De invoering van de juridische constructie, met daaraan eventueel een kaaimantaks of doorkijkbelasting gekoppeld, is een ware gamechanger. Onduidelijkheid is echt troef voor vele beleggingsproducten.
Financiële dienstverleners dienen beleggers correct te kunnen informeren over hun financiële en fiscale verplichtingen. In een grensoverschrijdende context wordt dit steeds meer een onmogelijke zaak. Ik denk hier bijvoorbeeld aan Nederlandse beleggingen die via certificaten van een Nederlandse STAK verlopen. Er is een risico dat een belegging in dergelijke certificaten, gekwalificeerd kan worden als een belegging in een juridische constructie. Dat kan neveneffecten hebben, plus een serieuze geldboete voor het niet vermelden daarvan in de aangifte. De certificaathouder wordt daarbij als mede-oprichter beschouwd, wat ook niet een evidente gelijkstelling is voor vele beleggers.
Aanslagjaar 2024
Als u (mede-)oprichter bent van een juridische constructie, moet u een “complexe aangifte” indienen. Vanaf aanslagjaar 2024 moet er extra informatie worden verstrekt over juridische constructies, wat de aangifte nog complexer maakt.
Op 21 juni jl. werd het model van het nieuwe formulier “276 CJC” gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dit formulier moet bij de aangifte in de personenbelasting worden gevoegd voor elke juridische constructie waarvan de belastingplichtige, zijn echtgenoot of een minderjarig niet-ontvoogd kind als oprichter wordt beschouwd, of waarvan hij tijdens het belastbaar tijdperk een dividend of ander voordeel heeft ontvangen.
Dit geldt niet alleen voor particulieren (inwoners van België), maar ook voor rechtspersonen belastbaar in de rechtspersonenbelasting (RPB).
In de RPB moet diezelfde bijlage “276 CJC” worden toegevoegd voor elke juridische constructie waarvan de belastingplichtige rechtspersoon als oprichter wordt beschouwd, of waarvan hij tijdens het belastbaar tijdperk een dividend of ander voordeel heeft ontvangen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Belgische VZW’s, private stichtingen of stichtingen van openbaar nut.
Deze invulling en toevoeging van dit formulier geldt voor iedereen die “ja” aanvinkt bij de vraag of hij (mede-)oprichter is van een juridische constructie, zelfs als deze constructie niet leidt tot effectieve belasting in de kaaimantaks. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de “substance uitsluiting” of de fiscale transparantie van Nederlandse STAKs.
Deze bijlage is nieuw en het gebruik daarvan is verplicht vanaf aanslagjaar 2024 voor juridische constructies die reeds bestonden of aangehouden werden in 2023.
De bijlage moet de volgende gegevens bevatten:
- De volledige naam, rechtsvorm, adres en eventueel het identificatienummer van de juridische constructie;
- De naam en het adres van de beheerder van de constructie, indien het een trustachtige figuur betreft;
- Een schema met de in de aangifte opgenomen inkomsten per juridische constructie, het vermogen van de constructie aan het einde van het belastbare tijdperk, het door de oprichter ingebrachte vermogen, de fictief uitgekeerde inkomsten en andere vrijgestelde inkomsten.
Uitstel tot 16 oktober
Vanwege de late publicatie van dit formulier krijgen belastingplichtigen die vorig jaar aangaven oprichter te zijn van een juridische constructie of dividenden of andere voordelen daarvan ontvingen, uitstel tot midden oktober. Dit uitstel geldt ook voor wie dit jaar voor het eerst aangifte doet van een juridische constructie.
Als de aangifte elektronisch via tax-on-web verloopt, moet deze voor niet-complexe aangiften worden ingediend tegen 15 juli 2024* en voor complexe aangiften tegen 16 oktober 2024. Voor (mede-)oprichters van juridische constructies die een complexe aangifte moeten doen, geldt automatisch een verlenging tot 16 oktober 2024.
Waakzaamheid voor papieren of vereenvoudigde aangifte
Mensen die hun aangifte al op papier hebben ingediend of een digitale vereenvoudigde aangifte hebben ontvangen, moeten de extra aangifteverplichting voor juridische constructies via tax-on-web voldoen om uitstel tot 16 oktober te krijgen. Zij moeten daarbij ook waakzaam blijven voor eventuele inkohiering van hun papieren of vereenvoudigde aangifte vóór 16 oktober 2024.
Deze belastingplichtigen wordt geadviseerd om vóór 19 juli 2024 contact op te nemen met hun bevoegde taxatiedienst om inkohiering tegen te houden.
Deze verplichting geldt niet voor producten of beleggingen die pas sinds 1 januari 2024 als juridische constructie worden beschouwd vanwege wetswijzigingen over de kaaimantaks in december 2023. Dit geldt bijvoorbeeld voor beleggingen in een SICAV-SIF fonds dédié, waarvoor nieuwe participatie-criteria slechts van toepassing zijn sinds 1 januari 2024.
Voor beleggingen via een Nederlandse STAK is de situatie anders. Eind december 2023 heeft de minister enkel verduidelijkt hoe de STAK wordt gekwalificeerd voor de kaaimantaks onder het toen vigerend recht. Dit kan grote gevolgen hebben voor Nederlandse beleggingsproducten, zoals certificaten van Nederlandse banken die via een STAK zijn gestructureerd. Deze zijn in principe te melden als juridische constructie, tenzij ze gelijkgesteld kunnen worden met aandelen van een alternatieve instelling voor collectieve belegging volgens de wet van 19 april 2014. Het is begrijpelijk dat noch de Nederlandse emittent, noch de belegger zich ervan bewust is dat het om een juridische constructie gaat.
*Bij de finalisatie van dit bericht werd via de pers kenbaar gemaakt dat de deadline voor de indiening van de belastingaangifte via Tax-on-web verdaagd werd van 15 naar 19 juli, omdat de FOD Financiën met technische problemen kampte.
Dirk Coveliers is advocaat en Investment Officer kennisexpert.