‘Het inflatierisico in China wordt door de markten onderschat. Deze zal dit jaar eerder op 5 procent uitkomen, dan op de 3 procent waar onder analisten consensus over bestaat.’
Dat zeggen Kees Rigter en Roelof Salomons, fondsmanagers van het Aegon Equity Asia Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Het fonds is genomineerd voor een FD Morningstar Award in de categorie Aandelen Azië.
Kredietverkrapping
Volgens het tweetal vlakt de economische groei in China dit jaar met 2 tot 3 procent af tot 8 à 9 procent. De reden is dat de Chinese autoriteiten zich de komende maanden met kredietverkrapping concentreren op het bestrijden van de binnenlandse inflatie.
‘Dat neemt een aantal maanden de tijd en zal tot lagere groei leiden. Maar wij denken dat de Chinese autoriteiten medio dit jaar de inflatie hebben beteugeld en dat de economische groei dan weer versnelt’, zegt Salomons.
Volgen hem houdt dat voor beleggers in dat het dan weer aantrekkelijk wordt om in de Chinese aandelenmarkten te stappen.
Bèta en alpha
De beleggingsstrategie van het Aegon Equity Asia Fund vindt plaats vanuit een combinatie van top-down en bottom-up: een macro-economische analyse wordt gecombineerd met een kwantitatieve beoordeling van bedrijven en ter ondersteuning een technische analyse.
Het fonds is opgebouwd uit een bèta-gedeelte, die met een tracker op de MSCI Pacific ex-Japan index wordt ingevuld en een alpha-gedeelte waar de twee fondsmanagers vanuit Pelargos Capital verantwoordelijk voor zijn.
In totaal bestaat de index uit 150 bedrijven die met een tracker worden ingevuld en de actieve portefeuille uit 70 ondernemingen waarmee Salomons en Rigter outperformance proberen te halen. In 2009 lukte dat: het fondsrendement bedroeg 69,96 procent tegen 67,42 procent voor de index.
Bankaandelen en vastgoed
Volgens Rigter is de outperformance behaald doordat tijdig werd ingespeeld op de bodem die in eind februari 2009 in de markt werd gelegd. Er werd belegd in Chinese bankaandelen en vastgoed.
‘Toen de Chinese economie medio van het jaar op stoom kwam, voegden we er midcaps aan toe’, stelt Rigter.
Het fonds voert volgens het tweetal steeds meer een bottom-up benadering. Zo is de outperformance behaald, dankzij enkele bedrijven zoals Digital China, een Chinese pc-retailer, en Comba Telecom dat versterkers en antennes levert voor telecombedrijven.
Ook was het fonds met Poly Hongkong actief in het vastgoed. Inmiddels is op dit laatste bedrijf winst genomen, omdat de sector oververhit zou kunnen raken.
‘Maar’, zegt Salomons, ‘zo snel de economie weer aantrekt, keren we in het alpha-gedeelte van de portefeuille weer terug naar banken en vastgoed.’
Structurele groei
Voor de langere termijn is China volgens Salomons een structureel groeiverhaal. ‘De middenklasse wordt rijker. Dat is goed voor de financiële sector en de consumentensector.’
Salomons en Rigter vinden niet dat China één grote asset bubble is. ‘Wat vaak niet begrepen wordt, dat is dat China een geleide economie is, met een totaal andere dynamiek’, zegt Rigter.
‘Kantoorpanden worden vaak gebouwd door bedrijven of rijke particulieren. Die staan soms een tijdje leeg, maar dan ligt het risico bij die mensen, niet bij de banken of de staat. Hypotheken bedragen niet meer dan 46 procent van de onderliggende waarde.’
‘Ja, er zijn risico’s van een bubble, maar de Chinese autoriteiten spelen daar sterk op in en daarbij kijkt men sterk naar de ervaringen die daarmee zijn opgedaan in Japan en Zuid-Korea’, zegt Rigter.
Eeuw van Azië
Hij stelt dat deze eeuw de eeuw van Azië wordt. ‘Voor ons is de uitdaging met name dat we goed en snel anticiperen op beleidswijzigingen in China, want een lichte groeivertraging in China zal al wereldwijde implicaties hebben.
Maar volgens Rigter ziet de toekomst van China er, ondanks tussentijdse koerscorrecties, goed uit. ‘Er is nog veel handwerk in China, waardoor de productiviteit er nu te vergelijken is met Zuid-Korea in 1986. Dat geeft nog grote ruimte aan de productiviteitsgroei.’