merciervanderlinden-2.jpg

Voor Thomas Vanderlinden (rechts op de foto samen met medepartner Stéphane Mercier), medeoprichter van de Antwerpse vermogensbeheerder Mercier Vanderlinden Asset Management, is een gecentraliseerd en eenvoudig businessmodel een sterk onderscheidende factor. Zijn beleggers moeten zich ook verantwoorde langetermijnaandeelhouders voelen, zegt hij in een exclusief gesprek met Investment Officer.

Mercier Vanderlinden werd in 2000 opgericht door Stéphane Mercier en Thomas Vanderlinden. Zij zochten een doeltreffende manier om hun roerend vermogen te beleggen volgens de principes van Warren Buffett. Vandaag bedragen de assets under management zowat 3 miljard euro.

Vanderlinden: Sinds begin dit jaar is het ons toevertrouwde vermogen gestegen met een kleine 15 procent. Dit is hoofdzakelijk te danken aan het markteffect, maar ook deels aan de positieve netto instromen. Belangrijk bij ons is dat we de afgelopen maanden meer gaan inzetten zijn op estate planning. Daarvoor hebben we Charles Kesteloot aangetrokken, die bij Degroof Petercam op fiscaal-juridisch vlak zijn sporen verdiende. Dit soort advies wordt steeds belangrijker en daarom hebben we het ook geïnternaliseerd.’

Centralisatie

Vanderlinden benadrukt dat het bedrijf een sterk gecentraliseerd businessmodel nastreeft. ‘We hebben twee beveks, een wereldwijd aandelenfonds en een patrimoniaal gediversifieerd fonds, en nog een DBI-fonds voor vennootschappen. Dat is het. We hebben een zeer getalenteerd team van analisten en beheerders aangetrokken. Strategische beslissingen worden in het comité van vier partners genomen.’

De opening van het kantoor in Brussel vorig jaar is erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling van Mercier Vanderlinden: ‘We zien dat het cliënteel in Brussel erg verschillend is van dat in Vlaanderen. In Brussel zijn het meer de klassieke vermogende families, terwijl het in Vlaanderen eerder ondernemers zijn die fortuin hebben gemaakt. Dat onderscheid willen we ook zo goed mogelijk bedienen door de opening van het kantoor in Brussel.’

Vanderlinden licht toe dat zijn klanten zich vooral in Vlaanderen bevinden. ‘Vooral in Oost- en West-Vlaanderen tellen we heel wat ondernemers. Het is een meer besloten gemeenschap, en daarom sluit ik niet uit dat we tussen dit en twee jaar een kantoor in die regio openen.’

Ambities

Opvallend is dat Vanderlinden geen ambities op vijf jaar vooropstelt. ‘We hebben geen planning op dat vlak. We hadden in het begin nooit kunnen denken dat we vandaag 3 miljard zouden beheren. Belangrijk voor ons is om organisch te kunnen groeien. Ik benadruk wel dat we enkel discretionair beheer aanbieden. We vinden adviserend beheer te omslachtig en ook niet in het beste belang van de cliënt. In het huidige regelgevende kader is discretionair beheer trouwens ook eenvoudiger toe te passen. We mikken daarbij op een (familiaal) vermogen van minstens 1 miljoen euro. Daarbij zorgen we voor volledige transparantie. De cliënten weten 100 procent zeker dat hun belangen dezelfde zijn als de onze. Ook wij beleggen als managing partners trouwens ons roerende vermogen uitsluitend in onze beveks.’

Participatief

Vanderlinden benadrukt ook hoe belangrijk het is dat beleggers zich geëngageerde aandeelhouders voelen. ‘Aandeelhouders vervullen een erg belangrijke rol in de economie. Het zijn stukken van een onderneming. Dat ontbreekt wel eens bij andere private banken. We vinden het belangrijk dat onze cliënten deze feeling hebben. Als ik trouwens naar onze factsheets kijk, dan zitten 6 van de 10 aandelen in onze top 10 posities al meer dan tien jaar in de portefeuilles. Dat zorgt voor een erg lage turnover in 2018 van 20,89 procent (two-way).’

‘We gaan ons tot slot ook niet verliezen in macro-economische analyses of beschouwingen. Wie weet wat de olieprijs of rentevoeten zullen doen? We beleggen uitsluitend bottom-up in bedrijven die fair gewaardeerd zijn en liefst een sterke verankering hebben. Cyclische bedrijven hebben we niet zo graag, en zeker niet in deze late fase van de cyclus. Dat onderscheidt ons wel van andere valuebeleggers.’

Dure bedrijven

Bedrijven met een zeer voorspelbare winstgroei zijn wel behoorlijk duur geworden, zegt Vanderlinden. ‘Daarom hebben we bepaalde posities die we al lang hadden, zoals Microsoft en fast-moving consumer goods, wat afgeroomd. Heel mooie bedrijven, maar voor ons is de waardering natuurlijk ook van tel. We zijn meer posities beginnen op te bouwen in healthcare bedrijven zoals Novartis, Merck, J&J, Roche en dergelijke. Die vertegenwoordigen nu 15 procent van de portefeuille en bieden volgens ons een aantrekkelijk potentieel.’

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No