Bestuurder Roel Knol van De Nationale APF gaat voor eenvoud. Dus: geen exotische beleggingen, zoveel mogelijk passief beleggen en vasthouden aan de langetermijnstrategie. Ook bij een flinke beursdip.
‘Wij houden hier van eenvoud’, zegt uitvoerend bestuurder Roel Knol (ex-Robeco) van De Nationale APF, opgericht door NN IP en AZL. Tussentijdse aanpassingen van de beleggingsstrategie gaat het algemene pensioenfonds daarom uit de weg. Toen Rusland Oekraïne binnenviel was dat aanleiding tot crisisoverleg, maar niet tot het omgooien van de portefeuille.
‘We volgen de situatie natuurlijk op de voet, maar wij beleggen niet dynamisch. We houden ons gedisciplineerd aan onze strategische mix met een beperkte bandbreedte om te herbalanceren. Never sell on the sound of cannons, heb ik geleerd. Vreselijk wat in Oekraïne gebeurt. Maar puur economisch gezien zorgt zo’n conflict voor een tijdelijke dip, dat zag je ook bij de Golfoorlog.’
Bij die voorkeur voor eenvoud horen begrijpelijke beleggingen, aldus de bestuurder. ‘We houden niet van exotica, bijvoorbeeld illiquide beleggingen zoals private debt. Wij vinden dat je heel goed moet begrijpen waarin je belegt.’ Als het even kan valt de keuze op passieve beleggingen. Al is een actievere aanpak bij beleggingscategorieën als credits en onroerend goed volgens Knol onvermijdelijk. De scheidslijn tussen passief en actief is vaak kunstmatig, vindt hij.
Stel dat een discretionair fondsmanager een duurzaam fonds construeert en hij gebruikt de grijze MSCI als benchmark, dan kwalificeert dat als actief beleggen. Kiest hij een duurzame index, dan is het passieve stempel van toepassing. ‘Dat vind ik geen interessant onderscheid’, aldus Knol. ‘Wij zijn vooral passief in de zin dat we geen opportunistische kansen najagen. We willen risicopremies oogsten op aandelen en credits, zonder ons door emoties te laten meeslepen.’
Het merendeel van de kringen van De Nationale APF is te klein voor discretionair beheer. Reden te meer om in te zetten op samenvoeging. Naast een kleine DC-kring zijn er nu zes CDC-kringen, waarvan drie multi client-kringen en drie single client-kringen. De grootste kring is van bedrijfspensioenfonds ANWB en vertegenwoordigt bijna de helft van het belegd vermogen.
De beweging naar gezamenlijke kringen is er, maar heeft tijd nodig, merkt Knol. ‘Multi client is efficiënter en levert kostenvoordelen op. Maar als een pensioenfonds hier binnenkomt en het meteen alles moet overhevelen, is dat vaak een te grote stap.’
Het beleggingsbeleid komt voor de verschillende kringen zoveel mogelijk overeen, net als de gekozen fondsaanbieders. Beleggingsplatform Anthos stelt lijstjes op van de beste managers. De Nationale APF maakt vervolgens in overleg met fiduciair beheerder NN IP (afgelopen lente overgenomen door Goldman Sachs) de keuze. Voor wereldwijde aandelen is bijvoorbeeld het indexfonds van Northern Trust uitverkoren.
Nieuwkomers met andere labels in portefeuille stappen niet altijd onmiddellijk over, zegt Knol. ‘De transactiekosten hakken erin. Maar we willen het op den duur wel gelijktrekken. Dat maakt het proces beheersbaarder, ook richting toezichthouder.’
Onderscheidend is volgens Knol de sterke focus van De Nationale APF op duurzaamheid, ook daarin streeft hij zoveel mogelijk eenheid tussen de kringen na. ‘Wij volgen in ons beleggingsbeleid onze beliefs, de manier waarop wij naar de wereld kijken. Het zou gek zijn als dat voor verschillende kringen totaal anders uitpakte. We willen onze beleggingen aanpassen aan de klimaatafspraken in Parijs, die wens hebben we vorig jaar extra aangezet. We zijn nu op zoek naar een manager die een nieuw fonds voor ons kan opzetten.’
En, hebben de kringen hier oren naar? ‘Voor mijn gevoel gaat iedereen over. Uit een onderzoek onder deelnemers blijkt dat zij veel belang hechten aan duurzaam beleggen en dat het zelfs wel wat meer mag kosten. Maar wij verwachten minimaal hetzelfde rendement bij een verbeterd risicoprofiel.’
Vooral kleine pensioenfondsen zien volgens Knol als een berg op tegen de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel: van balansmanagement om de dekkingsgraad te optimaliseren naar de focus op rendementen. ‘Met een paar man op je bestuursbureau ga je daar een enorme kluif aan hebben.’ Aansluiting bij grotere partijen ligt voor de hand. ‘Een brede stroom houdt ermee op. Zij zullen overigens niet alleen naar APF’s gaan, maar ook naar verzekeraars en bedrijfstakpensioenfondsen.’
De Nationale APF verwacht flinke groei. Het huidige aantal deelnemers van ongeveer 35.000 moet de komende jaren zeker kunnen verdubbelen en het belegd vermogen van 4,5 miljard euro kan doorstijgen naar zo’n 15 miljard euro, verwacht Knol. Met de DC-kring maakt de APF een begin. ‘Die is nu nog heel klein en bevat vooral bijspaarregelingen. Maar op weg naar de flexibele premieregelingen gaan we deze kring de komende tijd uitbouwen.’
Dit artikel is ook verschenen in de derde editie van IO Institutioneel, de krant van Investment Officer die gericht is op pensioenfondsbestuurders en pensioenbeleggers. Via deze link kunt u zich voor ontvangst van de krant aanmelden.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
- Ondernemingspensioenfonds wil eigenheid niet kwijt
- APF: ecosysteem met ruimte voor alle pensioensoorten