Frédéric Buzaré heeft de samenstelling van het oude vlaggenschipfonds van La Financière de l’Échiquier aanzienlijk aangepast. Het profiel is voortaan veel Europeser en opportunistischer. Hij denkt dat de sectorrotatie richting value de komende maanden een versnelling hoger kan schakelen.
Frédéric Buzaré heeft al heel wat jaren op de teller. Tussen 2007 en 2012 werkte hij bij Candriam, en tussen 2012 en 2018 werkte hij bij het overheidsfonds van Singapore. Sinds vorig jaar is hij hoofdbeheerder van het fonds Echiquier Agressor, het historische fonds van La Financière de l’Échiquier waarvan de prestaties minder goed waren dan verwacht onder het vorige managementteam. De activa onder beheer waren de afgelopen jaren sterk afgenomen en waren tot onder de drempel van 700 miljoen euro gedaald.
Herstel
‘Dankzij de zeven afgelopen jaren die ik heb gewerkt bij een staatsfonds, heb ik een meer strategische visie kunnen ontwikkelen op de bedrijven waarin ik beleg,’ onderstreept Frédéric Buzaré, ‘en ik heb steeds zin gehad om bij La Financière de l’Échiquier te komen werken om een fonds zoals Agressor te beheren. Volgens mij is dit precies waar overtuiging voor staat.’ Alvorens hij aan het hoofd kwam te staan van het fonds (in de herfst van 2018), heeft hij de eerste maanden vooral de oude portefeuille geanalyseerd om hem terug op de rails te zetten. Hij heeft daarbij een ‘opportunistische, multi-style benadering op punt gezet, met een contrarian instelling die op een andere manier denkt en die belegt in aandelen die beleggers niet terugvinden bij de concurrerende fondsen.’
Nadat over het afgelopen jaar driekwart van de portefeuille werd aangepast, is de performance sinds het begin van het jaar weer hersteld, met een stijging van +16,1 procent (per 30/11/2019). ‘De portefeuille heeft nog steeds een value-bias, maar de samenstelling van de portefeuille is ingrijpend gewijzigd.’ Terwijl de positionering vroeger heel Frans was en gericht was op industriële waarden en autoproducenten, is de portefeuille vandaag meer gericht op Europa. Deze portefeuille van convicties belegt in zowat dertig posities, met een beurskapitalisatie tussen de 5 en 15 miljard euro. Frédéric Buzaré benadrukt dat de prestaties werden ondersteund door verschillende fusies en overnames, die betrekking hadden op enkele bedrijven waarin hij belegd was.
Sectorrotatie
‘Afhankelijk van de marktomstandigheden hebben wij ook de gelegenheid om ons marktpositionering te reduceren tot 60 procent van de activa onder beheer. We maken daarbij vooral gebruik van futures. In de veronderstelling van een marktdaling kunnen wij hiermee de zeilen bijstellen zonder dat we per se minder liquide posities moeten verkopen, zoals met name de midcaps.’
De afgelopen maanden was de portefeuille onderwogen in consumptiegoederen en farma, en is de weging in met name telecomwaarden toegenomen. ‘Een van de belangrijkste vraagstukken momenteel is de cyclische positionering van de portefeuille. Er bestaan talrijke analogieën met 2016, en vandaag zijn alle voorwaarden aanwezig voor een sectorrotatie naar cyclische waarden.’ Het is echter belangrijk om de voorkeur te geven aan de sectoren die niet ten prooi vallen aan een cyclische disruptie. ‘We zitten momenteel in een overgangsfase, waarbij we cyclischer beleggen dan de andere fondsen van onze categorie, maar minder cyclisch dan de marktomstandigheden lijken aan te geven.’
London calling
Frédéric Buzaré benadrukt dat de markten vandaag enorm veranderd zijn. De strategieën zijn gericht op momentum, waardoor bewegingen uit het verleden worden versterkt, en waarbij men zich à la hausse gaat positioneren op aandelen die de afgelopen 12 maanden zijn gestegen, en à la baisse op de rest. Vandaag willen we inspelen op een ommekeer van deze trend, en waarbij we ons richten op bedrijven die de markt links heeft laten liggen terwijl de resultaten wel goed zijn. De afgelopen maanden heeft het fonds vooral belegd op de Britse markt, die ‘bijzonder diep is en op binnenlands niveau talrijke verschillende profielen heeft. Vaak zijn we de enige Europese aandeelhouder naast de Britse institutionelen.’