De Amerikaanse aandelenmarkt is altijd duurder dan andere markten. Toch is de premie van Amerika ten opzichte van Europa nu dermate hoog, dat inzetten op Europa voor beleggers wellicht een betere optie is.
Dat zegt Joost van Leenders van Van Lanschot Kempen in een toelichting op de outlook van de bank. Door in te zetten op nog veel verder stijgende Amerikaanse aandelen, zul je moeten rekenen met extreem hoge koerswinstverhoudingen en marges, aldus de strateeg. En ook al zijn de groeivooruitzichten goed, dát ziet Van Leenders niet gebeuren.
Van Lanschot Kempen gaat uit van een economisch herstel in 2022, gevolgd door lagere groei vanwege demografische veranderingen en lage productiviteitsgroei. Daarbij verwacht de bank na het herstel een beperkt hogere inflatie, maar: het risico ligt aan de bovenkant.
Een blik op de verwachte rendementen van de bank, leert dat die in bijna alle beleggingscategorieën neerwaarts is bijgesteld ten opzichte van vorig jaar. Het meeste rendement verwacht de bank voor de lange termijn van aandelen uit opkomende markten (6,3 procent), het minst van grondstoffen en core government bonds (beide negatief).
Over het verschil tussen de rendementsverwachtingen op tienjaarsbasis tussen Europa (4,7 procent) en Amerika (3,4 procent) zegt Van Leenders dat bij veel Amerikaanse aandelen de koerswinst ver boven het langjarig gemiddelde ligt. ‘Met de veranderde economie en lage rente, mag die koerswinstverhouding ook wel wat hoger zijn. Maar dat maakt het startpunt waarmee je je verwachte rendementen gaat berekenen zoveel hoger, waardoor het negatief effect van teruggaan naar het historische gemiddelde dat ook is.’
Dat de Amerikaanse markt sowieso duurder is dan de Europese, heeft ook te maken met de sectorale samenstelling: Amerika herbergt veel techbedrijven, maar ook veel groeibedrijven in het algemeen. Van Leenders: ‘Maar de premie van de VS ten opzichte van Europa is nu groter dan gemiddeld. Dus ondanks het feit dat Amerikaanse aandelen duurder “mogen” zijn, zijn ze nu wel heel veel duurder.’
Lage rente
Daarbij kan op de aandelenmarkten natuurlijk nog een volgende reactie komen op de lage rente en eventuele verkrappende stappen van de centrale banken, hoewel de oplopende rente eerder slechts voor een kleine rimpeling zorgde.
Van Leenders: ‘Misschien was dat meer de vrees voor een hoge rente dan een reactie op de daadwerkelijke beweging. Daarbij was de rimpeling maar heel kort, ook omdat het cijferseizoen daarna al snel volgde met goede resultaten. Dat hielp de markten over die hobbel.’
Over de implicatie daarvan voor beleggers zegt de strateeg dat je twee kanten op kunt redeneren. ‘Óf het risico wordt niet onderkend, óf de aandelenmarkten zien het risico wel, maar blijven kennelijk in zo’n goede stemming dat het niet deert. Of de vraag is gewoon zo hoog, dat de markten alsnog doorstijgen. Dat kun je natuurlijk ook zien als een teken van kracht.’
Centrale banken en obligaties
Datzelfde geldt ook een beetje voor de obligatiemarkten, vervolgt hij. ‘Als de grote centrale banken het voorbeeld van Canada en Noorwegen volgen, kan het best zijn dat de rentes alsnog op hetzelfde niveau blijven. Wij denken wel dat er wat opwaartse druk op de rentes komt met de centrale banken die steun gaan afbouwen, zeker als de Fed dat gaat doen. De rentes zullen naar onze verwachting dan alsnog laag blijven, maar het extreme gaat er een beetje vanaf.’
Intussen verwacht Van Lanschot Kempen een verdere trek naar private markten, nu beleggers blijven zoeken naar plekken waar ze een stabiele inkomensstroom kunnen vinden. De bank ervaart nog altijd een toenemende vraag naar de categorie, met de lage tot negatieve rendementen binnen staatsobligaties - die traditioneel gezien de basis van een portefeuille vormden met een rendement van 4 tot 5 procent.
Van Leenders: ‘De zoektocht is verplaatst van staatsobligaties, via bedrijfsobligaties, naar illiquide beleggingen. Hier kun je ook vaak een rendement van rond de 5 procent vinden, hoewel die verwachting moeilijker te geven is dan voor liquide categorieën. Bovendien kunnen deze beleggingen geen groot deel van je portefeuille beslaan. We zijn er daarom altijd voorzichtig mee richting klanten.’
Het animo voor private markten heeft overigens ook te maken met het scenario van iets hogere inflatie, volgens de strateeg. ‘Voornamelijk infrastructuur en landbouwgrond bieden bescherming tegen inflatie. Soms zijn de inkomsten zelfs direct gekoppeld aan de inflatie, in andere gevallen lopen ze redelijk mee.’