In antwoord op vragen van Kamerleden heeft minister Dijsselbloem van Financien nogmaals uitgelegd waarom besloten is de kosten voor het toezicht door de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank volledig voor rekening van de sector te laten komen.
De minister stelt allereerst vast dat dat de kosten voor het toezicht op de financiële markten nu ook al grotendeels aan de sector worden doorberekend.
In 2013 bedroegen de totale kosten van de twee toezichthouders 228 miljoen euro. De overheid nam daarvan 40 miljoen voor haar rekening.
‘Dat in het geval van de financiële sector in het algemeen reden bestaat om de kosten van toezicht door te berekenen is dan ook al eerder geaccepteerd door de wetgever’, aldus de minister.
Algemeen belang
De VVD-fractie had de minister echter gevraagd in hoeverre bij de beslissing de sector voor de totale toezichtskosten te laten opdraaien, is meegewogen dat dit toezicht in het algemeen belang is.
Volgens de minister betekent het feit dat het toezicht mede in het algemeen belang is, echter niet automatisch dat het ook uit de algemene middelen moet worden gefinancierd.
Volgens de minister zijn er ‘zwaarwegende redenen’ om de kosten wel degelijk aan de sector door te berekenen.
Systeemprofijt
Allereerst is er volgens de minister sprake van ‘systeemprofijt’. Dat wil zeggen dat de personen die onder toezicht van DNB en de AFM staan specifiek en substantieel profijt hebben van het toezicht.
De financiële sector profiteert immers rechtstreeks van het vertrouwen in die sector dat door het toezicht wordt vergroot. Wanneer het vertrouwen in de financiële sector toeneemt zal immers vaker gebruik worden gemaakt van financiële producten.
Veroorzaker betaalt
Daarnaast bestaat ook op grond van het beginsel ‘de veroorzaker betaalt’ aanleiding om gemaakte kosten door te berekenen, aldus de antwoorden op de vragen.
‘Dit beginsel houdt in dat degene die risico’s voor de maatschappij in het leven roept ook dient op te draaien voor de kosten van het toezicht die worden gemaakt om deze risico’s te beheersen.’
Hier komt bij dat het goed mogelijk is de kosten voor toezicht op de financiële sector door te berekenen. Dit komt voornamelijk doordat de groep personen waarop toezicht wordt gehouden strikt afgebakend is. Alleen door middel van vergunningverlening kan worden toegetreden.
Verder is het goed mogelijk om te differentiëren tussen de verschillende categorieën marktpartijen, om zo te bewerkstelligen dat de bijdrage aan de kosten van het toezicht de intensiteit van het toezicht op de individuele partij goed weerspiegelt, zo staat er te lezen.
Tot slot zijn zijn volgens de minister eventuele negatieve effecten van doorberekening ondervangen. Zo zijn verschillende maatregelen genomen om de onafhankelijkheid van de toezichthouders te waarborgen en om de kosten van het toezicht te beheersen.