Aandelen-, obligatie-, en gemengde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) hebben in de periode 2010- 2019 een jaarlijks nettorendement behaald van 7,6, 2,3 en 3 procent. Deze positieve rendementen staan in contrast met het verlies van 1 procent op bankdeposito’s.
Aandelen-icbe’s leverden in de periode 2010-2019 een totaal nettorendement op van 108 procent procent in reële termen, terwijl bankdeposito’s 10 procent aan nettowaarde verloren.
Dat blijkt uit het jongste Market Insights-rapport “Perspective on the net performance of UCITS”, dat opgesteld is aan de hand van het laatste Annual Statistical Report van de Europese toezichthouder Esma. De Efama, de belangenvereniging van vermogensbeheerdes in Europa, komt met zijn Market Insights rapport in reactie op de opmerkingen van de Esma over de kosten van icbe’s. Efama probeert dat in perspectief te plaatsen door te wijzen op het extra rendement dat icbe’s de afgelopen tien jaar hebben opgeleverd ten opzichte van bankdeposito’s.
Bernard Delbecque, Efama Senior Director for Economics and Research: ‘Ons verslag illustreert het financiële verlies dat Europese huishoudens hebben geleden door in de afgelopen tien jaar een te groot deel van hun spaargeld in bankdeposito’s aan te houden. Beleidsmakers moeten ook de voordelen van beleggen benadrukken in plaats van zich vooral te richten op de kosten ervan, om te voorkomen dat mensen helemaal afzien van beleggen, wat indruist tegen een van de belangrijkste CMU-doelstellingen.’
Rekening houdend met alle kosten en het effect van de inflatie genereerde een belegging van 10 000 euro over tien jaar in een portefeuille die was samengesteld uit aandelen- (40 procent), obligatie- (30 procent) en gemengde (30 procent) icbe’s een totaal nettorendement van 61 procent in reële termen, terwijl de waarde van 10 000 euro die in de periode 2010-2019 op een bankrekening bleef staan, in reële termen met 10 procent daalde.
In het verslag worden belangrijke verschillen vastgesteld tussen de prestaties van de beter en de slechter presterende actieve en passieve fondsen, wat de heterogeniteit van het fondsenuniversum weerspiegelt. Veel actieve fondsen presteerden netto beter dan passieve fondsen, en omgekeerd. Uit het verslag blijkt ook dat een aanzienlijk aantal van de best presterende actieve aandelen-icbe’s ook in de daaropvolgende jaren topprestaties blijven leveren, aldus Efama in zijn Market Insights.
De sterke nettoprestaties van icbe’s in de afgelopen jaren kunnen ook worden verklaard door de dalende vergoedingen, die hoofdzakelijk het gevolg zijn van de maatregelen die in het kader van Mifid II en de Icbe-richtlijn zijn genomen met betrekking tot de informatieverstrekking over de kosten.
De gecumuleerde daling van de lopende kosten van icbe’s over de afgelopen vier jaar bedroeg 16 procent voor aandelen-icbe’s, 7 procent voor obligatie-icbe’s en 3 procent voor gemengde icbe’s. Dit is vooral duidelijk bij recent gelanceerde fondsen. Terwijl de gemiddelde lopende kosten berekend voor het gehele universum van actieve aandelen-icbe’s in december 2020 1,39 procent bedroegen, bedroegen de gemiddelde kosten van de vorig jaar gelanceerde actieve aandelen-icbe’s 0,81 procent.