‘Daarom kijken we met opgetrokken wenkbrauwen naar wat zich afspeelt op de aandelenmarkten. We zien weinig aanleiding om onze voorzichtige houding te wijzigen’, aldus Luc Aben, hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen.
Terugkijkend op 2022 stelt Aben dat de wereld op twee vlakken veranderde. In de eerste plaats wijst hij op het geopolitiek niveau. ‘We praten al lang over deglobalisering of een andere invulling van het begrip globalisering. Er waren eerder al barstjes waar te nemen in de oude wereldorde. Denk maar aan Brexit en de verkiezing van Trump. Maar onder meer door de pandemie versnelde dit proces. Het idee van ‘the end of history’ zoals Fukuyama dat beschreef, brokkelt in sneltempo af.’
In de tweede plaats stipt hij de shift in het rentebeleid aan. ‘Lange tijd leek inflatie dood, maar nu die herrezen is, komen we in een andere wereld terecht. Dat leidde tot een groot aantal renteverhogingen, iets wat we lang niet meer gezien hadden’.
Hij wijst erop dat er daardoor bij het opmaken van toekomstscenario’s steeds meer outliers in het centrale scenario opgenomen moeten worden. ‘De uitdrukking zeg nooit nooit moeten we steeds meer in het achterhoofd houden’, stelt Aben.
Opgetrokken wenkbrauwen
De hoofdeconoom wijst erop dat voorzichtigheid geboden blijft. ‘In 2022 was de systematische reductie van risico de rode lijn in ons beleggingsbeleid en onze asset allocatie. Dat uitte zich bijvoorbeeld in het afbouwen van onze positie in hoogrentende obligaties. We plaatsten eveneens vraagtekens bij de zomerrally op de beurzen. Daarom gingen we van overwogen naar onderwogen in aandelen.’
In het nieuwe jaar blijft men bij deze voorzichtige houding. ‘De beursrally dit jaar vertrouwen wij nog niet helemaal, gezien het economische momentum. We kijken met opgetrokken wenkbrauwen naar wat zich afspeelt op de Amerikaanse aandelenmarkten. In Europa mag je ontegensprekelijk over een positieve verrassing spreken, als je ziet welke doemscenario’s daar op tafel lagen, maar die niet zijn uitgekomen. Maar dat wil niet zeggen dat we nu vanuit het economisch plaatje een polonaise moeten inzetten. De sterke prestaties van de beurzen in de eerste weken van het jaar blijven verwonderlijk. We zien weinig redenen om onze voorzichtige houding te wijzigen’, aldus Aben.
Passief mits uitzonderingen
In 2022 bleef passief beleggen onverminderd aan populariteit winnen. ‘Wij kijken daar tamelijk pragmatisch naar. Je zou onze benadering op dat vlak in feite kunnen samenvatten als: passief, tenzij. Waarbij de kernallocatie passief is, tenzij we specifieke redenen zien om voor actief beheer te kiezen. In dat geval moet je gaan zoeken hoe je dit precies kan invullen.’
Zeker wat betreft duurzaamheid zijn er zo argumenten te vinden om te kiezen voor actief beheer. ‘We zitten op dat vlak in een nieuwe industriële revolutie. Op vlak van duurzaamheid zal het potentieel verschil tussen winnaars en verliezers enorm groot zijn. We bekijken duurzaamheid daar niet in een enge zin, zoals bijvoorbeeld door uitsluiting. Maar eerder met de blik van een entrepreneur, gerichte op disruptie en innovatie. Je wil dan achterhalen welke bedrijven de lead gaan nemen en wie de verliezers zullen zijn. Daartoe heb je een stuk actief beheer nodig’, legt Aben uit.
Convergerende thema’s
Beleggers trachten steeds te zoeken naar de nieuwe dominante thema’s en sectoren. ‘Op dat vlak kijken wij al enkele jaren naar cybersecurity in de brede zin van het woord. Daar komen verschillende belangrijke verhalen bij elkaar, van technologie tot geopolitiek. Kortom een thema waarin verschillende elementen convergeren’.
Daarnaast krijgt ook de blijvende groei van de wereldbevolking de nodige aandacht. ‘Daar komen onder meer thema’s als infrastructuur en energietransitie samen. Dat zijn natuurlijk trends voor de lange termijn, maar waar we de laatste jaren een versnelling in zijn’, besluit Aben.