Edin Mujagic en Martien van Winden, Hoofbosch
Edin Mujagic en Martien van Winden, Hoofbosch

Econoom Edin Mujagić had het geweldig naar zijn zin bij vermogensbeheerder OHV. ‘Alsof ik elke dag een lekkere taart voorgeschoteld kreeg.’ Toch stapte hij over, naar het Haarlemse beleggingsfonds Hoofbosch. Waarom? ‘Hier is de taart net zo lekker. Maar er zit ook nog eens een heerlijke dot slagroom op.’

Wat is die slagroom? In gesprek met Mujagić en Martien van Winden, oprichter van Hoofbosch en vanaf het begin (in 2006) fondsbeheerder, wordt daar geen geheim van gemaakt. Want het regent statistieken in de conversatie, aan de muur van het kantoor hangen ingelijste grafieken, de kasten puilen uit van de geschiedenisboeken en Van Winden heeft het standaardwerk Beleggingsvraagstukken (Gerlof Verwey, 1938) open op tafel liggen. ‘Verdieping, kennis, leren: dat is de slagroom’, zegt Mujagić.

De fundamentele beleggingsaanpak van Hoofbosch komt uit de koker van Van Winden, die in de jaren negentig bij Robeco aan de weg timmerde met het integreren van historische lessen in beleggingsbeslissingen. Dergelijke inzichten paste hij zelf toe om voor zijn schoonfamilie een aantal beleggingen te doen. Die bleken vervolgens zeer succesvol en in 2006 besloot hij te stoppen met zijn werk bij (toen) Theodoor Gilissen en het fonds open te stellen voor derden.

Hele dag aan het lezen

Uit die beginjaren stamt ook het contact met Edin Mujagić, toen redacteur bij FEM Business. Ze bleken de passie te delen om praktisch alles te lezen wat mogelijk relevant kan zijn voor beleggingsstrategieën. Van Winden: ‘Mijn vrouw vraagt dat ook nog wel eens: wat doe je eigenlijk als vermogensbeheerder? Nou, eigenlijk ben ik de hele dag aan het lezen.’

Mujagic heeft eenzelfde leeshonger en in de loop der jaren bleef het lijntje tussen de twee intact. Niet heel intensief, maar toch. Mujagić: ‘Ik kon hem zaterdagavond om 11 uur een appje of een mailtje sturen met een opmerking over een net verschenen paper over iets economisch-historisch. En dan kreeg ik nog antwoord ook.’

Het contact werd een aantal maanden geleden wel intensief, op initiatief van Hoofbosch. Eerst een kop koffie, om eens te praten over de toekomst van Hoofbosch. En toen zal op een gegeven moment het woord opvolging ook wel gevallen zijn. Immers, Van Winden (66) en zijn collega Robbert-Jan Engels (66) hebben niet het eeuwige leven, in ieder geval niet als fondsbeheerders. In 2023 was met het oog daarop Sander Luijendijk al de gelederen komen versterken. Van Winden: ‘Maar hoe dat verder vorm krijgt, gaan we nog zien. Dat weten we echt niet nog niet. Structure follows strategy.’

Risico mijden

Vooralsnog heeft Hoofbosch nu dus vier beheerders, die in samenspraak de strategie onderhouden, waarbij Van Winden het laatste woord heeft. Die strategie is op zijn minst een opmerkelijke strategie, kort samen te vatten als: niet risico spreiden, maar risico mijden. ‘Vergeet risico spreiden’, zegt Van Winden, ‘dat hebben banken en asset managers in de jaren negentig erbij gehaald, maar beleggen gaat om het beschermen van je vermogen. Dus een verstandige belegger zegt: laat mij zien waar de risico’s zitten, dan kan ik daar met een grote boog omheen lopen.’

De daaruit volgende asset allocatie is al even opmerkelijk: 80 procent “solide aandelen”, wat bij Hoofbosch neerkomt op geen technologie, geen opkomende markten, geen vastgoed en geen financials. En praktisch alleen Nederlandse, Zwitserse en Amerikaanse bedrijven. L’Oréal (Frankrijk) en Novo Nordisk (Denemarken) zijn op dit moment de enige uitzonderingen die de regel bevestigen. De overige 20 procent van het belegde vermogen bestaat voor de helft uit “solide obligaties” (van Nederland en Zwitserland) en voor de andere helft uit “specials”, veelal aandelen waar Hoofbosch om diverse fundamentele redenen veel fiducie in heeft.

Acht keer failliet

Zijn Duitse staatsobligaties dan niet “solide”? ‘Nee”, zegt Van Winden. ‘Nederland en Zwitserland zijn de enige Europese landen die altijd hun schulden hebben betaald. Duitsland is sinds 1800 al acht keer failliet gegaan. Vaker dan Griekenland, dat vijf keer bankroet ging.’ Mujagić: ‘Eigenlijk zou er een aparte rating moeten zijn voor Nederland en Zwitserland, omdat die landen een lage staatsschuld combineren met hoge pensioenreserves: quadruple A.’

En hoe zit het met technologie? Van die uitsluiting zal Hoofbosch toch spijt hebben gehad, de afgelopen twee jaar? ‘Achteraf kun je zien dat we rendement gemist hebben, maar op de lange termijn zijn de risico’s te groot. We zitten wel in Microsoft. Bestaat al vijftig jaar, dat vinden we een solide onderneming. Maar voor het overige: technologie veroudert, en de rendementen zijn tijdelijk. Wie loopt er nu nog rond met een Nokia?’

Van Winden haalt een studie aan die aantoont dat je enorme rendementen had geboekt als je (1) in de jaren tachtig níet in opkomende markten had belegd, (2) eind jaren negentig níet in technologie had gezeten en (3) in 2007 de financials had genegeerd.
De benadering van Hoofbosch kan rekenen op aanhoudende lof van Morningstar. In een laatste beoordeling schrijft het onderzoeksbureau dat Hoofbosch over een periode van tien jaar de benchmark gemiddeld met 4,6 procentpunt heeft overtroffen. Ook de stabiele beheersstructuur wordt geprezen.

‘Zeggen wat ik nodig vind’

Wat gaat Edin Mujagić hieraan bijdragen? ‘Ik kan hier mijn inzichten en mijn ideeën kwijt. Ik ga eigenlijk niet veel anders doen dan bij mijn vorige werkgever, alleen is hier de nadruk op geschiedenis en op wetenschap nog groter. Maar ook hier zal ik gewoon zeggen wat ik wil. In 2012 schreef ik een kritisch boek over het monetair beleid van centrale banken. Goed boek, kreeg ik van collega’s te horen, maar jij zal natuurlijk nooit een functie krijgen bij een centrale bank. Ja, nou en, zeg ik dan, dat is mijn doel toch niet? Mijn doel is te zeggen wat ik nodig vind dat gezegd moet worden. En dat ga ik ook doen bij Hoofbosch.’

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No