Toren van Babel, Breughel
i-NSqKLMb-L.jpg

Amper een paar weken na de VN-klimaatconferentie COP26 in Glascow ligt één van de belangrijkste initiatieven van de Europese Commissie van de laatste jaren onder vuur: de “EU Taxonomy”. Aanleiding is een aantal EU-lidstaten dat aardgas - en zelfs kernenergie - toe wil laten tot de lijst van de groene hoofdklasse. ‘Europa dreigt plots de achterblijver van de wereld te worden’, waarschuwen de critici.

In de week dat de Tweede Kamer een motie aannam dat gas en kernenergie geen duurzaam stempel in het kader van de Europese taxonomie zouden moeten krijgen, schrijven de (ex-)leden van de technische werkgroep over duurzame financiering op een door het platform Politico gepubliceerde brandbrief.

Daarin waarschuwen de 13 experts dat de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs van maximaal 1,5 graad temperatuurstijging op aarde onhaalbaar worden als de Europese Commissie niet standvastig blijft tegenover de aanval van tien EU-lidstaten, waaronder Griekenland, Hongarije en Polen, die van oordeel zijn dat aardgas als een ‘transitiebrandstof’ onderdeel moet kunnen uitmaken van de groene taxonomie (zie bijlage).

Vertrouwen in taxonomie staat op het spel

De eerder genoemde leden van het expertpanel waarschuwen dat het vertrouwen in de taxonomie, die bij de afkondiging wereldwijd door landen werd gevolgd, op het spel staat. Inzet van de discussie is de vraag of gas opgenomen kan worden in de taxonomie. De bovengenoemde lidstaten vinden van wel, terwijl zowel IPCC als het Internationale Energie Agentschap (IEA) eerder stelden dat er geen nieuwe investeringen meer in fossiele brandstoffen gedaan mogen worden om die doelstelling van maximaal 1,5 graad wereldwijde opwarming te halen. 

Daarbij wordt door de experts tevens verwezen naar nieuwe data, afkomstig van satellieten, waaruit blijkt dat methaan op veel grotere schaal lekt uit gasinstallaties dan eerder aangenomen werd en dat methaan bovendien in zeer grote mate bijdraagt aan de CO2-uitstoot in de wereld. Als bovengrens heeft de expertgroep indertijd 100 gram CO2e/kWH vastgesteld om als ‘duurzaam’ betiteld te kunnen worden. Op deze maatstaf hebben banken hun zogenoemde “green ratio asset ratios” vastgesteld en asset managers hun “green investment ratios”. 

Deze doelstelling is opgenomen in de Taxonomy Act, welke door het Europees Parlement is aangenomen en inmiddels geïntegreerd in herstelplannen en heeft bovendien als basis gediend voor de uitgifte van groene (staats)obligaties, schrijven de experts in hun brandbrief. Voorts wordt erop gewezen dat zelfs het parlement van Rusland - de grootste gasleverancier van de wereld - zich aan deze grens houdt, terwijl China inmiddels ook met gas opgewekte elektriciteit in zijn eigen taxonomie heeft uitgesloten. 

Ook de zogenoemde Net Zero Asset Owner Alliance van pensioenfondsen, verzekeraars en andere institutionele beleggers, die samen goed zijn voor 9.000 miljard euro aan assets, hebben zich eerder op het standpunt gesteld dat zij het label voor gas verwerpen. 

“Weaker than China and Russia”

‘Als de EU terugkomt op haar taxonomie, schrijven de auteurs van de brandbrief, dan “would this damage its scientific credibility and bring the EU from its position of climate leadership to one weaker than China and Russia”. Geen ondertekenaar van deze brandbrief, maar wel ondersteunend, blijkens een post op Linkedin, is oud-Fondsnieuws columnist Brenda Kramer van PGGM. Zij is eerder ook lid geweest van het expertpanel.

Tegen de achtergrond van deze strijd om nationale belangen heeft Oostenrijk aangekondigd naar het Europes Hof te stappen als kernenergie in de groene taxonomie wordt opgenomen. Daarbij zal het land waarschijnlijk worden gesteund door Denemarken, Duitsland, Luxemburg en Portugal, met daartegenover landen onder leiding van Frankrijk en Finland die stellen dat kernenergie juist goed is voor het klimaat, want CO2-vrij. 

Ondertussen zien de toezichthouders in Europa, verenigd in ESA, het gekrakeel in de Europese Unie met zorgen aan. Zo heeft de Europese Commissie afgelopen maandag namelijk ook de invoering van de Europese Verordening Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) opnieuw uitgesteld. Concreet betekent dit dat de zogenoemde “regulatory technical standards” (RTS) worden uitgesteld van 1 januari 2022 tot 1 juli 2022. Als die RTS dan bekend worden gemaakt, heeft de marktsector nog een half jaar om per 1 januari 2023 aan de Europese wetgeving te voldoen. 

Uitstel van technische aard 

De reden voor dat uitstel is van technische aard: zo hebben de Europese toezichthouders in oktober het finale voorstel voor SDR Level 2 goedgekeurd. Vervolgens heeft de Europese Commissie 3 maanden de tijd om het goed te keuren. Zelfs als ze het ongewijzigd zouden goedkeuren, hebben het Europese Parlement en de Raad nog maar beperkt tijd tot goedkeuring. In de praktijk heeft de EU tot ten minste april/mei nodig, hetgeen voor marktpartijen te kort is om op 1 juli de verordening van kracht te kunnen laten zijn. 

Experts wijzen er op dat de discussie over taxonomie hiervan grotendeels los staat, al geven de level 2 verplichtingen van de SFDR wel aan hoe je moet rapporteren over hoeveel van de beleggingingen taxonomy-aligned zijn. Komende jaren worden naast de discussie over gas en kernenergie nieuwe ecologische doelstellingen en een sociale taxonomie aan het geheel toegevoegd. 

De Europese Commissie is druk bezig om het fundament uit te leggen voor een omvangrijk bouwwerk van wet- en regelgeving met als doel (de mogelijkheden tot) duurzame financiering te vergroten.

European Single Action Point 

De Commissie wil daartoe één EU-toegangspunt instellen voor financiële en niet-financiële bedrijfsgegevens (ESAP). ‘Dit is een cruciaal onderdeel van de Kapitaalmarkten Unie en het EU-actieplan voor duurzame financiering. Door gegevens efficiënter te organiseren en robuuste, vergelijkbare gegevens, zal banken in staat stellen hun klanten beter te bedienen en meer geldstromen te sturen naar de groene transitie’, schrijft de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) bij een eerdere consultatieronde. 

De NVB bepleit ‘een gefaseerde aanpak door het project klein te beginnen. Wij bevelen aan prioriteit te geven aan verspreiding van gegevens door middel van een proefregeling voor beursgenoteerde EU-emittenten met grote aandelenkapitalisatie. In een tweede en derde fase kunnen specifieke effecten worden opgenomen (vastrentende effecten, Ucits, AIF’s en gestructureerde

producten, etc) en openbaarmaking door kleine en middelgrote bedrijven, en wel niet-beursgenoteerde ondernemingen.’ 

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No