Niet alleen de grootbanken ook de pensioenfondsen in Nederland stappen op aanzienlijke schaal uit beleggingsfondsen. Zo werd de afgelopen drie jaar 24 miljard euro onttrokken uit beleggingsfondsen. Dat blijkt uit onderzoek van Krit Carlier van De Nederlandsche Bank (DNB).
In een artikel in het economentijdschrift ESB stelt Carlier dat eind 2020 pensioenfondsen 45 procent van hun totale pensioenvermogen in beleggingsfondsen belegden. Eind 2017 was dat nog 51 procent.
Het cijfer onderstreept een breed gedragen ontwikkeling. Zo meldde Pensioen Pro al eerder dat pensioenfonds ABP geleidelijk uit beleggingsfondsen wil stappen. Het pensioenfonds zegt meer flexibiliteit en regie te willen, ondermeer om zijn ambities op het terrein van duurzaam beleggen waar te kunnen maken.
Een vergelijkbare ontwikkeling vindt plaats onder de Nederlandse grootbanken. In 2013 werd besloten tot een provisieverbod in Nederland, in reactie waarop de banken gaandeweg het verstandshuwelijk met asset managers opzegden. Dat verstandshuwelijk dateert uit de jaren negentig, toen Amerikaanse partijen succesvol de Nederlandse markt in konden komen door distributievergoedingen te betalen als hun fondsen werden opgenomen in de klantportefeuilles van de bank. Zo geschiedde.
Met het provisieverbod kwam aan dat aantrekkelijke verdienmodel een einde en gingen banken nadenken over alternatieven. Deze week publiceerde Fondsnieuws een interview met Bert van den Broek, de architect van een nieuw model bij Rabobank. Daarin vertelt van den Broek waarom gekozen is voor samenwerking met BlackRock. De Amerikaanse asset manager doet het beheer van het klantvermogen van Rabo, ter hoogte van ongeveer 25 miljard euro.
Het geld wordt beheerd vanuit acht mandaatfondsen die BlackRock specifiek heeft opgetuigd voor Rabobank. Hierin zijn meerdere grote internationale asset managers als ‘onderaannemer’ opgenomen.
Behalve bij Rabobank vinden ook bij de andere banken variaties op deze bovegenoemde aanpak plaats, zoals voor ING en ABN Amro geldt, terwijl ook InsingerGilissen in deze richting beweegt.
Dufas, de belangenvereniging van de Nederlandse vermogensbeheerindustrie, wijst erop dat het vertrek van pensioenfondsen uit beleggingsfondsen overwegend wordt ingegeven door de Europese richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen (IFD).
Onder deze regels is het niet handig om met het vermogen van meerdere klanten in één pool (cq fonds) te zitten. ‘Want als één klant daar met hoger risico tussen zit, dan moet je tegenover de hele pool meer kapitaal aanhouden. Daarom zetten ze dat vermogen om in “segregated accounts” die worden uitgesplitst per institutionele klant’, laat Dufas in een reactie weten.
De richtlijn IFD wordt momenteel omgezet in nationale wetgeving.
Allocatie beheerd vermogen
Onder de pensioenfondsen in Nederland wordt op dit moment 857 miljard euro via beleggingsfondsen belegd. Dat was drie jaar geleden nog 741 miljard euro, maar die stijging is vooral te danken aan behaalde koersrendementen, schrijft Carlier van DNB. De onttrekkingen van 24 miljard euro is een trend die zich op dit moment voortzet.
Carlier komt in zijn onderzoek blijkens het ESB-artikel tot de conclusie dat directe beleggingen van pensioenfondsen qua samenstelling flink verschillen van de indirecte beleggingen, die via beleggingsfondsen plaatsvinden.
Directe versus indirecte beleggingen
De directe beleggingen van de pensioenfondsen richten zich vooral op de private markets: schuldpapier is goed voor 562 miljard euro en aandelen 241 miljard euro. Bij schuldpapier gaat het om staatsobligaties van bijvoorbeeld Duitsland (303 miljard euro), Frankrijk (59 miljard euro), Nederland (49 miljard euro) en de VS (25 miljard euro). Ook wordt er belegd naar schuldpapier van financiële instellingen en met name naar Amerikaanse bedrijven.
Bij de indirecte beleggingen, welke via beleggingsfondsen verlopen, gaat het om aandelen, namelijk 357 miljard euro, vooral in de VS; naar schuldpapier wordt op deze wijze ongeveer 130 miljard euro gealloceerd. De Nederlandse pensioenfondsen hebben ongeveer 59 miljard euro in hypotheken gestoken.
Onderzoeker Carlier kan van 267 miljard euro dat belegd is in beleggingsfondsen niet achterhalen wat daarvan de aard is, omdat de fondsen die dit vermogen beheren in het buitenland zijn geregistreerd, zo zegt hij tegenover Pensioen Pro.