Er worden voorlopig geen nadere eisen gesteld aan robo-advies, zo heeft minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem onlangs besloten.
Aanleiding voor het besluit waren de reacties van Adfiz, Dufas, NVB, OvFD, Pritle (het huidige Binck Forward), VEB, het Verbond van Verzekeraars en de AFM op het voorstel van Dijsselbloem.
Het besluit wordt verder niet toegelicht.
De minister wilde het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) aanpassen zodat iemand die wordt geadviseerd ‘zonder tussenkomst van een natuurlijk persoon’ (geautomatiseerd advies) dezelfde bescherming zou genieten als iemand die wordt geadviseerd door een persoon van vlees en bloed. Ook moet het robo-advies passend zijn.
Steeds meer financieel dienstverleners introduceren geautomatiseerd advies. Daarmee word financieel advies voor een grotere groep mensen toegankelijk.
Een advies waar geen menselijke adviseur bij is betrokken. Geautomatiseerd advies biedt voordelen op het gebied van snelheid, beschikbaarheid voor de klant en prijs. Dat draagt bij aan de toegankelijkheid van financieel advies.
Als nadeel van robo-advies wordt wel eens gesteld dat het advies niet voldoende rekening houdt met de specifieke situatie van de klant.