In de selectie en monitoring van externe vermogensbeheerders besteden pensioenfondsen steeds vaker vanuit een financieel oogpunt aandacht aan de business continuïteit van vermogensbeheerders. In een markt die sinds 2012 min of meer in een rechte lijn omhoog is gegaan hebben vermogensbeheerders hun omzetten fors zien stijgen.
Dat is te danken zowel aan een nieuwe instroom van beheerd vermogen als aan de groei van markten in het algemeen. Tegen die achtergrond is het een goed moment om de eerste inzichten van ons onderzoek Financial Due Diligence te delen.
Pensioenfondsen worden zich er in toenemende mate bewust van dat zowel vermogensbeheerders als beleggingsstrategieën eindig kunnen zijn. Juist continuïteit van beiden zijn voor deze lange termijn beleggers van aanzienlijk belang.
Het is zeer onwenselijk om gedwongen te worden van vermogensbeheerder te moeten wisselen of om vast te stellen dat de vermogensbeheerder beleggingsstrategieën samenvoegt en het pensioenfonds in een andere strategie wordt ondergebracht. Beiden kosten tijd en geld en hebben een directe impact op de beleggingsresultaten.
Onze klanten willen zware kostenreducties, samenvoegingen van strategieën en erger nog faillissementen van vermogensbeheerders voor zijn. Hierdoor groeit de wens om de financiële stabiliteit in kaart te brengen en actief te monitoren. Zeker nu de financiële markten tot grote hoogte zijn gestegen, in Amerika de rente langzaam oploopt en de eerste gevolgen van de Covid-19 pandemie zichtbaar worden, is het prudent om financial due diligence standaard onderdeel te maken van manager selectie en monitoringsprocessen.
“A winner takes all market”
Maar hoe doen vermogensbeheerders het nu financieel gezien? Zijn er winnaars en verliezers aan te wijzen? Blijven alleen nog enkele hele grote vermogensbeheerders over in een markt die de afgelopen jaren kan worden gekenmerkt als “a winner takes all market”? Uit de due diligence onderzoeken in het afgelopen jaar bij circa 30 vermogensbeheerders over een vijfjaarsperiode kunnen wij de volgende voorzichtige conclusies trekken.
Het algemene beeld dat uit onze FDD-analyses naar voren komt is - in goed Amerikaans - een barbell markt van winnende vermogensbeheerders. Zeer grote (vaak passieve) huizen hebben de afgelopen jaren sterke omzetten en winsten laten zien door een sterk verdienmodel. Daarnaast zien we dat kleine niche spelers (de boutiques), altijd gespecialiseerd zijn in een bepaalde geografie, markt of met een zeer onderscheidend beleggingsproces de doorgaans hogere beheerfees gelegitimeerd zien door een netto-instroom en een trouwe klantenbasis.
Grote verliezers: “middle of the road”
De, oneerbiedig gezegd, “middle of the road” beheerders zien wij terrein verliezen. Zij missen onderscheidend vermogen: te duur in vergelijking met de grote spelers en te weinig gespecialiseerd in vergelijking tot de “kleintjes”. Zij zien zich bovendien vaak ook nog geconfronteerd met zeer forse investeringen in IT, grote personele kosten en een fee burning kantorennetwerk.
Nederlandse vastgoedbeheerders hebben de afgelopen jaren een enorme toestroom gezien van klanten en een sterke groei van het beheerd vermogen. Hierdoor zijn de omzetten voor het overgrote deel van deze partijen, alsook de winsten gestegen. Door een professionaliseringslag bij sommige partijen zijn de (personele en IT) kosten vaak recht evenredig meegegroeid.
Daarom is het ook bij deze partijen verstandig een vinger aan de pols te houden zodra de animo voor vastgoed en de waarderingen teruglopen. Het risico ontstaat dan namelijk dat vooral wordt bespaard door in ondersteunende diensten als risicomanagement en compliance te snijden. Dat zou niet gunstig zijn voor de belegger.
Tijd van makkelijk verdienen is voorbij
Een vaak gehoorde uitspraak is dat actieve huizen het in de long run afleggen tegenover de passieve vermogensbeheerders. Dat zien wij inderdaad terug bij de eerdergenoemde “middle of the road managers”. Gespecialiseerde niche spelers met actieve strategieën laten daarentegen in onze analyses een stabiele financiële basis zien. Deze stabiele basis kenmerkt zich door lagere kosten, stabiel groeiende instroom van beheerd vermogen en een gelijkgerichtheid van belangen met de eigenaren van de onderneming,
De toekomst zal uitwijzen in hoeverre deze voorzichtige eerste conclusies zich zullen materialiseren. De tijd van relatief gemakkelijk beheerd vermogen ophalen en winst maken ligt achter ons. Nu komt het aan op een goed en flexibel verdienmodel om de verdiencapaciteit en daarmee de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen.
Fusies, zoals recent die tussen Legg Mason en Franklin Templeton en verkopen zoals Eaton Vance aan Morgan Stanley en bedrijfbeëindiging zoals bij Ajo partners het geval was, zullen de komende jaren vaker het nieuws domineren.
Stan Leistra is partner bij Lestrade, een onafhankelijke due diligence kantoor voor de Nederlandse institutionele markt. Lestrade voert due diligence onderzoeken en continue monitoring uit op managers voor een totaal belegd vermogen van circa 130 mrd euro. Leistra schreef deze gastbijdrage op verzoek van Fondsnieuws.