grondstoffenaandelen, die het in 2021 goed hebben gedaan. Toch hebben we een goed rendement gerealiseerd dankzij onze stockpicking. We zullen ook in de toekomst niet in deze sectoren beleggen omdat we de grondstoffenprijzen niet voldoende kunnen inschatten. De bedrijven hebben die prijzen niet in de hand, en ook bij de bankaandelen zien we dat ze sterk afhankelijk zijn van de rentemarges. Ook daar is de visibiliteit te beperkt.’
Selectieproces
Het fonds dat Myncke beheert, wordt gekenmerkt door een selectieproces dat sterk inzet op kwalitatieve bedrijven met een hoge toegevoegde waarde. ‘We hebben een voorkeur voor bedrijven die producten of diensten aanleveren met een hoge toegevoegde waarde en met mooie en begrijpbare groeivooruitzichten. Bedrijven moeten een sterke marktpositie hebben in hun niche. We willen bedrijven met een duidelijke visie op lange termijn. Dat gaat vaak hand in hand met een stabiel aandeelhouderschap, lees: familiebedrijven. De gewogen gemiddelde return on equity bedraagt zowat 21 procent. Dat is vrij hoog. De verwachte jaarlijkse omzetgroei voor de komende twee jaar ligt tussen de 5 à 6 procent en de koers-winstverhouding ligt rond de 24-25. Iets hoger dan het marktgemiddelde, maar een logisch gevolg van de focus op kwaliteit.’
De samenstelling van het fonds houdt het evenwicht tussen groei en meer cyclische aandelen. ‘Dat zorgt voor een gebalanceerde samenstelling. Het fonds is zo een mooi gediversifieerde portefeuille. Cyclische aandelen kunnen erg interessant zijn, denk maar aan Holland Colours, dat kleurpigmenten voor de plastiekindustrie maakt die biologisch afbreekbaar zijn. Het is een markt met hoge instapdrempels. Bovendien wordt het aandeel niet opgevolgd door sell-side analisten,’ stelt Myncke.
Klemtonen
Myncke legt uit dat het zwaartepunt van het fonds op Europa ligt. Ook Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk horen daarbij. ‘We kijken niet echt naar landen doordat we bottom-up beleggen, maar we hebben grote posities in het VK en Duitsland omdat dit de grootste en sterkste economieën zijn waar we veel mooie bedrijven terugvinden. Die twee landen vertegenwoordigen zowat 30 procent van de portefeuille. België is ook een belangrijke markt voor ons. We kennen de bedrijven en het management. Daar beleggen we 15 procent. Daarna komen Nederland en Frankrijk.’
Sectoraal is het fonds voor 35 procent belegd in industriële bedrijven. In het small- en midcapsegment vind je veel interessante bedrijven die wat meer cyclisch zijn, zoals TKH, Jensen, Aalberts en dergelijke.
‘Veel mensen weten niet dat je in die industriële groep ook mooie groeibedrijven terugvindt, zoals Teleperformance, dat 6 procent van het fonds uitmaakt. Zij zijn de marktleider in callcenters en profiteren van de trends naar outsourcing. Het bedrijf groeit met 10 procent per jaar en heeft EBITDA-marges van 20 procent. Een ander mooi bedrijf is het Franse Thermador, dat gespecialiseerd is in waterpompen en buizen. Bij beide bedrijven is de markt nog vrij versnipperd.’
De tweede grote sector is IT, goed voor zo’n 15 procent van de waarde van het fonds. Hier wordt belegd in sterker groeiende bedrijven die hoger gewaardeerd zijn. Voorbeelden zijn Simcorp en Temenos.
De derde sector zijn de cyclische consumptiebedrijven, die 15 procent van het fonds uitmaken. ‘Dit zijn vooral GARP-aandelen van hoge kwaliteit. Een voorbeeld is De’Longhi, een van mijn favoriete bedrijven in Italië. Ze zijn vooral bekend omwille van hun hoogstaande koffiemachines. Het bedrijf groeit tegen 5 procent per jaar en je betaalt zowat 14x de winst. Dat is erg interessant.’
De vierde sector zijn de materialen, goed voor 10 procent per jaar. ‘Een voorbeeld is Mayer Melnhof, marktleider in de productie van gerecycleerd karton, dat sterk profiteert van de opmars van e-commerce. Het bedrijf groeit 5 procent per jaar en noteert aan 15x de verwachte winst. Het is nu een van de grotere posities in het fonds.’
Tot slot is ook gezondheidszorg een belangrijke en interessante sector. De waarderingen liggen hier wat hoger. Straumann en Medistim zijn twee posities in deze sector. Je betaalt hogere waarderingen dankzij de kwaliteit, maar het is de moeite waard.
Geen momentumbeleggers
‘We zijn geen momentumbeleggers, noch groei- of valuebeleggers. We zijn opportunistisch ingesteld en hebben een evenwichtige portefeuille. De familiebedrijven zijn voor ons een belangrijk onderscheidend element omdat ze geleid worden met een duidelijke langetermijnvisie. Veel bedrijven die je bij ons in portefeuille vindt, ga je niet makkelijk in andere fondsen vinden. Ook dat maakt ons uniek,’ besluit Myncke.
Trackrecord
sinds 1/01/2022 -10,84%
1 Jaar +5,08%
2 jaar (geannualiseerd) +7,33%
3 jaar (geannualiseerd) +10,86%
5 jaar (geannualiseerd) -
10 jaar (geannualiseerd) -
Gerelateerde artikelen: