Fearless Girl, NYSE, foto door Florin Cee via Flickr
Fearless Girl, NYSE, foto door Florin Cee via Flickr

ABN Amro, ING, InsingerGilissen, Rabobank en Van Lanschot Kempen zijn allemaal méér gaan beleggen in aandelen in de eerste jaarhelft. De neutrale beleggingsportefeuille van ING heeft na kosten het beste absolute en relatieve rendement geboekt in de eerste helft van 2024.

Dat blijkt uit een vergelijking van de neutrale beleggingsportefeuilles van de vijf banken, uitgaande van een fictieve klant met een te beleggen vermogen van 1,5 miljoen euro. De absolute rendementen over de periode van zes maanden lopen uiteen van netto 4,7 procent tot netto 6,4 procent. De relatieve rendementen variëren van -2,2 procent tot 0,28 procent.

Rabobank was op 7 februari de eerste bank die overwogen aandelen ging, ING volgde eind februari. ABN Amro verhoogde de neutrale weging van aandelen aan het einde van het eerste kwartaal. Van Lanschot Kempen werd in de loop van het tweede kwartaal positiever over aandelen, en deed de aankopen in Europa. InsingerGilissen breidde de weging van aandelen ‘in enkele stappen’ uit en kocht in april eveneens specifiek Europese aandelen bij.

Alle banken stellen in hun toelichting op de resultaten dat de overweging van aandelen positief heeft bijgedragen aan de relatieve performance van de hele beleggingsportefeuille. Rabobank spreekt van een rendementsverschil met obligaties van bijna 10 procent sinds de tactische aanpassing. ABN Amro had over de periode van zes maanden de grootste positie in aandelen, gemiddeld 56,5 procent.

Noord-Amerika versus Europa

Het verschil in regio-allocatie is groot tussen de banken. ING, Rabobank en Van Lanschot Kempen beleggen momenteel het grootste deel van hun aandelenportefeuilles in Noord-Amerika, allemaal ten minste 63 procent. ABN Amro belegt met 38 procent van de aandelenportefeuille het minst in Noord-Amerika en kiest juist voor een grotere positie in Europa, met 47,5 procent. Rabobank belegt het minst in Europa, 18 procent. InsingerGilissen zit relatief in het midden, met bijna 24 procent in Europa en ruim 58 procent in Noord-Amerika.

Maarten KneepkensOmdat Van Lanschot Kempen in april de benchmark voor de aandelenportefeuille heeft aangepast, moest de bank een verschuiving binnen de portefeuille maken. Die pakte volgens senior vermogensbeheerder Maarten Kneepkens goed uit in absolute zin. ‘Vooral omdat Amerikaanse aandelen van 1 april 2024 tot en met 30 juni 2024 iets beter presteerden.’

ING: hoogste absolute rendement

Uiteindelijk kijkt de klant naar het rendement in euro’s, en dat was in deze jaarhelft het hoogst bij ING. De aandelenportefeuille haalde een rendement van 15 procent, de obligatieportefeuille -0,5 procent. Daarnaast hielpen zowel grondstoffen als de positie in ABS de bank aan een hoger rendement.

Nathan LevyDe obligatieportefeuille van de bank deed het beter dan de obligatiebenchmark. Investment manager Nathan Levy wijst op het selectie-effect, dat positief was dankzij voornamelijk de prestaties van de gekozen fondsen binnen investment grade bedrijfsobligaties. ‘Goldman Sachs European ABS, Morgan Stanley Euro Corporate Bond Fund en Morgan Stanley Global ABS Fund behaalden dit jaar tot nu toe uitstekende resultaten. In de categorie Emerging Market Debt (EMD) valt Neuberger Berman Emerging Market Debt Blend Fund in positieve zin op.’

Bij Rabobank presteerde de obligatiestrategie bijna 1 procent beter dan de obligatiebenchmark. Hoofd beleggingsstrategie Taoufik Boussebaa: ‘Hoewel de rente steeg, daalden de spreads voor risicovolle obligaties. Dus om performance te maken in de obligatiemarkt was het simpel dit jaar: geen renterisico nemen, wel spreadrisico.’

De bank profiteerde ook van de exposure naar onder meer bedrijfsobligaties, coco’s, hybride obligaties en high yield obligaties. Boussebaa: ‘Bovendien deed onze blootstelling aan wereldwijde staatsobligaties minder pijn dan de pijn die onze Europese benchmark leed, dankzij de bijdrage van staatsleningen uit China, waar de rente wél daalde.’

Peter PauwBij ABN Amro had de langere looptijd bij het hoger risicosegment van EMD en high yield, een positief effect op het rendement, maar de hogere weging van Europese staatsobligaties een negatief effect. De bank verhoogde bovendien de positie in covered bonds ten koste van staatsobligaties. ‘Een van de weinige segmenten waar het verwachte rendement hoger was dan het historisch gemiddelde’, aldus senior fund advisor Peter Pauw.

Walter LeeringBij InsingerGilissen presteerden de obligatiebeleggingen ‘redelijk neutraal’, zeggen senior portefeuille managers Gerwin Griffioen en Walter Leering. Ze deden het daarmee flink beter dan de brede Europese obligatie-index, die ruim 1 procent verloor. De winst op investment grade bedrijfsobligaties, high yield en EMD compenseerden grotendeels het verlies op staatsobligaties, volgens de beleggers.

Van Lanschot Kempen hield vast aan de voorkeur voor staatsobligaties boven investment grade bedrijfsobligaties. De bank hield een overwogen positie aan door – naast
Europese staatsobligaties - extra te spreiden naar Amerikaanse. Verder meldt Maarten Kneepkens namens de bank dat het allocatie-effect licht positief was in de verslagperiode: ‘de relatieve onderweging van Amerikaanse versus Europese bedrijfsobligaties pakte goed uit’.

Aandelen: impact van zwaargewichten

Aan aandelenzijde blijft de mate waarin de banken beleggen in de Magnificent Seven een grote drijver van rendement. Deze aandelen hebben inmiddels een enorme weging in de index en lieten bijna het drievoudige rendement van de ACWI zien in de eerste jaarhelft.

Taoufik BoussebaaBij Rabobank hebben de zwaargewichten om uiteenlopende redenen een onderweging in het macro-, thema- en factorfonds. Over de eerste jaarhelft kostte dat ongeveer 1,5 procent aan relatieve performance binnen aandelen. De keuze om cyclische aandelen in de loop van het jaar op meerdere momenten te verhogen ten laste van defensieve aandelen, droeg bij de bank wél positief bij, maar kon het effect van de onderweging van de Magnificent Seven niet volledig compenseren.

Dat de aandelenportefeuille van ABN Amro het slechter deed dan de benchmark kwam volgens Peter Pauw vooral door het niet of minder belegd zijn in de eerder genoemde Amerikaanse tech-giganten. Ook de uitsluiting van wapenfabrikanten kostte rendement aangezien deze het relatief goed deden in de eerste jaarhelft. Pauw benadrukt dat de duurzame keuzes wel positief doorwerkten in het niet-financiële resultaat van de portefeuille. ‘De CO2-uitstoot van de portefeuille ligt meer dan 50 procent lager dan die van de benchmark, en het ESG-risico ligt lager.’

Bij Van Lanschot Kempen pakte de selectie van Amerikaanse aandelen in het Amerikaanse mandaatfonds nadelig uit vanwege een lagere weging in tech-giganten zoals Nvidia. Ook de positie van circa 5 procent in smallcap-aandelen droeg negatief bij aan het relatieve resultaat, zegt Kneepkens. ‘De benchmark voor small-cap aandelen MSCI World Small-cap Index bleef met 4,8 procent flink achter bij de benchmark voor wereldwijde large-caps die met 14,7 procent steeg.’

Absolute uitblinker

Gerwin GriffioenInsingerGilissen kroont Nvidia tot ‘absolute uitblinker’ van de portefeuille. De bank schaafde de weging van dit aandeel enkele malen bij. Griffioen: ‘Enerzijds om tussentijds winst te nemen, maar ook vanuit risicomanagement om het concentratierisico niet te groot te laten worden.’ Ook de aandelenbeleggingen in andere Magnificentseven-namen als Alphabet, Amazon, Apple, Microsoft, Tesla en daarnaast ASML droegen sterk bij aan de prestatie van de portefeuille.

Bij ING droeg een aantal van de grootste posities in de portefeuille sterk bij aan het rendement: Nvidia, TSMC, Amazon en Meta. Daarnaast had de sectorallocatie een positief effect, door de overwogen posities in IT en communicatiediensten. Het selectie-effect had dan weer een negatieve bijdrage aan het rendement, onder meer door de selectie binnen de gezondheidszorgsector en industriegoederen. Keuzes binnen IT en dagelijkse consumentengoederen pakten wel goed uit.

Tot slot: InsingerGilissen heeft in het eerste kwartaal een klein stukje van de opgebouwde aandelenperformance “afgeroomd”, voor de aankoop van een beschermingsconstructie tegen een eventuele koersdaling. Griffioen: ‘Kenmerkend voor de aandelenrally is dat deze gepaard is gegaan met een lage volatiliteit. De kosten van bescherming door middel van opties zijn daardoor relatief laag.’

* InsingerGilissen is in de eerste jaarhelft de beleggingsprestaties gaan afzetten tegen een “peer group” met vergelijkbare Europese vermogensbeheerders, via een meetlat van Morningstar. De strategische verdeling over de vermogenscategorieën is niet langer statisch, maar kan wijzigen wanneer langetermijnrisico- en rendementsverwachtingen wezenlijk veranderen.
Maar, voor een goede vergelijking met de andere banken in Nederland, hanteren we voor dit onderzoek naar de modelportefeuilles de oude benchmark van InsingerGilissen.
 Benchmarks

 

Verantwoording: 
Investment Officer onderzoekt sinds 2018 de meest gebruikte neutrale fondsenportefeuilles van ABN Amro, ING, InsingerGilissen, Rabobank en Van Lanschot Kempen voor vermogensbeheerklanten met een belegd vermogen van 1,5 miljoen euro. Alle vijf deelnemende banken leveren voor dit onderzoek gedetailleerde, actuele informatie aan. De invulling van de portefeuilles verschilt per bank. ABN Amro levert de resultaten van het ESG Fondsen Mandaat, ING het ING Select Fund,  InsingerGilissen de Beheerstrategie Duurzaam, Rabobank die van Rabobank Beheerd Beleggen Exclusief en Van Lanschot Kempen van de portefeuille Actief.

Op de pagina Modelportefeuilles kunt u eerdere artikelen lezen over de prestaties van de portefeuilles van de Nederlandse banken. Ook vindt u hier de actuele asset allocaties van ABN Amro, ING, InsingerGilissen, Rabobank en Van Lanschot Kempen.

Categories
Target Audiences
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No