15CD0908BTB_1346.JPG

Veel businessmodellen zullen door MifiD III danig onder druk komen. Winstgevendheid blijft een uitdaging in de sector. En de nadelen van private equity kan je opvangen met op maat gemaakte kredietoplossingen.

‘Van oudsher richtte de Banque Transatlantique Belgium zich op vermogende Franse families. Sinds 2005 is ze ook in Brussel gevestigd. In België richtte de bank zich oorspronkelijk op haar ‘legacy’ cliënteel, met name vermogende Franse families, maar sinds een aantal jaar telt de bank meer Belgisch cliënteel dan Frans.’ 

Dat zegt Fabrice de Boissieu (foto), gedelegeerd bestuurder van Banque Transatlantique, in een exclusief interview met Investment Officer. Banque Transatlantique Belgium is een filiaal van de Franse groep Banque Transatlantique die in 1881 is opgericht door Eugène Péreire, voorzitter van de Compagnie Générale Transatlantique naar wie ze is vernoemd. Als filiaal maakt Banque Transatlantique deel uit van de overkoepelende groep Crédit Mutuel Alliance Fédérale. 

De Boissieu vermeldt dat de situatie er in 2021 heel anders uitziet dan in 2005. Na de financiële crisis hechten vermogende families meer belang aan solide instellingen met een sterke rating die op lange termijn denken. ‘Cliënten willen werken met een huis dat inspeelt op hun behoeften, en die hen begeleidt in plaats van op de eerste plaats producten wil verkopen. Ook moet je over de generaties heen denken.’

Private equity

Naast het portefeuillebeheer (met name in individuele lijnen), de dienstverlening rond kredietverlening, levensverzekeringen, enz. benadrukt Fabrice de Boissieu dat de toegevoegde waarde van de Bank die ze haar cliënten kan aanbieden ligt in private equity. Hij stelt dat het een alternatief en een belangrijke aanvulling is op liquide beursgenoteerde strategieën. ‘In Europa en de Verenigde Staten heeft private equity meer geld opgehaald dan genoteerde aandelen,’ stelt hij.

De Banque Transatlantique bevindt zich op een cruciaal punt op dat vlak. Enerzijds begeleidt ze immers een aantal professionele cliënten die actief zijn in de private equity sector in het kader van de financiering van ‘carried interest’ of ‘management package’.

‘We willen aan de zijde staan van beheerders van private equity fondsen of van leiders van bedrijven die worden overgenomen door deze fondsen, zodat ze kunnen genieten van de verschillende soorten incentives waarvan ze begunstigde kunnen zijn, maar waarvoor ze soms aanzienlijke sommen op tafel moeten leggen’, stelt de Boissieu.

Anderzijds kunnen cliënten van de bank via haar investeren in private equity om hun vermogen te diversifiëren. Ze kunnen daarbij een beroep doen op de expertise die de bank op dat vlak verworven heeft dankzij haar ervaring met professionals in deze sector. In dat opzicht stelt de Boissieu dat het belangrijk is om na te gaan in welke mate een investering in private equity geschikt is voor bepaalde families.

Je moet immers ook de verschillende types fondsen in kaart brengen, met name qua regio’s, looptijden, segmenten (omvang, sector, strategie, enz.) en structuur. Tot slot moet men nagaan op welke manier de private equity investeringen het beste aangehouden wordt. Dat kan zowel als natuurlijke persoon zijn als rechtspersoon, zoals via een maatschap in het kader van een vermogensplanning.

‘We hebben strategieën uitgewerkt waarmee we de nadelen die verbonden zijn aan een private equity investering kunnen oplossen. Voor de illiquiditeit en de looptijd kunnen we afhankelijk van de situatie bepaalde kredietformules aanbieden.

De gemiddelde looptijd van private equity investeringen bedraagt zeven jaar. We kunnen het zo regelen dat het beheer van een portefeuille niet wordt ‘verstoord’ met een kredietlijn die de onderliggende activa in pand neemt en waarmee zo de tijdsspannes tussen de verschillende capital calls en terugbetalingen kunnen worden opgevangen.’

Vlaanderen

‘Ik merk dat cliënten een heldere langetermijnstrategie wensen, die niet voortdurend verandert, en een stabiel team dat zich om de familiale zaken bekommert. Van oorsprong hadden we een overwegend Franstalig cliënteel, maar we zouden ook graag actiever worden in het noorden van België, waar nu eenmaal twee derde van het vermogen zit.’

Volgens hem wordt dat een werk van lange adem, omdat dit een erg competitieve markt is en waarop andere eerder Franstalige instellingen moeilijk voet aan de grond krijgen. ‘De situatie in Vlaanderen is nog complexer. Daarom willen we stap voor stap gaan met een geloofwaardig lokaal team.’

Hij stelt ook dat de sector geconfronteerd wordt met vele uitdagingen, zoals regelgeving en rendabiliteit, die voortdurend onder druk staat.

Open architectuur

De MiFID III richtlijn, die Europa momenteel voorbereidt, zal de sector van het vermogensbeheer en private banking danig veranderen. Iedereen zal immers veel transparanter moeten worden over de reden waarom beleggingsproducten worden aangeboden. De regelgeving is bovendien een van de redenen waarom meerdere private banks niet rendabel zijn.

MIFID III zit momenteel in de pijplijn als opvolger voor MiFID II, en wordt een echte gamechanger voor de sector. MiFID II heeft voor meer transparantie gezorgd. Dat is een goede zaak, maar de opvolger ervan gaat nog een stuk verder. Hierdoor zullen veel businessmodellen serieus onder druk komen, en veel spelers zijn daar niet klaar voor,’ zegt de Boissieu.

MiFID III verstrengt immers de verplichtingen van de spelers in de sector. Wanneer een privaat fonds wordt aangeboden, moet men motiveren waarom dat gebeurde.

Over Banque Transatlantique

  • Actief in België sinds 2005
  • Beheerd vermogen: 3,7 miljard
  • Aantal families die cliënt zijn: 400
     
Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No