De Amerikaanse volatiliteitsindex (VIX) tikte maandag het laagste punt aan in tien jaar. Beleggers staan voor een raadsel, want de daling kwam nadat president Trump had gezegd dat hij kijkt naar de mogelijkheid om de grote banken in de VS op te breken.
De Volatility Index (VIX) bereikte maandag een stand van 9,90 punten - het laagste niveau sinds februari 2007. Na de opmerkingen van Trump steeg de index naar 10,14, maar bleef toen op dat niveau liggen. Mogelijk dat bij de serene reactie meespeelde dat de technologiebeurs Nasdaq een nieuw record bereikte.
De mededeling van Trump over de bankensector riep uiteenlopende reacties op. Sommige beleggers vinden het vooruitzicht van kleinere banken goed, omdat het meer concurrentie mogelijk maakt.
Eerder kondigde hij aan dat hij deregulering wil bereiken voor Wall Street, omdat de zeer zware eisen waaraan de sector sinds het presidentschap van Barack Obama moet voldoen de economische groei zou frustreren.
De Amerikaanse bankensector heeft zeer sterk geprofiteerd van de verkiezingszege van Trump. In het laatste kwartaal van 2016 schreef de sector ETF 25 procent bij. Dit jaar heeft de ETF 1,3 procent verloren.
Jorik van den Bos van het hoogdividendteam van Kempen Capital Management tweette een overzicht van de volatiliteitsindices. Alle indices zijn vorige week - zonder uitzondering - gedaald.
In februari 2007 stond de VIX-index op de S&P ook zo historisch laag. In de zomer rolde de kredietcrisis aan met de ernstige problemen met derivaten die uiteindelijk tot de ondergang van zakenbank Bear Stearns zou leiden. Een jaar later, op 15 september 2008, was de crisis een feit met het bankroet van Lehman Brothers.