Bijna een derde van de in Europa verkochte beleggingsfondsen en ETF’s betreft passieve beleggingen. Vier jaar geleden was dat nog maar 20 procent. De trend wordt met name aangejaagd door de twee grote Amerikaanse huizen BlackRock en Vanguard.
Dat blijkt uit Fund Family Digest: Europe in 2024, het jaarlijkse onderzoek van Morningstar naar de grootste fondsenfamilies die in Europa op de markt worden gebracht. Het marktaandeel passief bedroeg eind september 29 procent. Vier jaar geleden was dat 20 procent, twee jaar geleden 24 procent.
Morningstar zet in het onderzoek naar de fondsfamilies niet alleen de bedragen op een rijtje, maar beoordeelt ook de kwaliteit van de asset managers wat betreft de manier waarop ze de belangen van hun klanten in het oog houden. Aan de hand van een analyse van de beleggingscultuur, de organisatiestructuur en de filosofie achter het beloningssysteem krijgt elk fondshuis een score op de zogeheten Parent Pillar. Dat is een van de drie bestanddelen op grond waarvan de Morningstar Medalist Rating tot stand komt.
Van de tien grootste fondsenaanbieders in Europa krijgt alleen Vanguard de score High. De fees van Vanguard zijn volgens Morningstar structureel lager dan gemiddeld of zelfs uitgesproken laag. In de top 10 valt op dat de vijf grote Europese aanbieders (UBS, Amundi, DWS, Union en Nordea) stuk voor stuk een lagere rating krijgen dan hun vijf Amerikaanse concurrenten. Vanguard krijgt dus een High, de andere vier Amerikaanse managers allemaal een Above Average.
Downgrade
Nederlandse en Belgische fondshuizen scoren een Above Average of Average, met uitzondering van ING dat het met een Below Average moet doen. Van Lanschot Kempen kreeg te maken met een downgrade: van Above Average naar Average. Morningstar schrijft terughoudend te zijn over de integratie van de asset manager in het grotere geheel van de VLK-groep, met name wat betreft de autonomie en de beleggingscultuur. Ook haalt Morningstar aan dat de onderneming ‘zwaar wordt getroffen’ door personeelsverloop, ook in de belangrijkste strategieën. Overigens schrijft het onderzoeksbureau eveneens dat Van Lanschot Kempen ‘de karakteristieken houdt van een asset manager met een sterke beleggingscultuur die de belangen van zijn klanten op de eerste plaats zet’, inclusief ‘beleggersvriendelijke kostenstructuren’.
De lage waardering van Morningstar voor de fondsen van ING is voornamelijk gebaseerd op het gegeven dat de onderneming geen ‘peer managers’ heeft op een aantal terreinen die voor een goede beleggingscultuur belangrijk zijn, zo meldt het rapport. Daarnaast hebben de producten een lage succesratio. Slechts 28 procent heeft na vijf jaar de mediaan van de betreffende categorie (risicogewogen) verslagen. Overigens is dat percentage niet extreem laag. Ook grote aanbieders zoals UBS (25 procent), Amundi (23 procent) en Fidelity (25 procent) kampen hiermee.
Passief als standaard
De trend naar passief beleggen is vooral zichtbaar in de cijfers van Vanguard en BlackRock. Van de 1483 miljard euro die BlackRock in Europa aan fondsen heeft verkocht, is 78 procent passief. Vanguard, de nummer 5 met een totaal van 360 miljard euro, heeft praktisch alleen maar passieve producten: 98 procent. Dat passieve producten nu in totaal 29 procent van de markt innemen, kenmerkt de opmars. Maar Morningstar tekent daarbij aan dat de positie van passief beleggen nog niet zo dominant is als in de Verenigde Staten, waar passief beleggen inmiddels een marktaandeel heeft van iets meer dan 50 procent.
Actieve ETF’s nemen intussen een bescheiden marktpositie in, van 2 procent, maar deze ‘tussenvorm van actief en passief’ is volgens Morningstar wel aan het groeien.
Dit artikel is maandagochtend bewerkt. Eerder genoemde percentages bleken niet correct en zijn gecorrigeerd.