De flirt van hedgefondsen met private-equity en vastgoed is voorbij. Waar een jaar geleden menig hedgefondsmanager nog dacht dat de groei zou komen uit dergelijke nieuwe producten, zijn zij inmiddels tot de conclusie gekomen dat zulke strategieën hoge kosten met zich meebrengen.
Dat blijkt uit het jaarlijkse hedgefondsenonderzoek van EY. ‘Het enthousiasme van vorig jaar over private-equity en vastgoed is door tegenvallende prestaties getemperd’, zegt Carolien Tran van EY. In de enquête die de accountant onder 109 hedgefondsmanagers (met 1400 miljard dollar onder beheer) van over de hele wereld hield, zei slechts een op de vijf nog te rekenen op groei dankzij private-equity en vastgoed.
Extra kosten
Het afgelopen jaar zijn met name de grootste hedgefondsmanagers door een breder productaanbod verschoven in de richting van vermogensbeheerders. Niet alleen private-equity en vastgoed waren populair, ook long-onlyfondsen werden in het assortiment opgenomen. Dat resulteerde inderdaad in groei van het beheerd vermogen, maar naar nu blijkt bracht die verbreding ook flinke extra kosten met zich mee. Vooral de extra kennis en mankracht die nodig zijn om nieuwe producten te voeren woog zwaar op de resultaten. Een kwart van de hedgefondsmanagers stelt dat de brutomarges erdoor verslechterd zijn.
Hedgefondsen maken een moeilijk jaar door. Dit jaar heeft het gemiddelde fonds nauwelijks rendement kunnen maken, zo blijkt uit de hedgefondsindex van Credit Suisse. Die staat fractioneel lager dan bij de jaarwisseling. Hedgefondsen ontlenen hun populariteit normaal gesproken aan het feit dat ze minder gevoelig zijn voor marktschommelingen dan aandelenfondsen, maar daarvan is dit jaar weinig te merken.
Prime brokers
Wat niet helpt is dat de marges van de fondsen al langer onder druk staan. Steeds meer pensioenfondsen kijken kritisch naar de beheervergoedingen die ze betalen, of beëindigen zelfs hun investeringen in de duurste categorieën, zoals hedgefondsen. Een voorbeeld is het Nederlandse metaalfonds PME, dat flink het mes zette in de blootstelling naar hedgefondsen. Uit het onderzoek van EY blijkt dat de gemiddelde beheervergoeding die hedgefondsen ontvangen nu 1,48 procent is. Dat is ver onder de historische norm van 2,0 procent.
Tegelijkertijd lopen de kosten al enkele jaren op, vooral door strengere regelgeving. Opmerkelijk dit jaar is dat de prime brokers hun tarieven aan het opvoeren zijn. Bijna een derde van de respondenten gaf aan meer te moeten betalen voor de diensten van prime brokers, die verantwoordelijk zijn voor de ‘settlement’ (de afhandeling) van transacties en ook fungeren als financier van investeringen. Nog eens 22 procent zei te verwachten komend jaar meer te moeten betalen om transacties te financieren via prime brokers.
Groei beheerd vermogen
Dat komt doordat toezichthouders de kapitaaleisen voor de dienstverlening van prime brokers flink hebben opgeschroefd. Dat is ook de reden dat sommige beleggers graag zouden zien dat ABN Amro zijn primebrokeragetak verkoopt.
‘De vraag is of hedgefondsmanagers de toenemende kosten nog aan hun fonds kunnen doorberekenen’, zegt Remco Bleijs van de Nederlandse hedgefondsgroep van EY. ‘Anders zullen ze het van hun managementfee moeten betalen, en door de grote concurrentie is er geen ruimte om die nog te verhogen.’
Een manier om voor de krimpende marges te compenseren, is groei van het beheerd vermogen. Bijna 90 procent van de managers noemt dat dan ook een prioriteit. Maar daarbij gaat het dus niet meer om niet-traditionele strategieën als private-equity en vastgoed, maar keren de fondsen terug naar hun kernstrategieën en hopen ze hun klantenbestand uit te breiden.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 17 november 2015