Small en midcaps, die genoteerd zijn aan Euronext Amsterdam, hebben de jongste crisis benut om kosten te verlagen en hun balansen op te schonen. Het maakt ze rijp om nieuwe overnames te doen.
Dat zeggen Joop Witteveen en Peter Beijers, fondsmanagers van Kempen Orange Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Het fonds is in de categorie Aandelen Nederland genomineerd voor de FD Morningstar Award.
Overnamepad
Het tweetal is er voorstander van dat de bedrijven zich beperken tot kleine overnames om daarmee hun marktpositie verder te versterken. Witteveen (links op foto) en Beijers (rechts) hielden vorig jaar al rekening met dergelijke acquisities.
Het bleef uit, omdat de aandelenkoersen tot de eerste helft van 2009 onder water stonden, terwijl bij veel van de potentiële overnamekandidaten - niet-beursgenoteerde familiebedrijven - nog sprake was van niet-realistische verwachtingen over overnameprijzen, zegt Witteveen.
Financieringsprobleem
‘De ingeschatte overnameprijzen waren veel te hoog. Nu komen vraag en aanbod veel dichter bij elkaar, vooral als het niet-genoteerde mkb een financieringsprobleem heeft en niet terecht kan bij de banken.’
Daarnaast ziet Witteveen ook een aantal small en midcaps in de portefeuille die zo dominant zijn in hun markt, dat ze aantrekkelijk zijn voor een overname. ‘Maar daar betaal je dan wel meteen de hoofdprijs voor.’ Zo is vorig jaar Eriks verkocht.
‘Dat was nog niet tegen de hoofdprijs, maar dat kwam omdat het bedrijf nog niet tot volle wasdom is gekomen, maar de overnameprijs was wel een verdubbeling ten opzichte van de koers.’
Volg de actuele koers van Kempen Orange Fund
Overnamekandidaat: TomTom
Een mogelijke overnamekandidaat onder de small- en midcaps kan in de ogen van Witteveen bijvoorbeeld TomTom zijn. ‘Als het niet echt goed gaat, dan wordt zo’n bedrijf door de grote partijen simpelweg uit de markt genomen’, oordeelt hij.
Ook bedrijven als Brunel, Binck en Unit4 komen in theorie voor een dergelijk scenario in aanmerking.
Of een bedrijf een potentiële overnameprooi is of niet, is voor Kempen Orange Fund geen criterium om het op te nemen in de portefeuille, zegt Beijers. ‘Onze fundamentele bottom-up analyse is de basis voor onze beleggingsbeslissingen.’
Beleggingsuniversum
Het Kempen Orange Fund bouwt een portefeuille met circa 25 bedrijven op uit een universum van ongeveer 90 bedrijven.
De belegging geschiedt op een 3 tot 5-jaarsbasis. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een analysemethode, waarbij gekeken wordt naar de managementkwaliteit, de strategische positionering en de financiële positie van de onderneming.
Naast deze kwaltitatieve beoordeling vindt een kwantitatieve analyse plaats met een discounted cash flow model (DCF). Hiermee wordt het koerspotentieel bepaald.
Fair value
Volgens het tweetal is er op dit moment sprake van een fair value van Nederlandse small- en midcaps.
‘Je betaalt nu gemiddeld 12 keer de winst per aandeel, dat is in de historische range tussen 10 en 14 die wij aanhouden. Als de winsten zouden tegenvallen, dan valt ook de performance tegen. Als de winst meevalt, dan zijn rendementen mogelijk van 20 tot 30 procent.’
Witteveen denkt dat de meeste small- en midcaps het koersverlies van 2008 in komende twee jaar volledig goed kunnen maken. Of dat ook lukt, moet komende maanden blijken met een stijging van de top-line.
‘Uitzondering op de regel zijn enkele bedrijven. Een voorbeeld daarvan is Heijmans. Dat komt voorlopig niet meer goed.’
Standaarddeviatie
Het Kempen Orange Fund heeft in 2009 een rendement geboekt van 65,4 procent, een outperformance van 5 procent tegenover de benchmark, de GPR Dutch Smallcap index. Dat rendement is echter niet zonder risico’s behaald.
Gemeten in standaarddeviatie is het een van de meest volatiele fondsen in de categorie. Toch slaagde het in 2009 opnieuw om zowel de categorie als de index te verslaan.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
‘Financieringsbehoefte bepaalt lot bedrjif’