Zitten we in de fase van een “melt-up” van de financiële markten, zoals onder meer BlackRock-topman Larry Fink beweert? Of staan we aan de vooravond van een meltdown? De markt weet het niet. Zij zweeft tussen hoop en onzekerheid.
Rond september 2018 zette de daling van de S&P in. Dat gebeurde toen de onzekerheid en de angst op de financiële markten voor een verkrappend rentebeleid van de Amerikaanse Federal Reserve de overhand kregen. De Amerikaanse hoofdgraadmeter leverde in 3 maanden bijna 600 punten in.
Fed is Chief Risk Officer van de markt
Het scenario dat zich voltrok was in het begin van 2018 verrassend goed voorspeld door Aleksandar Kocic, de derivatenstrateeg van Deutsche Bank. Hij had in een notitie aan klanten zowel de daling van de aandelenmarkten als de bodem goed voorspeld. Kocic stelde dat de centrale bank tot de conclusie zou komen dat het beleid van kwantitatieve verruiming een belangrijk bij-effect heeft: de Fed is niet alleen verantwoordelijk voor een inflatiedoelstelling van 2 procent en voor de werkgelegenheid, maar zij is sinds 2008 ook allengs de ‘Chief Risk Officer’ van de aandelenmarkten geworden.
Kocic schreef aan zijn klanten dat de Federal Reserve de zogenoemde “put” zou inzetten als de Amerikaanse S&P zou dalen tot een bandbreedte van rond de 2300 tot 2400 punten - en zo geschiedde. Fed-president Jerome Powell sloeg eind 2018 de toon van een duif aan toen hij zei dat men terugkwam op het beleid van kwantitatieve verkrapping en het beleid van renteverhogingen zou temperen. Reden was zorg over de Amerikaanse economie.
A-typisch herstel
Die omkering van het beleid leidde aan het begin van 2019 tot een ongekend snel herstel, niet alleen van de S&P, maar van vrijwel alle markten. BlackRock-topman Larry Fink verklaarde medio april dat aandelen klaar zijn voor een zogenoemde “melt-up”, omdat zowel de Amerikaanse als de Chinese markt gezonder zijn dan lang gedacht werd en omdat er nog honderden miljoenen dollars langs de kant staan om belegd te worden. Zo steeg de FTSE All-World Index in 2019 met maar liefst 14 procent (ytd). ‘De beste start van het jaar’, schreef de FT.
Toch heeft het koersherstel van het eerste kwartaal iets a-typisch. Het gebeurde namelijk ondanks het feit dat er tegelijkertijd voor 90 miljard dollar uit aandelenfondsen vloeide, terwijl obligatiefondsen tot 120 miljard dollar aan nieuw geld aantrokken.
Interessant is in dat verband de recente analyse die Société Générale in een rapport over Amerikaanse aandelen gaf. Daarin schrijven de doorgaans kritische analisten van de Franse bank dat de S&P naar 3.000 punten kan stijgen. ‘Maar beweeg snel’, aldus SocGen. Zij wijst erop dat de liquiditeit in de markten relatief gering is en dat het herstel in het eerste kwartaal vooral ingegeven lijkt te zijn door aandeleninkoop door Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven. Die gebrekkige liquiditeit verklaart zowel de massale verkoop eind 2018, als de koersrally, begin 2019, aldus de bank.
Belangrijk: Wat doet China?
Uit asset allocatierapporten komt naar voren dat institutionele beleggers naar een neutrale positie terugkeren, wat erop wijst dat zij zich redelijk comfortabel voelen bij de huidige koersrally. Analisten stellen dat de houdbaarheid en de duur van deze “melt-up” vooral ook afhangt van economische ontwikkelingen in China. Maar, zo voegen analisten er waarschuwend aan toe, een herstellende economie in China is voor de centrale autoriteiten een reden om het stimuleringsbeleid af te bouwen wat slecht is voor Chinese aandelen. De Shanghai Compositie, die het in de eerste weken van dit jaar geweldig heeft gedaan, staat nu al drie weken onder druk.
Dat Chinese stimuleringsbeleid is zeer gunstig voor de wereldwijde winstverwachtingen. Zowel in 2012 als in 2015 droeg dergelijk Chinees beleid, blijkens onderzoek van SocGen, sterk bij aan rallies op de aandelenmarkten.
Melt-up: koersdoel 3.000 punten
De bank komt op basis van de combinatie van aandeleninkoop, instroom van nieuw geld en een S&P waarvan de koers/winstverhouding niet bijzonder hoog is, tot de conclusie dat een verdere “melt-up” van de index mogelijk is. Echter, het koersdoel dat SocGen afgeeft is 3.000 punten en dat is binnen handbereik: afgelopen vrijdag bedroeg de slotstand 2926,17 punten.
Hoe het verder gaat, weet niemand. Het lot van de markten ligt in de handen van centrale banken, specifiek van de Federal Reserve: de koersdaling van het vierde kwartaal van 2018 volgde op Quantitative Tightening (QT), het herstel van de eerste drie maanden van dit jaar was te danken aan een terugkeer van Quantitative Easing (QE).
Tegen deze achtergrond is er maar één advies op zijn plaats: volg het centrale bankbeleid op de voet.