Doordat de doelstellingen en de risicotoleranties per persoon sterk uiteenlopen en geen carrière gelijk is, is life-cycle beleggen per definitie maatwerk.
Dit is de boodschap van de sprekers tijdens de door Fondsnieuws georganiseerde masterclass, waar specialisten van BNP Paribas Investment Partners en Robeco spraken over life-cycle beleggen. Bij deze vorm van beleggen wordt een specifiek einddoel nagestreefd, zoals aanvullend pensioen of de aflossing van een hypotheek.
Toekomstige verdiencapaciteit
Tom Steenkamp, als chief investment officer verantwoordelijk voor investment solutions en research bij Robeco, wijst erop dat iedereen wel aanvoelt dat geleidelijk afbouwen van het risico richting de pensioengerechtigde leeftijd verstandig is, al was het maar om te voorkomen dat het opgebouwde vermogen net voor de pensioendatum een klap krijgt.
Risicotolerantie speelt hierbij een rol en lijkt voor een deel cultureel ingegeven, aldus Steenkamp. ‘Zo zitten Amerikanen op hun pensioenleeftijd nog veel meer in aandelen. Soms zelfs wel meer dan de helft.’
Een andere belangrijke variabele is het carrièrepad van de belegger. ‘De toekomstige verdiencapaciteit is bepalend voor het beleggingsbeleid.’
Omstandigheden veranderen
Daarbij veranderen omstandigheden, zo vult Dirk van Ommeren, investment leader defined contribution solutions bij BNP Paribas Investment Partners, aan. Hij ziet dat het productaanbod hier meer en meer op inspeelt.
Van Ommeren herinnert zich dat hij bij het afsluiten van een beleggingshypotheek geadviseerd werd aanvankelijk te beleggen in de meest offensieve van een aantal mixfondsen, om na verloop van tijd te switchen naar defensievere varianten. ‘Ik moet het telefoontje van de adviseur nog steeds krijgen.’
Volgens de BNP Paribas-manager breekt evenwel nu het tijdperk ‘doelbeleggen 2.0’ aan. Een aanpak van ‘modulair beleggen’ maakt dat door de allocatie naar een zogenaamde return en een matching-portefeuille beter ingespeeld kan worden op de persoonlijke situatie.
Zekerder resultaat
Robeco’s Steenkamp berekende het voordeel van afbouwen, van het return deel ten gunste van het matching deel, ten opzichte van een constante mix. In een simulatie met als meest waarschijnlijke uitkomst een pensioen van 47 procent van het eindloon, was dit bij de slechtste 2,5 procent van de uitkomsten in het geval van constante mix 35 procent en 39 procent bij life-cycle beleggen.
Hij vervolgt dat niet alleen het huidige vermogen als ‘de pot’ moet worden gezien, maar daarbij ook de contante waarde van alle toekomstige afdrachten (premies). Voor een belegger van 30 jaar oud zal het huidige vermogen kleiner zijn en het toekomstige deel groter dan van een 50-jarige.
Dezelfde risicobereidheid betekent dat van het totaal vermogen evenveel risicovol zou worden belegd. Voor de 30-jarige betekent dit misschien 100 procent in aandelen en voor de 50-jarige maar 20 procent.
Wesley Sneijder
Aan de andere kant, hangt ook veel af van de zekerheid van de toekomstige afdrachten. ‘Zo is het voor voetballer Wesley Sneijder verstandig minder risico nemen dan voor universiteitsprofessor Tom Steenkamp.’
Waar de laatste tot in lengte van dagen een aanhoudende verdiencapaciteit heeft maar een relatief bescheiden vermogen heeft kunnen opbouwen, heeft de eerste juist veel vermogen opgebouwd maar neemt de verdiencapaciteit na zijn loopbaan waarschijnlijk zeer snel af.
Volgens Steenkamp, tevens hoogleraar beleggingsleer aan de Vrije Universiteit, moet dat vergaande gevolgen hebben voor de mate waarin risico wordt genomen. ‘Professor Steenkamp kan zich in dat opzicht meer veroorloven dan voetballer Sneijder.’
Voor een market maker wiens verdiencapaciteit in direct verband staat met de aandelenmarkt, kan het zelfs verstandiger zijn eerst niet en tegen de pensioendatum wel in aandelen te beleggen.
Politieke lobby
Europa loopt wat life-cycle beleggen nog ver achter op de VS. Vanuit het publiek weet San Lie, hoofd research van Morningstar Benelux, te melden dat de omvang van circa 23 miljard dollar van Europese life-cycle fondsen in de schaduw staat bij de 500 miljard dollar die er in Amerika al in belegd is.
Hier zijn verschillende redenen voor. Zo is de pensioenmarkt in de VS is al meer opgeschoven richting defined contribution, waar in Europa defined benefit nog de norm is. De Amerikaanse overheid speelt hierbij een faciliterende rol. Als gevolg staat life-cycle beleggen in de VS veel duidelijker op de kaart bij adviseurs.
Steenkamp wijst erop dat in Nederland een lobby wordt gevoerd, onder meer vanuit organisaties als Netspar, om life-cycle beleggen fiscaal vriendelijker te gaan behandelen.