ing_schaick_van_ewout.jpg

‘De ruimte om binnen de risicoprofielen van mixfondsen asset allocatiekeuzes te maken is groter dan je zou denken. Weliswaar kan je bij je top down-allocatie maar 10 procent onder- en overwegen, maar binnen de verschillende asset classes zijn de keuzemogelijkheden wel groot.’ 

Dat zegt Ewout van Schaick van ING Investment Management in een gesprek met Fondsnieuws.

Van Schaick voert sinds 2009 het multi asset strategies team aan, van wie maar liefst 7 mixfondsen zijn genomineerd voor een Morningstar Award. De uitreiking van de awards is op 16 april in Amsterdam.

Mixfonds en risicoprofiel
In Nederland voert ING IM vijf zogenoemde Dynamic mixfondsen (I tot en met V), die afgestemd zijn op de risicoprofielen. Deze fondsen worden beheerd door het team van Van Schaick, die voor de beleggingsvisie afstemming zoekt met het strategieteam van Valentijn van Nieuwenhuizen. 

Van Schaick en zijn zes beheerders zijn verantwoordelijk voor de onder- en overwegingen in de asset allocatie. Aangezien de risicoprofielen opeenvolgend zijn is men bij de onder- en overwegingen in de allocatie beperkt.

Dat geldt ook voor de limiet die de tracking error oplegt, maar zegt van Schaick binnen aandelen kun je bijvoorbeeld vrijelijk de regio’s bepalen of de beleggingsstijl, terwijl in het vastrentende deel van de portefeuille geen beperkingen zijn ten aanzien van het renterisico. 

Top down versus bottom-up
‘Zo volgen wij voor het vastrentende deel van de portefeuille de Barclays Aggregate Index en die bestaat zowel uit bedrijfsobligaties, covered bonds en staatsobligaties. Het mandaat van de fondsen stelt ons geen beperking in de keuzes of we meer of minder kredietrisico willen.’

Naast de top down-allocatie is er sprake van een bottom up-selectie. Hiervoor zijn de verschillende beleggingsteams binnen ING IM verantwoordelijk. Het team van Van Schaick heeft op deze keuzes geen invloed.

In de allocatie naar de eigen huisstrategieën streeft het beheerteam naar een goede balans tussen risico en rendement uit zowel de top down asset allocatie als de bottom up aandelenselectie. Ervaring leert volgens van Schaick dat beide bronnen elkaar goed aanvullen.

Hoewel vaak gezegd dat de asset allocatie voor wel 70 procent of meer de risico/rendementsverhouding van een fonds of strategie bepaalt, zegt Van Schaick dat hij ernaar streeft dat de verdeling van de outperformance boven de benchmark tussen top-down en bottom-up ongeveer 50-50 is.

Gebruik van futures
Wat het proces volgens van Schaick bij zijn team uniek maakt, dat is dat men flexibel is en dat men snel kan inspelen op nieuwe inzichten en marktontwikkelingen. Dat is mede te danken aan het gebruik van futures, waardoor een snelle implementatie mogelijk is. 

Hierdoor kan volgens van Schaick bovendien worden voorkomen dat men in een ‘of-of situatie’ komt. ‘Het is niet meer aandelen versus obligaties, want door futures kun je juist je aandelenexposure verhogen, terwijl je obligaties niet hoeft te verkopen. Het is zelf mogelijk dat je beide asset classes tegelijkertijd over- of onderweegt.’ 

Ook nemen door de inzet van futures de transactiekosten van het fonds sterk af, terwijl volgens van Schaick de risico’s van het gebruik van futures ‘er niet zijn’. De kosten van de ING-mixfondsen zijn lager dan van de mediaan, stelt Morningstar. Bovendien presteren ze beter dan de categorieën.

Performance
Het ING Dynamic Mixfonds II, die genomineerd is in de categorie mixfondsen defensief, heeft vorig jaar 7,66 procent behaald; ING Dynamix Mix Fund II in de categorie neutraal boekte een rendement van 11,48 procent en ING Dynamic Mixfonds V in de categorie offensief was goed voor 18,51 procent.

Van Schaick denkt voor de langere termijn vooral de vraag naar unconstrainted mix- of multi-asset fondsen groot zal zijn. In Nederland biedt ING IM in dat verband het ING Lion Fund aan. Dit fonds, alsook de andere mixfondsen zijn beschikbaar op het nieuwe execution only platform van de asset manager: fit vermogen.

 

 

 

Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No