Hoe zwaar moeten de winsten uit vermogens belast worden? Het is een van de heikelste vragen in de aanslepende regeringsformatie. Fiscale experten waarschuwen voor kapitaalvlucht. ‘Terwijl we de grote vermogens juist nodig hebben om te investeren in onze economie.’
Het leek einde verhaal voor de formatie van een nieuwe federale regering, nadat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau zich erg negatief uitliet over de voorbereidende nota’s van formateur Bart De Wever (N-VA). De socialistische voorman vindt onder meer dat er te weinig financiële inspanningen van de grote vermogens gevraagd worden om de donkerrode begroting op orde te krijgen.
Maar koning Filip aanvaardde maandagmiddag het ontslag van De Wever als formateur niet en houdt het nog een week in beraad. Dat moet de vijf betrokken partijen (N-VA, Vooruit, CD&V, MR, Les Engagés) de ruimte geven om alsnog de formatie te reanimeren.
De Wever diende eind augustus ook al eens zijn ontslag in, maar kwam uiteindelijk toch weer aan zet. De torpedo kwam in die periode van de andere kant van het politieke spectrum. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez zag als rechtse liberaal de plannen rond een meerwaardebelasting op aandelen niet zitten. Die waren, op aandringen van Rousseau, in de voorbereidende nota van De Wever gezet.
Dat alles illustreert hoe politiek gevoelig de invoering van een meerwaardebelasting in België wel ligt. Bij zo’n capital gains tax wordt bij de verkoop van een aandeel of obligatie het verschil met de aankoopprijs belast. De belasting bestaat in tal van andere landen en het academische debat over een Belgische variant woedt al decennia, maar de invoering ervan kwam nooit meer dichterbij dan nu.
Volgens de uitgelekte voorstellen overwegen De Wever en co een meerwaardebelasting van 10 procent, maar wel met specifieke vrijstellingen voor bijvoorbeeld kleine beleggers en kmo-ondernemers die hun zaak verkopen. Voor kleine beleggers zou een vrijstelling van de eerste 15.000 euro voorzien zijn.
Kapitaalvlucht
Volgens verscheidene fiscale adviseurs zijn heel wat grote vermogens niet principieel tegen een beperkte meerwaardebelasting. Maar dan moet wel de algemene fiscale druk, die in België torenhoog is en dan vooral op arbeid, met een ruk naar omlaag.
‘Of de grote vermogens met hun juridische constructies de dans kunnen ontspringen bij een meerwaardebelasting, is nog onduidelijk. In sommige gevallen – zoals een familiale onderneming die groter is dan een kmo – lijkt het toch om miljoenen euro’s aan extra belastingen te kunnen gaan’, zo schatten Christophe Romero en Senne Verholle van Aeacus Lawyers in.
Het fundamentele probleem is dat de algemene belastingdruk in België te hoog is
Christophe Romero en Senne Verholle (Aeacus Lawyers)
‘Van bepaalde cliënten horen we dat het probleem niet de mogelijke meerwaardebelasting op zich is, maar het totaalpakket. Er is aanhoudend onzekerheid over verscheidene belastingen, waardoor er geen stabiel fiscaal klimaat is. Het fundamentele probleem is dat de belastingdruk in België in het algemeen te hoog is. We zijn voortdurend de putten van de Belgische staat aan het dempen.’
‘Kapitaal dreigt België te ontvluchten’, waarschuwt het advocatenduo. ‘Een meerwaardebelasting zou wel eens de druppel kunnen zijn die de emmer doet overlopen en Belgische vermogenden naar Luxemburg of Zwitserland jaagt. Bovendien zal het dan moeilijker zijn om Franse vermogens naar België te lokken. En een internationaal bedrijf dat overweegt om zich in België te vestigen, zal twee keer nadenken.’
Van 10 naar 15 of 20 procent?
Het voorgestelde tarief van 10 procent meerwaardebelasting lijkt de meeste experten redelijk. Maar de vrees is dat dit snel de hoogte in kan gaan, omdat de Belgische overheidsfinanciën zo zwak zijn.
‘Het is iets wat we met andere belastingen, zoals de effectentaks, gezien hebben. Eerst is er een acceptabel tarief. Maar bij begrotingsproblemen wordt 10 procent verhoogd naar 15 procent, en daarna naar 20 procent’, zegt fiscaal advocaat Werner Heyvaert (kantoor AKD).
Romero en Verholle: ‘Als over een jaar of twee blijkt dat er weer een gat in de begroting is, zal de verleiding groot zijn om dat percentage van 10 procent te verhogen.’
Een compensatie door de roerende voorheffing te verlagen – een ander uitgelekt voorstel – zal volgens Heyvaert de onrust niet wegnemen. ‘Dat is een heel andere belasting. De roerende voorheffing slaat op dividenden en rentecoupons. Het gaat dus om kleinere bijdragen, die uitgespreid zijn in de tijd.’
‘Verkeerd signaal’
Op technisch vlak vrezen experts voor een doos van Pandora. Een van de kwesties is hoe de waardering van niet-beursgenoteerde aandelen bepaald moet worden. Ook het toekennen van aandelenopties aan het personeel dreigt een soep te worden.
Maar wat Heyvaert nog het meeste zorgen baart, is het signaal dat de politiek met een meerwaardebelasting naar de grote familiale ondernemers zou uitsturen.
‘We hebben ondernemers als Marc Coucke, Luc Tack of Hein Deprez nodig om te investeren in onze economie. Iemand als Coucke herinvesteert voortdurend zijn winsten en schept daarmee werkgelegenheid. Als de overheid met die 10 procent belasting in staat zou zijn meer welvaart te creëren dan zulke ondernemers, dan valt er iets voor te zeggen. Maar zijn we daar wel zo zeker van?’
De grootste vermogens moeten de vrijheid krijgen om te ondernemen, en zo jobs en welvaart te scheppen voor de rest van de samenleving
Werner Heyvaert, fiscaal advocaat (AKD)
‘De grootste vermogens moeten de vrijheid krijgen om te ondernemen, en zo jobs en welvaart te scheppen voor de rest van de samenleving. Maar wat doen we? We ontmoedigen ze. Zo wordt het moeilijk, natuurlijk.’
Econoom Peter De Keyzer (Growth Inc) draait het in een opiniebijdrage in De Tijd zelfs helemaal om: België zou de afwezigheid van een meerwaardebelasting op internationaal niveau als fiscale troef moeten uitspelen.
‘Als je met buitenlanders over ons nultarief op meerwaardebelasting praat, vallen ze van hun stoel. Ze kunnen amper geloven dat je hier een bedrijf kan oprichten en de meerwaarde jaren later volledig belastingvrij voor jezelf kan houden’, schrijft hij. ‘Dat wil twee dingen zeggen: België heeft een troef in handen en de maatregel is in het buitenland nauwelijks bekend. Dat biedt ons land een unieke kans.’