Thomas Vanderlinden, CEO van Mercier Van Lanschot, leidt ons rond in het Antwerpse kantoor van de private bank aan de Lange Lozanastraat. Over twee jaar verhuizen ze - met een beetje pijn in het hart - naar een nieuw pand waar plaats is voor alle medewerkers van de recent gefuseerde private bank.
De vroegere hoofdzetel van Mercier Vanderlinden is door zijn inplanting in een stedelijk binnengebied en zijn vooruitstrevende modernistische architectuur wellicht het meest atypische Belgische bankgebouw.
Het merkwaardige daarbij is dat het oorspronkelijk ook een deel van een bankgebouw was, meer bepaald het tuinpaviljoen van de Hypothecaire Beleggingskas (HBK Spaarbank), ontworpen door architect Willy Van Der Meeren (1923-2002). Het in 1970 voltooide paviljoen omvatte de refter en ontspanningslokalen voor het personeel, met achteraan een volleybalterrein.
HBK werd in 2000 overgenomen door Mercator&Noordstar, dat op zijn beurt opgeslorpt werd door Baloise. Het paviljoen werd in 2006 gerenoveerd door vastgoedontwikkelaar Himmos en kwam in handen van industrieel designer Axel Enthoven, die er zijn ontwerpbureau vestigde. Het toenmalige Mercier Vanderlinden Asset Management verwierf het kantoorgebouw in 2014 en liet het in 2019 door Conix RDBM architecten voorzien van een passief bijgebouw.
Thomas Vanderlinden, die van opleiding binnenhuisarchitect is, viel als een blok voor het pand. Bij Stéphane Mercier, Vanderlinden’s vennoot en chief investment officer bij Mercier Van Lanschot, was het ook meteen raak. Thomas Vanderlinden: ‘Het gebouw is goed gelegen in de weliswaar weinig homogene Lange Lozanastraat. Het was een coup de foudre, een verborgen brutalistische parel die iedereen die hier binnenkomt een wow-gevoel geeft. Er gaat een dynamiek van uit, het gebouw nodigt echt uit om samen te werken. We hebben het wel een upgrade gegeven wat betreft de kleuren en binneninrichting.’
Thomas Vanderlinden wijst op de lijnen die het paviljoen kenmerken en allemaal virtueel doorlopen naar één punt: de koepel van de monumentale Sint-Laurentiuskerk in de achtergelegen Markgravelei. Bijzonder is ook de afwatering van het dak, die niet via een traditionele regenpijp maar langs twee kunstmatige watervallen plaatsvindt. In het mooi aansluitende en op dezelfde as georiënteerde passiefgebouw doen de analisten in gewijde stilte hun werk, met zicht op de tuin.
Neon bij de ingang
En zo zit het gebouw vol statements, het ene al explicieter dan het andere. In de witte kiezels bij de ingang prijkt een roze neon met de woorden: Always invest for the long term. ‘Die wilde ik daar per se hebben,’ grijnst Thomas Vanderlinden. ‘In het begin lachte iedereen me ermee uit. Maar nu is neon terug geaccepteerd. De entree vind ik misschien wel het mooiste stuk van het gebouw. Een andere favoriet is het hoofdplatform waar de receptie en de open kantoorruimtes liggen. Over het hele gebouw verspreid kan je met veertig mensen ruim zitten, niet opeen gepropt zoals in een klassieke legbatterij, maar dicht genoeg bij elkaar om snel even te overleggen. Kijk naar die materialen: de grijze bakstenen van de trap, de betonnen ventilatiekokers, de gewelfde plafonds met latjes. Let ook op de lichtinval. Ik kan blijven kijken naar de details van dit gebouw. Alleen de ingemaakte kasten hebben we laten vervangen, want die waren een beetje té rustiek.’
Door de fusie van Mercier Vanderlinden met Van Lanschot België is het geheel helaas te klein geworden. ‘Over twee jaar zal het nieuwe hoofdgebouw klaar zijn en zullen we met spijt in het hart moeten vertrekken’, zegt Thomas Vanderlinden. ‘We kunnen onmogelijk iedereen hier huisvesten. Een optie was geweest om het hoofdgebouw aan te kopen, waar op de benedenverdiepingen destijds de kantoren van HBK waren gevestigd, maar zelfs dan zou het allemaal nog niet groot genoeg zijn en zouden we onvoldoende parking hebben.’
Het paviljoen mag dan wel esthetisch quasi perfect zijn, qua isolatie is het eigenlijk voorbijgestreefd. ‘In de winter stoken we ons blauw. En als de zon in de zomer op de spreekruimtes zit, moet de airco aan. Voor de rest is het een heel kwalitatief gebouw dat ook vakkundig verbouwd is.’
Ook het nieuwe gebouw van de fusiebank zal inspirerend zijn voor klanten en collega’s, belooft Thomas Vanderlinden. ‘Ik ben er zelf gevoelig voor en je moet klanten een belevenis bieden. Maar het mag niet overdreven zijn, want je wilt niet de indruk geven dat je het geld langs deuren en vensters naar buiten gooit.’
‘Tegelijk verwachten klanten in onze sector wel wat van een bankgebouw’, zegt hij dan. ‘Je gebouw is tenslotte je imago. Toen Stéphane en ik als jonge kerels ons eigen bedrijf begonnen, vestigden we ons in een statig herenhuis aan de Jan Van Rijswijcklaan, helemaal het klassieke beeld dat je verwacht in private banking. Het huidige pand staat dan weer helemaal voor wie we ondertussen waren geworden: een performante boetiek met dynamische jonge mensen.’
Dit is deel 2 van de zomerserie ‘Locatie, locatie, locatie’, waarin we prominente, opvallende gebouwen uit de sector uitlichten. De komende periode volgen andere edities.